Hoofdstuk 32

243 16 1
                                    

Julia begint te klappen. 'Ik zei toch dat jullie bij elkaar passen!' juicht ze. Ik open mijn ogen en maak me los uit onze kus. Ik doe een stap naar achter. Thomas heeft een brede glimlach op zijn gezicht en ik lach terug. 'Wat gaan we nou eten?' vraagt Julia. Mijn lach word nog breder en ik zeg: 'We halen wel een frietje.' Ik trek mijn jas weer aan en we lopen naar buiten. Thomas komt naast me lopen en hij pakt mijn hand. Ik vlecht mijn vingers in die van hem en knijp zachtjes in zijn hand. Thomas glimlacht lichtjes. Even later komen we bij het cafetaria aan. Ik open de deur en de geur van frietjes en vet komen me tegemoet. Mijn buik knort en ik besef dat ik hele erge honger heb. De wachtrij is lang en Thomas, Julia en ik sluiten in de rij aan. Na een tijdje zijn we eindelijk aan de beurt en even later gaan we aan een tafeltje zitten en wachten we op onze friet. Ik kan mijn ogen niet van Thomas afhouden. Zijn mooie bruine ogen, zijn lieve lach die hij me de laatste tijd zo vaak geschonken heeft. Onwillekeurig glimlach ik. Thomas kijkt me aan. 'Wat is er?' vraagt hij. 'Ik was aan het nadenken,' zeg ik. Thomas glimlacht lichtjes en wend zijn blik weer af. Ik wend mijn blik ook af. Opeens denk ik weer aan de dag dat ik Thomas ontmoette. Dat lijkt nu al zo lang geleden. Er is zo veel gebeurd de laatste tijd. Opeens schiet er een beeld van mijn moeder voor mijn ogen en er borrelt een schuldgevoel door mijn lichaam. Ik heb mijn moeder al veel te lang niet meer gezien. Dan herinner ik me ineens de bedreigingen van Thijs weer, en het schuldgevoel maakt plaats voor zenuwen. Mijn ogen sperren zich open en ik krijg het heel warm. De woorden van Thijs galmen door mijn hoofd. "Anders doe ik je moeder wat aan!" Ik voel dat ik misselijk word. Nee, rustig. Thijs zit in de gevangenis, remember? Een stemmetje in mijn hoofd probeert me gerust te stellen. En Joshua dan? En Ramon? Stel dat die mijn moeder wat aan hebben gedaan? denk ik. Dat gebeurt niet, ze weten geeneens waar je moeder woont. Doe maar gewoon rustig. De zenuwen worden wat rustiger en ik haal diep adem. 'Sascha?' hoor ik Thomas zeggen. 'Gaat het?' Ik kijk op en zie dat Thomas me bezorgd aan kijkt. Julia kijkt ook op en haar blik veranderd ook naar bezorgd. 'Huh? O, ja,' zeg ik. 'Het gaat wel. Het is een beetje warm hier.' Ik doe een poging tot een glimlach. Thomas kijkt me even doordringend aan maar wend daarna zijn blik weer af. Even later wordt er een zak friet op onze tafel gezet. 'Dat is dan 10 euro,' zegt een meisje. Ze kauwt kauwgom en ziet er verveeld uit. Ik haal mijn portemonnee uit mijn zak en geef haar een briefje van 10. Het meisje bedankt en ze loopt weer weg. Thomas pakt de zak en we gaan weer naar buiten. Ik besluit dat ik vanavond als Thomas en Julia weg zijn naar mijn moeder ga en kijken of alles in orde is. Even later zijn we weer thuis. Ik dek de tafel en even later zitten we met z'n drieën aan tafel. Hongerig eet ik mijn friet op. Een kwartier laten zijn Thomas en Julia ook klaar met eten en ik ruim de borden af. 'Ik moet denk ik naar huis,' zegt Julia. 'Ik moet nog allemaal dingen doen.' Julia loopt naar me toe en geeft me een knuffel. 'Is goed,' zeg ik. 'Tot de volgende keer.' Julia glimlacht, en dan gaat ze weg. Ik loop naar de keuken en begin aan de afwas, en even later komt Thomas naast me staan. Ik kijk hem aan. 'Ik kom je helpen met de afwas,' zegt hij en hij glimlacht. Ik glimlach ook en richt mijn aandacht weer op de afwas. Een tijdje is er een fijne stilte, totdat Thomas die onderbreekt. 'In de frietzaak,' begint hij aarzelend. 'Toen je ineens zo wit was. Ik geloof niet dat het alleen een beetje warm is. Wat was er?' De zenuwen komen als een klap weer terug in mijn buik. Ik schraap mijn keel. 'Ik ben bang,' zeg ik zacht. 'Thijs heeft een tijd geleden gedreigd dat hij mijn moeder iets zou aan doen als ik hem zou verraden. Nu hij in de bak zit ben ik bang dat een van zijn vrienden naar mijn moeder is gegaan en... en...' De woorden komen niet over mijn lippen en ik zwijg. Opeens besef ik dat Thomas helemaal niet weet wie Thijs is en eigenlijk ook niet weet wat er dit jaar allemaal gaande was. Thomas lijkt het toch te begrijpen en zegt: 'We kunnen zo naar je moeder gaan. Ik wil met je mee, voor als... Er iets fout gaat.' Opgelucht kijk ik hem aan. 'Vind je dat goed?' vraagt Thomas. Ik knik. 'Zullen we dan meteen na de afwas gaan?' vraag ik. Thomas knikt en we gaan verder met de afwas. Een kwartiertje later zijn we klaar. We pakken onze jassen en we lopen naar buiten. Thomas hand glijd weer in mijn hand en knijpt er zacht in. Het voelt vertrouwd en een kleine glimlach komt om mijn lippen. We lopen de straat uit. Zwijgend lopen we verder. De stilte is aangenaam. Ik kijk naar mijn voeten. Een tijdje later lopen we de straat van mijn moeder in. Het begint te schemeren, waardoor de straat er eng bij ligt. Het past precies bij mijn gevoel. Dan staan we voor het huis van mijn moeder. Het ligt er verlaten bij. We stoppen met lopen en we staan een tijdje te kijken. Dan komt Thomas voor me staan en hij buigt zich naar voren. Hij geeft me een korte kus op mijn lippen en buigt zich dan weer terug. 'Ik ben bij je,' zegt hij zacht. Dan slaat hij zijn armen om me heen en hij trekt me naar zich toe. Ik ruik zijn vertrouwde geur. Zo blijven we even staan. Dan maak ik me los uit onze omhelzing en ik glimlach bemoedigend naar Thomas. Ik loop naar voren. De zenuwen gieren door mijn lijf. Ik haal diep adem en dan druk ik op de bel.

 

Oeeehh, cliffhanger...

Wat gaat er gebeuren denk je? Zeg het in de comments x

Vote/comment/follow?

X

AngstWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu