3.5 - History repeats

61 4 0
                                    

Het was een amateuristisch potje rugby, spontaan georganiseerd door vrijwilligers, schoonmakers, andere coaches en zelfs het kantine-personeel deed mee. Joël dacht dat het wel zou kunnen, Jeppe had gezegd dat hij wel voorzichtig moest doen. Joël zou het proberen maar wist dat hij zichzelf wel eens kon verliezen tijdens het sporten. Iedereen had zich warm gelopen, het team van Joël bestond uit collega's van de sportvereniging en collega's van de bar.

De scheids floot en Joël glimlachte, hij begon te sprinten en ving de bal. Hij werd tegen de grond gedrukt en krabbelde weer omhoog. Joël rende verder en drukte de bal over de eindstreep. Hij kon het nog.

De wedstrijd was gezellig. Joël baalde ervan dat hij na een half uur zijn enkel al begon te voelen. Hij had nogwel tape en zijn brace omgedaan. Hij besloot het te negeren, Olivier had het door en had met hun teamgenoten gepraat, ze zouden gaan wisselen. Joël had het door, toch ging hij nog even door, dat was een slecht plan geweest. Een speler van de tegenpartij beukte tegen hem op. Joël hield zijn evenwicht en wou verder rennen. Een andere jongeman gleed met een enorme vaart richting Joël, over de grond. Joël zweefde in de lucht toen hij Joël uit zijn evenwicht haalde. Joël klapte op de grond, zijn voeten eerst, zijn handen die veel gewicht opvingen. Zijn hoofd klapte hard tegen de grond. De geluiden klonken waziger dan eerst, zijn zicht was troebel en het leek allemaal anders dan normaal. De zwarte vlekken dansten voor zijn ogen en hij kon zich niet herinneren dat hij zich omgedraaid had. De grote bewegende vlek zei wat tegen hem. Hij probeerde te focussen en de vreemde vlek leek te veranderen in de vorm die hij werkelijk was.

Hij schrok, de koele vloeistof die over hem heen vloeide leek hem terug te roepen naar de werkelijkheid hij kuchte en krabbelde omhoog. 'Joël, gaat het?' vroeg de bezorgde stem van Olivier. Hij knikte wat en voelde een hoofdpijn opsteken, tegelijk met een golf van misselijkheid. Hij voelde een stekende pijn in zijn enkel en kreunde. Zijn voet tintelde en hij sloot zijn ogen. Het was niet goed en hij wist het. Hij had het verpest voor zichzelf, wat als ze het deze keer niet goed konden maken. Straks zat hij weer weken in een rolstoel, hij wist hoe zo'n drama dat was drie jaar geleden.

Hij trok zijn schoen uit, zijn enkel begon gelijk op te zwellen. Hij schudde zijn hoofd een haalde zijn hand door zijn haar. Joël bewoog zijn tenen, het was dus niet gebroken. Hij voelde, voorzichtig met zijn handen, aan zijn enkel. Zijn gezicht vertrok van de pijn en hij beet op zijn lip. Björn hielp de jongen omhoog. Joël probeerde er gewicht op te zetten, kreunde en schudde zijn hoofd, de pijn was nauwelijks te verdragen. Joël beet op zijn lip, 'kan iemand Jeppe bellen? Dan ga ik wel met hem naar het ziekenhuis,' zei Joël tegen de jongen die naast hem stond. De jongen knikte en keek naar Joël, de jongen was lijkbleek, trilde op zijn benen en keek wazig. Björn mompelde tegen Joël dat hij hem naar de kantine zou tillen. Joël wou protesteren, zeggen dat het niet zo erg was. Toch voelde hij zich belabberd, zwak en misselijk. Stiekem was hij blij dat hij niet hoefde te lopen.

Jeppe was er binnen tien minuten, de jongen rende naar hem toe in zijn ochtendjas, hij was net wakker. 'Joël, verdomme ik zei dat je voorzichtig moest zijn,' begon Jeppe. Joël trok zich niks van zijn woorden aan en probeerde omhoog te komen uit de stoel. Jeppe hielp hem samen met Olivier. Ze ondersteunden Joël en brachten hem naar de auto toe.

Er werden foto's gemaakt en ze moesten wachten, Joël in het grote bed, Jeppe er op een stoel naast. 'doet het nog pijn?' vroeg Jeppe. Joël knikte, 'beetje, komt weel goed,' zei hij zacht. Hij hoopte dat het goed kwam.

'Joël, dit zijn de foto's, hier zie je dat je enkel niet is gebroken. Het kan zijn dat de schroef die er al in zat los is gegaan. De andere foto's komen zo, als dat het geval is zouden we gelijk moeten opereren is dat een probleem? Hoe sneller hoe beter,' zei de dokter. Joël dacht na, hij zou morgenmiddag en avond moeten werken, dat lukte sowieso niet. 'Ja, ik moet eerst mijn werk bellen,' zei hij. Joël belde met zijn werk, zijn baas wist het al door andere collega's en wenste hem beterschap. Die avond werd Joël geopereerd, Jeppe bleef wachten in de wachtkamer. Het was al laat toen Jeppe te horen kreeg dat de operatie geslaagd was. Joël sliep nog toen hij de kamer in kwam. Jeppe was naast het bed, in de grote stoel in slaap gevallen.

'Jep, gaan we zo naar huis?' vroeg Joël aan Jeppe. De zon scheen al, het was helder. Joël was die nacht vaak wakker gemaakt, om te controleren hadden ze gezegd. Hij had slecht geslapen, hij was moe, zijn hoofdpijn was zo erg dat de stilte zelfs pijn deed. Ze hadden de schroeven in zijn enkel vervangen en zijn enkel in het gips gezet.

De jongen reageerde niet, hij sliep nog. Joël ging zitten en keek lachend naar Jeppe. Hij snurkte, een beetje kwijl kwam uit zijn mond. Joël keek om zich heen, op het tafeltje lag een boek. Hij wist niet wie die daar neer had gelegd of van wie het was. Hij pakte het boek en smeet die richting Jeppe. Jeppe kreeg het boek in zijn buik, hij sprong omhoog van de schrik en keek verward om zich heen. 'Tering, Joël,' was het enige wat hij zei. Met een zucht ging Jeppe weer zitten en pakte het boek van de grond. Hij bekeek het even en legde het boek op het kleine tafeltje naast de stoel. 'Hoe is het?' vroeg hij. Joël haalde zijn schouders op, 'pijnlijk maar oké,'

'Heb je meer morfine nodig?' vroeg Jeppe een klein beetje bezorgd. Joël schudde heftig zijn hoofd, 'nee dat wil ik niet en dat weet je wel,' Jeppe knikte, 'oja,'

'Mama word binnenkort vijftig,' vertelde Joël op de terugweg van het ziekenhuis. Jeppe klapte in zijn handen, 'dus je gaat terug?' vroeg hij, Joël knikte, 'dat kan ik niet missen, ga je mee?' Jeppe schudde zijn hoofd, 'ik moet werken hé, ik kan niet zomaar vrij nemen,' zei Jeppe. Hij sloeg de straat in naar hun appartement en parkeerde de auto zo dicht mogelijk bij de ingang van het gebouw.

Joël was zo gewend aan het lopen met krukken, hij kon net zo snel lopen als normaal. Jeppe was verbaasd hoe de jongen het deed. Joël deed bijna alles wat hij anders ook deed, hij coachte zelfs nog. Hij kon zijn team niet in de steek laten had hij gezegd. Het enige wat hij niet deed was werken in de bar.

Hij kwam zeker wel langs, even wat drinken en zijn collega's gezelschap houden. Maud stond achter de bar en zwaaide enthousiast toen ze de jongen binnen zag komen. 'Hoe is het, stumper?' vroeg Maud, Joël haalde zijn schouders op. Hij wou niet tegen iedereen zeggen dan het pijn deed en dat hij zo vreselijk moe was. Hij wou niet zeuren en dat anderen om hem moesten denken, hij wou dat niemand zich zorgen maakte om hem.

'Doe maar een Honing-Whiskey,' zei Joël. Hij had gemerkt dat hij meer was gaan drinken. Het mocht heen gewoonte worden, hij moest zich inhouden en om zichzelf denken. 'Nee, die maar water,' verbeterde hij zichzelf. Maud knikte en haalde opgelucht adem. Ze schonk de jongen een glas water in en leunde over de bar heen. 'Joël, gaat het wel? Je bent de laatste tijd zo,' Maud stopte even en gebaarde wat met haar handen, 'zo afwezig,' zei ze. Ze ging rustig door met de glazen droogmaken terwijl Joël zijn hart luchtte. Maud was de beste vriendin die hij had kunnen voorstellen. Ze waren niet samen, ze waren gewoon vrienden. Joël vertelde over hoe hij zich zo nutteloos voelde deze weken. Hij wou iets doen maar kon niet veel, alles deed hem pijn en dan de constante hoofdpijn deed hem ook niet goed. Hij had verschillende dokters gesproken, hij mocht nog twee weken niet lopen. Daarna zou hij rustig op gaan bouwen. Wat betekende dat hij de komende twee maanden niet zou werken.

Elke zaterdag liet hij zich zien bij de rugby-club. Hij legde uit aan de kinderen en keek toe vanaf de bank waar hij altijd plaats op nam. Normaal deed hij altijd fanatiek mee met de jongens. 'Joël, wanneer ga je weer meedoen, het is saaier zo,' zei Wayne. Het getinte jongetje plofte naast Joël neer op de bank. 'Het is toch vet saai dat je niet mag lopen,' zei hij, Joël knikte, 'dat is het ook,' zei hij. 'Jongens, zet de pionnen maar voor de kast. Daarna gratis ijsjes in de kantine!' schreeuwde hij over het veld. De jongens begonnen snel het veld op te ruimen, Joël keek lachend naar de jongens die hun best deden om een ijsje te verdienen. 


Peace RiverWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu