2.1 - Sleepkabels en slapen

66 4 0
                                    


Mason keek in de motor van de trekker, de motorkap was voorover geklapt en er was een enorm motorblok tevoorschijn gekomen. Joël snapte er niks van, Mason had hem wat uitgelegd in termen waar hij nog nooit van gehoord had. Mason hoestte en keek met zijn ene oog naar Joël, 'Ik heb je ogen nodig,' zei Mason. Joël zat op de werkbank, hij keek toe hoe Mason te werk ging. Hij staarde eerder; de laatste tijd maakte het hem niet uit welke dag het was, hij leefde niet met datums. Hij had het immers nergens voor nodig. Vanochtend zag hij op de kalender toevallig dat het 28 mei was. Het was een jaar geleden, de tijd ging snel en alles ging gewoon verder. Het was een shock voor hem dat het al een jaar geleden is, een jaar zonder iemand waar je zo van had gehouden.

Mason was handig en slim als het om motoren ging. Er was niks wat te moeilijk voor hem was. Joël hinkte naar Mason toe en keek hem vragend aan, 'Dit snoertje gaat daar boven langs, kan je zien waar hij lekt?' vroeg hij. Jason zocht steun aan het grote wiel van de trekker en keek waar het snoertje heen ging. Hij schudde zijn hoofd, 'hoe zie ik wanneer hij lekt?'

Mason glimlachte, 'je ziet er wat olie uit sijpelen,'

Joël keek nog een keer en was opgewekt toen hij olie uit de slang zag komen. 'Ja, hier!' zei hij en wees aan waar het vandaan kwam. Mason glimlachte en keek, hij had het allang zelf gevonden, Joël zat er zo verveeld bij dat hij zich een beetje schuldig voelde en Joël er op de ze manier bij betrok.

Joël startte de trekker, Mason keek in de motor en knikte, het was klaar. Mason stak zijn duimen op naar Joël dat het goed was en dat hij de trekker weer uit mocht doen.

'Gaat het wel goed?' vroeg Mason toen ze door het achterdeel terugliepen naar huis. Joël haalde zijn schouders op. Hij voelde zich misselijk, zijn handen trilden van spanning en het enige waar Joël de hele dag aan gedacht had was drugs. Hij had geen grip meer op zijn lichaam. Het was weken goed gegaan en nu leek het terug te komen. Het was alsof hij nog de junkie was die hij altijd was.

s'Middags was hij in slaap gevallen op de bank die in de hoek van de keuken stond. Zwetend werd hij wakker, hij droomde over Rick en zijn vader. Hij wreef in zijn gezicht en ging zitten. Bij de keukentafel zaten mensen, Joël kende ze niet. Hij glimlachte wat verlegen en stond op. Hij strompelde weg, oom Phillip kuchte. Joël zuchtte, pakte zijn krukken die tegen de muur stonden en liep weg zonder oom Phillip een blik waardig te gunnen. Hij ging buiten zitten, hij keek naar de blauwe lucht en de koeien die in het weiland liepen. Hij verlangde naar sigaretten, liever een joint. Het voelde alsof veranderde in een zombie, zonder gevoel of emoties. Joël baalde van zichzelf. Hij was zichzelf kwijt, wie was hij? Hij dacht aan Rick, vandaag was het echt één jaar geleden.

Jenny liet hem, ze wist dat hij er niet over wou praatten, ze wist dat het vandaag één jaar geleden was. 

Oom Phillip liep langs, maakte een praatje met hem. Tante Jenny riep dat ze gingen eten, ze aten en praatten met elkaar. Oom Phillip ging de koeien melken, Mason ging de kalfjes voeren. Joël bleef aan tafel zitten. Alles bewoog langs hem, hij staarde nog altijd voor zich uit. Net als vanochtend en vanmiddag. Hij voelde zich boos, verdrietig en verloren. Hij schrok op, tante Jenny legde een hand op zijn schouder. 'Wat is er met je vandaag?' vroeg ze alsof ze niks wist.. Joël haalde zijn schouders op, 'niks,' mompelde hij en zuchtte diep. Niks, was het maar niks.

'Ik ga even naar Fort St. John, vanavond ben ik terug, dan gaan we weer barbecueën.' Vertelde Jenny. Ze wist dat het een pijnlijk onderwerp was, zolang hij er zelf niet over begon zou zij niks vragen. 'Phillip is achter, Mason ook. Als er iets is kan je naar hun of je belt mij, oké?' vroeg ze. Joël knikte, hij zat nog altijd aan de eettafel.

Ze liep de keuken uit, bezorgd om de jongen. Ze was opgelucht dat hij haar straks misschien blij kon maken. Rita was inmiddels geland in Vancouver en zou nu naar Fort St. John vliegen. Ze had niks tegen Joël gezegd, Rita wou dat het een verrassing was. Ze miste haar zoon, Rick en ze kon het niet hebben om deze dag niet bij Joël te zijn, hij was nu haar enige zoon.

Joël lag op de bank, huilend had hij foto's van hem en Rick bekeken. Foto's waarop ze lachend op het strand stonden, met z'n tweeën in de auto, samen lachend in een hottub en de mooiste foto; hij en Rick zaten op de oude grijze bank, hun moeder tussen hen in. Ze hadden allebei een arm om haar heengeslagen en ze lachten alle drie. Die foto was zijn leven ooit, de foto was gemaakt twee weken voordat Rick neergeschoten werd.

Hij dommelde bijna in slaap toen de deur openging. 'Hé, ik leen even de sleepkabels, ik breng ze..' Sarah stopte toen ze Joël zag. Zijn gezicht was betraand, hij had wallen onder zijn rode ogen, zijn lip was kapot en opgezwollen. 'Wat heb je gedaan?' vroeg Sarah bezorgd, 'niks,' zei Joël zacht.

Sarah ging naast hem zitten, haar kleren waren vies, haar knieën waren bruin van modder en ze stonk naar koeien. Ze sloeg een arm om Joël heen, hij snikte, schudde zijn hoofd en verborg zijn gezicht in Sarahs nek. Hij huilde, hartverscheurend, tot zijn tranen op waren. Sarah liet hem, ze fluisterde kalmerende woorden en wiegde heen en weer alsof ze zijn moeder was. Alsof ze om hem moest denken en hem de liefde gaf die hij nodig had.

'Hier, water,' zei Sarah, ze had een glas water gevuld voor Joël. Ze had nog nooit iemand zo gezien, zo gebroken en leeg. Joël liet een klein glimlachje zien en keek haar even aan. Hij nam een slok en snikte nog na. Hij voelde zich opgelucht, het was alsof Sarah het normaal vond dat hij zo zijn emoties liet zijn. Hij voelde zich kwetsbaar en klein, bij Sarah mocht dat. Zij zou er niet stom over doen, geen domme grapjes over maken of het tegen iedereen zeggen. Hij vertrouwde haar en wist niet zo goed waarom.

'Het is een jaar geleden,' zei Joël, Sarah fronste, 'Wat?' Joël slikte en beet op de binnenkant van zijn wang, 'Dat Rick is overleden,' zei hij. Hij kreeg alweer tranen in zijn ogen en knipperde ze weg.

Joël vertelde aan Sarah over Rick, hoe ze alles samen deden en nog meer verhalen dan hij al bij de rivier had gedaan. Joël lag op zijn zij, Sarah naast hem op haar rug. Joëls arm lag onder haar hoofd, hij keek hoe ze praatte. Hij zag hoe ze ademhaalde en met haar ogen knipperde. Hoe ze bewoog en hoe ze met haar handen gebaarde als ze praatte. Hij dommelde in slaap, voor het eerst in een lange tijd sliep hij zonder na te denken hoe hij in slaap moest komen.

Sarah bestudeerde zijn gezicht, hij was in slaap gevallen toen ze vertelde over haar moeder. Ze had gehoopt dat hij al sliep toen ze een traan had weggepinkt. Hij was de mooiste jongen die ze ooit had gezien, ondanks zijn gekke kleding en vreemde uitspraken. Zijn lange wimpers bewogen trillend heen en weer. Zijn mond was een klein stukje open en hij maakte zachte snurkende geluiden. Ze glimlachte en liet haar hoofd op zijn arm rusten. Langzaam viel ze ook in slaap, de laatste dagen waren druk geweest. Ze vergat dat haar broer vastzat naast Alaska Highway en op haar wachtte. Ze sliep en liet alles om zich heen zijn gang gaan. 

[A/N] Whoee, er komt zooooo veel Joël/Sarah in de komende hoofdstukken, Yay or Nay? 


Peace RiverWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu