Hoofdstuk 7

358 22 2
                                    

Ik open mijn ogen. Ik voel een vreselijke pijn boven mijn hart. Er hangt iemand boven mijn gezicht. 'Sascha!' De stem klinkt van heel ver weg. 'Hou je ogen open!' Hoe hard ik het ook probeer, het voelt alsof iemand mijn ogen dicht probeert te drukken en ik geef me over.

Ik loop alleen in een bos. Mijn benen zijn zwaar en ik kom nauwelijks vooruit. Dan val ik op de grond. Mijn gezicht ligt op de grond. Er zit iets koels op mijn mond gedrukt en ik snak naar adem. Opeens is de grond onder me niet meer grond maar een zwart gat. Ik val naar beneden maar raar genoeg voel ik niets.

Ik open mijn ogen. Ik lig in een witte kamer. Uit mijn ooghoeken zie ik dat er iemand rechts naast me zit. Ik kijk naar rechts. Julia zit er te lezen. 'Julia,' fluister ik zacht. Geschrokken kijkt Julia op. Meteen glimlacht ze. 'Sascha! Ik ben zó blij dat je nog leeft!' Er rolt een traan over haar wang heen. 'Hé...' zeg ik zacht. 'Je hoeft toch niet te huilen? Natuurlijk ga ik niet dood! Ik wil me eerst wreken op Thijs.' Julia lacht door haar tranen heen. 'Wat is er precies met me gebeurd?' vraag ik. Julia begint te vertellen. 'Thijs heeft een mes net boven je hart gestoken. Je hebt heel veel geluk dat je nog leeft.' 'Dus... ik was bijna dood?' vraag ik. Julia knikt. Ik voel een raar gevoel omhoog kruipen via mijn buik. Ik was bijna dood... Door Thijs nog wel. Opeens begin ik te huilen. Julia slaat een arm om me heen en ik begin nog harder te huilen. Zo zitten we wel een tijdje. Ik vraag aan Julia: 'Ik herinner me vaag iets van een mes met pindakaas erop. Heb ik daarmee Thijs gestoken?' Julia glimlacht half. 'Je hebt Thijs in zijn buik gestoken. Ze hebben hem ook geopereerd. Hij leeft nog.' Dan voel ik dat ik moe ben en ik zeg tegen Julia. 'Ik ga nog even slapen.' 'Slaap lekker,' zegt Julia zacht.

AngstWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu