Zijn enkel voelde stijf en gek toen het gips er af kwam. Er zaten littekens aan alle bij de kanten van zijn enkel. Hij wist nog steeds niet wat ze precies hadden gedaan, als het maar goed was en dat was het. 'Ga eens voorzichtig staan, Joël.' Zei de dokter, Joël ging op zijn rechterbeen staan, hij durfde niet op zijn linkerbeen te staan. 'Toe maar,' zei de man, Joël klemde zijn handen om de stangen van de brug en zette voorzichtig gewicht op zijn linkervoet. Hij glimlachte, het voelde gek maar het deed niet meer pijn. 'Wees nog even voorzichtig, een week of twee, daarna moet het klaar zijn.' Zei de man, hij liet Joël een stuk lopen tussen de brug. Het was onwennig, met elke stap ging het beter. Joël glunderde, het voelde goed om weer op twee voeten te kunnen staan. 'Van je tante had ik gehoord dat je best sportief was,' Joël knikte, de dokter keek hem aan, 'ik raad het af om nog weer te gaan rugbyen of te skaten, het kan zo weer gebeuren en dan ben je denk ik verder van huis,' zei de dokter. Joël zuchtte teleurgesteld, hij hield van skaten en rugbyen. Dat hij niet mocht skaten was nog niet zo erg, op deze plek was het toch niet zo leuk en de wegen waren slecht. Dat hij niet mocht rugbyen vond hij erg, hij had al gekeken bij het team van school en wou zich inschrijven zodra hij genezen was, niet dus. Joël knikte, 'nooit meer?' 'Voor een keer kan het wel, als je niet te intensief doet. Het blijft een zwakke plek, als je weet dat je veel gaat lopen of iets gaat doen wat lichamelijk zwaar is doe je de brace om. Die moet je sowieso de komende tijd nog dragen, drie tot vier weken, je moet niet te overmoedig zijn en het rustig aan doen' vertelde de man. Joël had intussen nog wat gelopen, het voelde goed, wel was het vermoeiend. Tante Jenny reed terug naar huis en glimlachte om de jongen die met zijn hoofd tegen het raam in slaap was gevallen.
Sarah zat tegen Joël aan, ze waren naar Peace River gereden. Joël hield haar hand vast en draaide rondjes met zijn duim op haar zachte huid. Sarah keek met een glimlach hoe de zon steeds verder daalde, geen van hen zei wat. Samen zijn was al genoeg.
'Joël, hoelang blijf je hier nog?' vroeg ze, haar stem was zacht en liet Joëls hart smelten. 'Weet ik niet, misschien nog wel jaren.' Zei hij. Hij had er zelf nog niet over nagedacht dat hij ooit weer terug zou moeten. Hij had hier nu zijn leven, het was goed, veel beter dan in Ottawa. Hij had vrienden die het beste met hem voor hadden, mensen die om hem gaven en het plezier in zijn leven terug gevonden. Hij had leren werken en geleerd dat alles tijd nodig heeft, verwerken. Hij had liefde gekregen en zelf kunnen geven. Het leven was mooi zolang je dat onthield.
De zon was onder gegaan, Sarah was in slaap gevallen tegen hem aan. Joël glimlachte en stond op, hij tilde Sarah op. Joël liep met Sarah in zijn armen door het smalle pad tussen de bomen door. Sarahs voeten bleven steken achter de takken. Het was langer naar de auto lopen dan Joël had gedacht. Hij stond even stil om op adem te komen. Zijn enkel deed alweer pijn en Joël zuchtte diep, misschien bedoelde de dokter dit toen hij had gezegd dat hij niet te overmoedig moest zijn. Hij voelde zich soms zo'n sukkel, een zwakkeling. Een jongen die duidelijk nog geen man was. Nonchalant liep hij verder, hij zette Sarah in de auto en liep zelf naar de andere kant. Sarah sliep door alles heen, de motor startte en maakte lawaai, ze bleef slapen. Joël zocht naar de hendel om de handrem eraf te halen en even later reed hij de weg op. Sarah sliep nog altijd, haar bruine haren zaten in de war, hij glimlachte, hij voelde zich vol liefde. Zij was alles wat hij nodig had, ze was zijn schat.
'Ah, Joël, hoe is het?' hoorde Joël de stem van Sarahs broer toen hij uitstapte, 'je loopt weer,' zei hij voor Joël kon antwoorden. Joël knikte, 'eindelijk maar toch,' zei Joël met een lach. 'Waar is Sarah?' vroeg hij, Joël begon weer te glimlachen, 'ze is in slaap gevallen,' zei Joël. Steve lachte en keek hoe Joël Sarah uit de auto tilde. 'wacht Joël, Ik til haar wel, jij moet rustig aan doen had ze verteld,' Steve tilde Sarah uit zijn armen, stiekem was Joël daar erg blij om. 'Kom, we drinken nog wat,' zei hij en wenkte dat Joël mee moest komen naar binnen. Hij opende de deur voor Steve en liep voor hem het huis in. Steve legde Sarah op de bank in de kamer. 'Wat wil je?' vroeg Steve die de koelkast opende. Joël haalde zijn schouders op, 'doe maar wat,' Joël had nooit veel aandacht besteed aan het huis, ze waren er vaak om snel te eten en gingen dan weer weg. Hij keek naar de foto's die op de kast stonden, kleine Sarah, Steve en Jacob stonden met een lach op de foto. Er stond een eenzaam fotolijstje; Geluk vind je niet op de plek waar je het verloren bent, stond er. Joël slikte, de zwarte tekst op de witte achtergrond had hem geraakt. Het was echt zo.
'Moet je een?' vroeg Steve, ze zaten op de veranda, Steve bood Joël een sigaret aan. Joël keek ernaar, zijn mond viel open, wou hij dat? Het voelde als een test, zo erg was het niet toch, eentje? Joël knikte en pakte de sigaret van Steve. Hij stak hem aan en ontspande, een sigaret was zo lang geleden. Hij had er zelfs nooit meer aan gedacht. Steve nam een slok van zijn bier en blies rook de lucht in. 'Doe je mee aan Bulls and Barrels?' vroeg Steve. Joël fronste, 'wat is dat?' vroeg hij. Hij voelde de sigaret branden binnenin. Het was heerlijk, tegelijk voelde het dubbel. Misschien verlangde hij straks weer naar meer of iets sterkers. Was hij bang voor zichzelf?
'De rodeo en het feest van alle dorpen aan Peace River,' Joël lachte, 'ik wist niet dat zulke dingen echt nog bestonden,' Steve lachte en schudde zijn hoofd, 'Hier bestaat alles en kan alles,' zei hij met een lach. Joël knikte, 'dus een rodeo? Met echte stieren?' Steve knikte, 'Echte stieren, echte paarden en veel bier,'
Joël probeerde zich een voorstelling voor ogen te halen maar dat lukte niet. Hij wist niet wat hij moest denken van het feest. 'Mason heeft zich ook ingeschreven, hij start als eerste,' Joël fronste en keek verbaast, 'dat is gevaarlijk toch?' Steve haalde zijn schouders op, 'er zijn zoveel manieren om dood te gaan, waarom niet door een doorgedraaide stier?'
Joël keek nog even naar Sarah en gaf haar een kus op haar voorhoofd. Hij zei gedag tegen Steve en stapte weer in zijn auto. Hij zette de radio aan en zong zachtjes mee. De zon was allang onder gegaan, nog was er een soort rode gloed te zien aan de horizon. De lucht was helder, als het er niet zoveel waren kon je de sterren tellen.
'Joël, kan je morgen helpen? Ik kom mensen te kort en het moet gebeuren want we hebben al gemaaid,' zei oom Phillip tegen Joël. Joël knikte, het waren warme dagen, de zomer was begonnen. Het gras was alweer, gemaaid. Joël had er nooit bij stil gestaan dat gras vaker gemaaid moest worden dan één keer. Het was een leuke bezigheid, vond Joël inmiddels. Hij snapte waarom iedereen er altijd zo enthousiast over was. Het voelde alsof hij er nu bij hoorde, de jongens hadden hem helemaal opgenomen in hun vriendengroep. Hij en Sarah waren niet het enige stel binnen de groep jongens. Chase had sinds kort een vriendin: Ashley. Ze was aardig en sportief, ze kwam fietsend van Fort ST. John naar Chase zijn huis. Chase woonde een kilometer verderop, zijn ouders hadden een groot kippenbedrijf. Chase vond het leuker om op de trekker te zitten dan met de kippen bezig te zijn. Ashley en Sarah waren al sinds de kleuterklassen bevriend. Mason had het druk met andere dingen zei hij; Mason had net een nieuwe baan. Als monteur bij de garage in Hudsons Hope. Het was een eindje rijden, het was het waard vond hij. Niemand wist waar hij zich daar precies mee bezig hield, hij kwam elke avond weer met een lach op zijn gezicht thuis. De dagen dat hij thuis was stond hij zingend in de melkput.
Tante Jenny had het wel door, hij had iemand ontmoet dacht ze. Ze wist niet precies waarom hij haar niet een keer meebracht maar besloot hem de tijd te geven. Hij zou het zelf moeten aangeven en zijn eigen beslissingen nemen. Oom Phillip was blij met de hulp die Joël inmiddels kon bieden. Joël was veranderd in een vrolijke jongen. Hij was energiek en was altijd opzoek om iets te doen. S' ochtends hielp hij, voor schooltijd, als hij naar school ging, met melken. S' avonds hielp die het liefst weer mee.
JE LEEST
Peace River
Teen FictionHet leven is niet altijd makkelijk, en dat van Joël zeker niet. Hij is achttien jaar wanneer hij naar de boerderij van zijn tante gestuurd wordt om zijn leven te verbeteren. Helaas lijkt het verleden hem overal te achtervolgen. Zelfs wanneer hij...