deel 5.0

74 12 5
                                    

Brand

 Oktober 1347

"Help me!" Riep een man uit een van de brandende huizen. De mensen probeerden de brand nog onder controle te houden, maar er waren te veel huizen en te weinig volk.
Uda dacht aan een maand geleden, toen ze hier woedend was aangekomen. Ze had veel slachtoffers gemaakt en kwam woedend in de stad aan. De eerst beste man die ze tegen was gekomen had ze aangeraakt. Ze had hem niet gedood, maar aan zijn leven zou snel een einde komen. 

Uda was woest geweest na het voorval met Jute en was als een woeste storm door het land geraasd. Zo had ze nieuwe vormen gecreëerd. 

Toen Uda de volgende dag naar de stad kwam lag de man dood op straat. Zijn huid onder de zwarte en paarse vlekken en de snede in zijn arm had zwart bloed.

Plots ging het snel. Meer mensen kwamen in aanraking met de ziekte en durfden hun huis niet meer uit.

Uda negeerde het geschreeuw en liep naar een afgebrand huis. Het was het huis van een voorname familie geweest. Ze liep door het puin op zoek naar overleden. Ze vond een verschroeid lijk en een paar botten van iemand anders. Niemand uit het huis was nog in leven. 

Ze liep het puin weer uit om een ander huis te inspecteren.

Zo ging het een tijdje door. Het ene na het andere huis inspecteerde ze. In geen enkel huis vond ze een overlevende.

Uda ging ongehoord te werk. De mensen zochten ook naar de overleden mensen, maar ze vonden geen hele lichamen meer.

Eindelijk werd de brand een beetje onder controle gehouden, maar de schade die de woede van Uda had aangericht was reusachtige. Niemand kon ontkennen dat het verlies groot was, maar Uda vond het niet erg. Zij vond dat de mensen maar watjes waren. 

Wat de mensen niet wisten was dat Uda alles deed omdat ze hun gedrag niet kon accepteren. Ze vond dat de mens zich als beesten gedroeg en vond dat dat moest veranderen.

De Dood was het er mee akkoord, maar ze zag hem steeds minder. Hij had veel werk door de schade van Uda. Hij werd elke dag sterker, maar Uda werd eenzamer waardoor ze nog kwader werd. Het was een vicieuze cirkel die niet doorbroken kon worden, behalve als Uda stopte met slachtoffers maken.

Of ze dat echter ook ging doen was voor velen de vraag. Uda bleef in vele mensen hun ogen een legende, een mythe, maar ze was zo veel meer. Ze werd een persoonlijke ziel die even krachtig was als een godin. Niemand wist echter hoe gevaarlijk Uda was geworden. 

Ze kenden de verhalen er rond wel, maar de werkelijkheid wisten ze niet. Het was juist door zo'n verhaal dat Johanna kwaad was geworden en Uda zoveel leed had aangericht. De brand was ontstaan in een klein huisje. Daar waren ze de kinderen aan het bang maken en zeiden ze dat ze moesten oppassen. 

"Kinderen, luister goed. Dezer dagen is er iemand in ons midden: Uda. Ze is een monster, maar tegelijk een mirakel. Men zegt dat ze door God geschapen is om de schuldigen te straffen. Men zegt dat ze eruit ziet als een lange vrouw met bloeddoorlopen ogen die jouw ziel langzaam maar zeker verteerd. Dat ze zich soms als een engel voordoet en anders als een duivel. Pas op, want ze is een verschrikking, een zondaar die God heeft aangewezen om voor altijd te moeten rondzwerven op deze verduivelde aarde." 

Johanna was woest geweest toen ze dit had gehoord. Meteen had ze het huis in brand gestoken en was er een hels vuur ontstaan. De mensen hadden boete moeten doen voor hun daden en misdaden. 

Langs de ene kant hadden ze echter wel gelijk, want De Dood of Duivel was wel een soort god en hij had haar deze krachten gegeven. 

Uda had de mensen willen zien lijden, maar er kwamen plots een horde dorpsbewoners aan om de brand te blussen. 

De mensen schreeuwden en huilden, maar de brand konden ze niet blussen. De meeste bewoners waren zielsgelukkig toen ze zagen dat het vuur hun kerk niet had aangetast, maar Uda had daar maar al te graag een stokje voor gestoken. 

Toen kwam plots de misdienaar en begon een hele preek over God en daarmee was de Kous af. Johanna liep rustig de stad uit en liep de velden in op zoek naar een nieuwe prooi, in een nieuwe stad, met een nieuw begin. 

Zo verliepen die maanden na de dood van Jute. Uda was gekrenkt om het minste, de mensen werden uitgemoord en Johanna stierf langzaam maar zeker van verdriet. 

Plots was het gedaan met haar. Johanna kwam niet meer terug en Uda moordde nog meer. Het jaar na de dood van Jute werd ingedeeld in een van de meest donkere periodes in de geschiedenis. Het aantal doden was immens. Het aantal slachtoffers niet te tellen. De ongelukken onvoorspelbaar en de dood was overal te bespeuren. Mensen stierven om de haverklap en niemand kon er wat aan doen. De enige was Johanna, maar die was niet meer. Alleen Uda was er nog. Alleen Uda bestond nog. Alleen Uda bleef achter, samen met al die arme mensen.

UdaWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu