Hoofdstuk 20

272 22 8
                                    

Het is 11 uur s'avonds. Ik lig in bed maar ik kan maar niet in slaap vallen. Mijn gedachtes gaan alleen maar naar... Thomas. Ja, Thomas. Alleen dan niet in de vorm van "hij is zó perfect" maar een vraag schiet de hele tijd door mijn hoofd. Ben ik verliefd? Die ene simpele vraag schiet de hele tijd door mijn hoofd heen. Ik blijf maar aan het piekeren. Om 2 uur s'nachts val ik eindelijk in slaap.

Ik open mijn ogen. Het is half 12. Ik gooi mijn benen uit bed en stap mijn bed uit. Ik trek mijn ochtendjas aan en loop de trap af. Ik pak de krant die op de mat ligt en loop door naar de keuken. Ik smeer een boterham voor mezelf en ga aan tafel zitten. Ik pak de krant en sla hem open. Er staat niet veel bijzonders in de krant dus even later sla ik hem weer dicht en eet mijn brood op. Even later ga ik weer naar boven. Ik doe mijn haar en poets mijn tanden. Even later pak ik mijn mobiel en kijk ik of ik whatsappjes heb. 2 berichten van Thomas. Ik open ze. "Heey, het was heel gezellig vandaag, moeten we vaker doen!" Ik glimlach. Gelukkig, Thomas vond het ook gezellig. Ik lees het volgende berichtje dat hij om 9 uur vanochtend stuurde. "Hey, ik heb vandaag niks te doen, zullen we weer afspreken?" Meteen whatsapp ik terug: "Tuurlijk, lijkt me leuk! Wat zullen we doen en bij wie?" 5 minuten later komt er een whatsappje terug van Thomas. "Zullen we bij mij thuis wat leuks doen?" "Leuk!" stuur ik terug. "Hoe laat kan ik komen?" "Om 2 uur, ik woon in de Dorpstraat 25." stuurt Thomas terug. "Ik heb er zin in." Ik glimlach. "Tot straks." stuur ik terug. Ik leg mijn mobiel weg en ga verder met mijn make-up.

Het is kwart voor 2. Ik gris mijn jas van de kapstok en trek hem aan. Ik doe de deur open en loop naar buiten. Het is fris buiten en het miezert zacht. Ik stop mijn handen in mijn zakken en ik ga harder lopen. Even later ben ik in de Dorpstraat. Ik word lichtjes zenuwachtig en ik loop weer door. Even later sta ik voor nummer 25. Ik bekijk het huis. Het is een vrijstaand huis gemaakt van gezellige rode bakstenen. Donkergroene klimop versiert het huis aan de zijkant. Ik open het poortje en loop de oprit op. Ik druk op de bel. Even later zie ik een schaduw aan komen lopen. De deur gaat open en een breed glimlachende Thomas staat in de deuropening. Meteen als ik hem zie, komt er een glimlach op mijn gezicht. 'Hoi,' zeg ik met nog steeds een glimlach op mijn gezicht. 'Hey,' antwoord Thomas. Hij gaat opzij om mij binnen te laten. Ik loop naar binnen en veeg mijn voeten. Ik trek mijn jas uit en hang hem aan de kapstok. Thomas gaat mij voor naar de woonkamer en ik loop achter hem aan. Er hangt een lekkere geur in de woonkamer, lekker zoet. Ik snuif. 'Wat doe je?' vraagt Thomas lachend. 'Het ruikt hier lekker,' zeg ik. Thomas lacht nog breder. 'Normale meiden zouden zeggen: wat een gezellige woonkamer, maar jij zegt dat het hier lekker ruikt,' zegt Thomas en hij kan zijn lachen niet meer inhouden. Ik voel me meteen weer helemaal op me gemak. 'Wat gaan we doen?' vraag ik. 'Ik eh, ik had bedacht om te gaan bakken,' zegt Thomas verlegen. 'Vind je dat leuk?' 'Ja! Ik hou van bakken!' zeg ik enthousiast. Thomas haalt opgelucht adem. 'Wat wil je bakken? Jij mag kiezen,' zegt Thomas. 'Brownies,' zeg ik meteen. Ik ben dol op brownies. 'Dan gaan we nu naar de winkel,' zegt Thomas. We lopen weer naar de gang en trekken onze jassen aan. We lopen naar buiten. Thomas legt mijn arm om me heen en hij drukt zich dicht tegen me aan. Het voelt vertrouwd aan. Ik kijk omhoog naar Thomas en ik glimlach. Zo lopen we naar de supermarkt. 10 minuten later zijn we in het winkelcentrum en we lopen naar binnen. We pakken een pak brownies en lopen naar de kassa. Als we afgerekend hebben lopen we weer naar buiten. Thomas slaat zijn arm weer om me heen en zo lopen we weer verder. Er lopen veel mensen buiten. Opeens verstijf ik. Thomas voelt het en kijkt me bezorgd aan. Mijn ogen sperren zich wijd open en mijn ademhaling gaat steeds sneller. Thomas omklemt me wat steviger. 'Wat is er, Sascha?' vraagt hij bezorgd. Hij volgt me blik, en hij ziet waar ik naar kijk. Hij kijkt me onbegrijpelijk aan. 'Wie is dat?' vraagt Thomas zacht. Ik geef geen antwoord maar draai me om en loop snel de andere kant op.

Oeehh, wie denken jullie dat Sascha heeft gezien en wat gaat er gebeuren? Blijf voten x

AngstWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu