Hoofdstuk 33

201 17 2
                                    

Een minuut later sta ik nog steeds voor een gesloten deur. De angst borrelt weer op. Ik druk nog een keer op de bel, nu langer. Er gebeurt nog steeds niks. Uit frustatie schop ik hard tegen de deur aan. Ik slaak een kreet van de pijn en dans op en neer op één voet. Thomas komt naast me staan. 'Rustig,' zegt hij zacht. Ik kalmeer een beetje als ik zijn stem hoor. 'We proberen het gewoon nog een keer.' Thomas doet een stap naar voren en drukt op de bel. De deur wordt nog steeds niet geopend. Dan krijg ik een idee. Ik loop om het huis heen. Thomas loopt me achterna. 'Sascha?' vraagt hij. 'Wat ga je doen?' 'Ik ga via de tuin naar binnen,' zeg ik snel. Ik duw de klink van de tuindeur naar beneden, maar hij gaat niet open. Op slot. 'Wat nu?!' zeg ik wanhopig. Thomas maakt een kommetje van zijn handen. Ik begrijp meteen wat hij bedoelt. Zonder iets te zeggen stap ik met een voet op zijn handen. Zonder veel moeite tilt Thomas me op. Ik grijp me vast aan de deur en klim omhoog. Met een plof beland ik op de grond. 'Thomas?' vraag ik. 'Kom je ook?' 'Ik kom eraan,' hoor ik Thomas zeggen. Even later steekt Thomas' hoofd boven de tuindeur uit en hij springt ook op de grond. 'Kom,' zeg ik en ik loop naar het huis toe. Ik zet mijn handen voor het raam en met gefronsde wenkbrauwen kijk ik door het raam heen. Het is donker. 'Ik ga naar binnen,' zeg ik vastbesloten. Ik verwacht half en half dat de deur op slot is, dus ik geef een harde ruk aan de deur. De deur zwaait open en ik struikel naar binnen. Thomas stapt ook naar binnen. Het is stil en verlaten in het huis. Ik loop naar de tafel en veeg er met mijn vinger over heen. Een dikke laag stof komt op mijn vinger en ik krijg een hol gevoel in mijn maag. Mijn moeder heeft een hekel aan vieze dingen en poetst elke dag haar huis. Zenuwachtig loop ik heen en weer. Er is geen spoor van mijn moeder te bekennen. Ik open de deur van de gang en loop de trap op. Ik voel een raar gevoel in mijn buik opkomen. Thomas komt me achterna en hij pakt mijn hand vast. 'Hou me maar stevig vast,' fluistert hij. Het rare gevoel in mijn buik wordt heftiger. 'Thomas,' fluister ik met een brok in mijn keel. 'Ik durf niet meer.' 'Ik ben bij je,' zegt Thomas zacht. Ik krijg weer iets meer moed en ik zet een voet op de trap. Voet voor voet ga ik de trap op en ik houd Thomas' hand stevig vast. We zijn boven. Een muffe geur komt me tegemoet. 'Dit kan toch niet goed zijn?' vraag ik gesmoord. Thomas geeft geen antwoord en mijn gedachten worden bevestigd. Thomas loopt naar voren toe en trekt me zachtjes mee. 'Hoe eerder we ervan af zijn hoe beter,' zegt hij. Als ik voor de deur van mijn moeders kamer sta zijn mijn zenuwen op zijn hoogste punt. Ik haal diep adem en dwing mezelf om te kalmeren. Ik pak de deurklink, die koud aanvoelt. Dan open ik voorzichtig de deur.

Oeeeeeehhh cliffhangerr!
Ik heb mn nieuwe mobiel yeeeeyy:D en de proefwerkweek is afgelopen woehoee
Wat denken jullie dat er gaat gebeuren?
Vote/comment/follow?

AngstWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu