Hoofdstuk 38

222 13 4
                                    

Vandaag is de uitvaart van mijn moeder. Zenuwachtig sta ik voor de spiegel. Ik frunnik aan mijn vlecht. Thomas komt naar binnen. Mijn hart slaat een slag over. Hij ziet er prachtig uit. 'Wauw,' zegt Thomas zacht. 'Je ziet er prachtig uit.' Ik bloos en glimlach lichtjes. 'Jij ook,' zeg ik. Thomas glimlacht en loopt naar me toe. Hij drukt een kus op mijn wang, en zijn aanraking laat tintelingen achter op mijn huid. 'Kom je?' vraagt Thomas. 'We moeten gaan.' Ik knik en loop samen met Thomas naar beneden. Ik pak mijn jas van de kapstok en trek hem aan. Thomas opent de deur en we lopen naar buiten. Een paar minuten later komen we bij de kerk aan waar de uitvaart wordt gehouden. Ik haal diep adem en loop dan samen met Thomas naar binnen. Als ik binnen ben komt er een vrouw haastig naar me toe gelopen. Ze steekt haar hand uit en schud de mijne stevig. 'Gecondoleerd,' zegt de vrouw plechtig. 'Ik ben Barbara, en ik leid deze mis. U mag even met me mee lopen.' Barbara loopt weer haastig weg, en snel loop ik haar achterna. Ze wijst naar een van de voorste banken. 'Jullie mogen hier gaan zitten en wachten totdat de mis begint,' zegt Barbara. Ik ga op de houten bank zitten. Thomas komt naast me zitten. Ik kijk om me heen. Er komen al allemaal mensen naar binnen. De meeste lopen naar me toe en condoleren me. Na een kwartier begint de mis eindelijk. Barbara loopt naar het altaar toe en schraapt haar keel. 'Lieve mensen,' zegt ze. Ze opent haar mond om verder te praten, maar dan gaat de deur van de kerk krakend open. Ik draai me om om te kijken wie het is, maar door de drukte kan ik het niet zien. 'Ah,' zegt Barbara. 'De laatste bezoekers... Ga snel zitten.' Ik hoor gestommel achter in de kerk. Ik draai me om en kijk naar Barbara die weer begonnen is met praten. 'Vandaag zijn we bijeengekomen voor de uitvaart van Juliëtte Jacobs.' De stem van Barbara vervaagt en mijn gedachten dwalen af. Door wie is mijn moeder eigenlijk vermoord? Zou ze vermoord zijn door Thijs? Thijs zit in de gevangenis, zeg ik spottend tegen mezelf. 'Sascha?' vraagt Thomas zacht. Geschrokken kijk ik op. 'Wat?' vraag ik verstoord. 'Je moet naar voren komen,' fluistert Thomas gehaast. 'En iets over je moeder zeggen.' Haastig sta ik op en ik glimlach even naar Thomas. Ik loop naar het altaar toe, waar Barbara me lief glimlachend aan kijkt. 'Kom maar kind,' zegt ze. Ze strekt haar armen naar me uit en omhelst me even kort. Ze laat me weer los, loopt naar een stoel en gaat zitten. Ik ga voor het altaar staan en buig me naar het microfoontje toe. Zenuwachtig kijk ik de zaal in. Mijn blik glijd over alle mensen heen. Ze kijken me allemaal afwachtend aan. Dan voel ik dat iemand me strak aankijkt. Ik kijk de andere kant op, en mijn blik valt op een paar ogen die ik maar al te goed ken. Ik snak naar adem. 'Sascha?' hoor ik Barbara op de achtergrond zeggen. 'Gaat het?' Ik kijk even achterom. Barbara kijkt me bezorgd aan. Ik knik kort. Dan hoor ik vaag gestommel achterin de kerk. Ik draai me langzaam om. Midden in het gangpad staat hij. Hij heeft een pistool in zijn hand. Als verstijfd blijf ik staan en ik kan alleen maar naar hem en het pistool kijken. Zijn mondhoeken krullen om in een valse grijns. 'Sascha Jacobs.' Hij praat niet hard, maar toch kan ik zijn stem duidelijk horen. 'Ben je niet blij om me weer terug te zien?' Langzaam richt hij het pistool omhoog, op mij en zijn grijns wordt nog breder.

Hiiiii
Beetje voorspelbaar, maar wie zou de man met het pistool zijn?
Vote/comment/follow?
X

AngstWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu