Ze zat aan tafel, de mok koffie in haar handen dampte, ze staarde in de verte. Naar niks. Hij had iemand vermoord, een persoon, iemand met familie en misschien zelfs kinderen. Niemand wist het, alleen zij. Ze wist dat hij iemand vermoord had, ze wist dat hij een moordenaar was. Wat als hij plots zou doordraaien wanneer ze alleen met hem was en hij haar zou vermoorden. Kon ze hem vertrouwen of had hij nog meer te verbergen, wie was hij?
Die nacht had hij niet geslapen, de zon kwam langzaam op. Gouden zonnestralen klommen langzaam zijn kamer binnen als indringers die de nacht verjaagden. Hij hoorde de voetstappen van Oom Phillip op de gang, de wc-deur ging dicht en op slot. Een paar minuten later spoelde hij door. De voetstappen klonken harder, geklop op zijn deur en zijn stem die vertelde dat hij ging melken. Hij antwoorde met een krakende stem.
Hij was afwezig, hij vergat welke koeien hij had gehad, hij had niet door welke koeien klaar waren. 'Joël, gaat het?' vroeg oom Phillip. Joël haalde zijn schouders op en wreef in zijn ogen, 'slecht geslapen,' antwoorde hij en dipte de uiers van de koe naast hem. Joël hoestte, hij drukte even met zijn hand op zijn borst en haalde diep adem. Oom Phillip zag het, de jongen voelde zich alles behalve goed.
Oom Phillip had Joël naar binnen gestuurd, de jongen veroorzaakte niet veel goeds deze ochtend, hij wou ongelukken voorkomen. Hij liep de trap op en buiten adem kwam hij boven. Hij hoorde zichzelf ademhalen. Hij vond het gek hoe hij bijna tien jaar nergens last van had gehad en nu in een keer wel. Hij had gedacht dat het door de drugs kwam, hij was rustig, had geen zorgen en dacht nergens aan, maar had geen idee of dat kon. Hij liep naar zijn kamer toe en pakte zijn puffer, hij kwam op adem en ging weer op zijn bed liggen. Alles leek op hem af te komen, hij wou niet meer. Hij wou dat hij Sarah het nooit had verteld en dat er niks veranderd was. Sarah was nadat hij het verteld had boos geworden, ten eerste omdat hij niks verteld had, daarna waarom hij ooit iemand had vermoord en hij had duizend redenen gehoord hoe zo'n vreselijk persoon hij daardoor was geworden. Ze was boos weg gelopen en naar huis gereden. Ze had niet gebeld of een sms'je gestuurd.
Zijn oogleden begonnen zwaar te worden, eindelijk viel hij in slaap. Hij miste de drie keer dat Sarah hem probeerde te bereiken. Hij miste het koffie drinken en het verhaal van Mason die eindelijk te spreken was over de rodeo. 'Joël, Sarah is hier,' Joël schrok op van de stem van Jenny. Hij knipperde een paar keer en wreef in zijn nek.
'Sarah,' zei Joël toen hij beneden kwam. Ze zat aan de keukentafel, haar handen gevouwen op het hardhouten bruin gelakte blad. Ze keek hem aan met een blik die hij niet kon plaatsen, alsof ze hem niet meer kende.
'Zullen we naar buiten?' vroeg Sarah, Joël knikte en liep achter haar aan. Jenny had gefronst, hadden ze ruzie gehad? Ze waren zo afstandelijk en ongemakkelijk tegenover elkaar.
'Ik ga je aangeven,' zei ze.
Zijn mond viel open, zijn leven stortte in, alles wat hij hier opgebouwd had. 'Ik kan hier niet mee leven, je hebt er nooit voor betaald. Je hebt iemands leven beëindigd zonder dat het je iets heeft gekost.'
Joël keek om zich heen, de koeien waren buiten, de stal was leeg. Sarah leunde op het hek, ze keek strak voor zich uit. 'Ik had geen keus,' verdedigde hij zich, of hij probeerde dat. 'Tuurlijk had je een keus,' zei Sarah. 'Sarah, ik had een pistool op mij gericht, hij zou eraan gaan of ik,' zei Joël met een rauwe stem. Hij wist dat het allemaal geen zin had. Sarah zou hem aangeven en hij zou ervoor boeten. 'Wat was zijn naam?' vroeg ze. Joël keek naar zijn klompen, ze waren kapot. 'Theo James Gregor,' fluisterde hij bijna. Theo James Gregor, een man die een vrouw had, twee kinderen en een familie waar hij van hield.
'Het is over,' zei Sarah, met die woorden liep ze weg.
Die avond zat Joël in de woonkamer, hij zat daar alleen. Mason sliep, Jenny was boven de was aan het doen en Phillip was in de stal. De stoel waar hij in zat gaf hem zicht over alle ramen in de kamer, hij wist dat ze kwamen. Hij wist dat Sarah niet lang zou wachten met haar besluit. Het was alsof hij zich langzaam voelde wegdrijven van deze wereld, een stroming waar hij niks aan kon veranderen. De ramen werden gevuld met rode en blauwe lichten, hij verstijfde en beet op zijn wang. Hij wreef in zijn ogen, het was zo ver. Hij hoorde hoe de deur openging, geschreeuw klonk door het huis, tante Jenny kwam in paniek naar beneden. De mannen in zwarte kleren liepen door de keuken, geweren in hun hand en kogelwerende vesten aan. Ze liepen de woonkamer in en begonnen te schreeuwen, naar hem. Hij voelde hoe hij van de stoel afgesleurd werd en op de grond viel, zijn handen werden in de boeien geslagen. Ze raapten hem van de grond en namen hem mee. Het gaf hem niks, het was toch al over, alles was over. Ze wisten alles en Sarah wist eindelijk alles, zoals ze wou. Tante Jenny keek hem aan met tranen in haar ogen, ze zei niks. Hij kon niks zeggen, wat viel er te zeggen?
Ze namen hem mee naar buiten, oom Phillip kwam aangerend, hij zag Joël en schreeuwde iets. Joël verstond het niet. Joël keek naar hem en kon niks zeggen, ze trokken hem verder mee. Sarah stond daar, haar haren in een knot en wallen onder haar ogen. Tranen liepen over haar wangen, ze zag er vreselijk uit, dit was niet hoe hij haar wou herinneren. 'Ik hou van je,' zei hij nog zacht. Joël werd in de auto geduwd, hij stootte zijn hoofd tegen de deur, hij voelde het niet. Hij voelde niks meer, alles was weg en hij kon niet terug, nooit meer.
[A/N] Auch, dit hoofdstuk. Even een mooi nummer van Sons of Anarchy bijgevoegd en nu dan even huilen *wink wink*
JE LEEST
Peace River
Teen FictionHet leven is niet altijd makkelijk, en dat van Joël zeker niet. Hij is achttien jaar wanneer hij naar de boerderij van zijn tante gestuurd wordt om zijn leven te verbeteren. Helaas lijkt het verleden hem overal te achtervolgen. Zelfs wanneer hij...