Deel 6.1

61 9 0
                                    

Misschien kan je toch geen liefde voelen na haat.

De volgende ochtend.

"Waar is ze?" Riep Yolande overstuur. Emiel zat met zijn handen in het haar. In huis zaten ze met een lijk, Uda was ergens, helemaal overstuur door een kus. 

"Ik heb haar gekust en toen is ze verdomme weggelopen!" Riep hij uit. Waarom waren ze zo op haar gesteld geraakt? Ze kende haar nog maar een dag. 

"We moeten haar gaan zoeken! Wie weet gaat ze door ons nog meer moorden!" Riep Yolande uit. Emiel knikte en ze vertrokken op pad. Onbezonnen begonnen ze aan iets wat ze beter niet hadden kunnen doen. 

Ze zochten in de meest naburige steden, maar daar zagen ze alleen de schade die Uda op haar weg naar hun stadje had aangericht. Naar de andere kant waren er ook al verschillende slachtoffers gevallen omdat Johanna zo overstuur was geweest. Haar woede raasde door de steden en er vielen steeds meer mensen. Allemaal raakten ze besmet met de builenpest of de zwarte dood, die nog het meeste voortkwam. 

"Ga hier weg kinderen, voor jullie is hier niets te vinden!" Riepen de mensen hen toe als ze voorbij liepen, maar ze hadden maar één doel. Johanna vinden. Uren werden dagen, dagen werden weken. Weken werden twee maanden en telkens ze ergens kwamen verloren ze meer en meer moed. Uda Was woedend. 

Ze moordde, ging tijdelijk als beul werken. Ze fluisterde in de oren van de rechters vreselijke straffen die ook nog eens werden uitgevoerd.

De ene stad werd geteisterd door de builenpest, de andere door longpest en builenpest, en nog andere door de pestsepsis. Het was vreselijk. In nog geen tijd vielen  hele gezinnen uiteen Uda genoot ervan. Het was alsof ze alles kon doen. Alles wat haar donkere hart maar wou. Nog nooit had ze zich zo vrij gevoeld. Ze dacht er zelfs niet bij na dat Emiel en Yolande haar misschien zochten. Het enige wat ze deed was mensen in hun ongeluk stortte. Hier en daar verpestte ze de oogsten waardoor de mensen het met een minimum van eten moesten doen. 

Telkens werd haar hart donkerder. Liefde zou ze toch nooit meer voelen, dus waarom niet nog meer haat laten binnenkomen? 

Die avond zat Johanna aan de rand van een bos. Tegen een boom. Plots zag ze iets wits op de grond liggen. Ze liep er naar toe en raapte het op. Het was een blaadje papier, met tekst op. Het was in een sierlijk handschrift geschreven, aan het handschrift te zien was het een voornamelijke dame geweest die het had geschreven. Ze hield het papier in haar handen en begon het te lezen.

Stil, eenzaam, donker, zwart.

Niets is wat het lijkt.

Het meeste geluid kan het stilste plekje soms niet met muziek vullen.

De vele mensen om je heen zullen die ene leegte niet kunnen opvullen. 

De mooiste en felste kleuren op aarde zullen het zwart nooit veranderen, zelfs nooit bereiken.

Het mooiste en grootste licht op aarde zal het donker er niet uit kunnen verdrijven.

Niets of niemand kan er iets aan doen.

Ze zullen niet eens weten hoe ik werkelijk ben, hoe ik me echt voel.

Donkerder zal het voor mij niet meer kunnen worden, stiller kan het niet meer zijn. 

Zwart zal voor altijd ze kleur zijn die ik meedroeg. Nooit zal ik nog vreugde kennen, alleen eenzaamheid. 

Zachtjes stop ik met mijn laatste geluiden. 

Niets valt er nog te horen, alles is gestopt. De enige kleur die ik ooit nog zal zie is zwart, want mijn hart heeft het vandaag begeven.

Johanna moest aan zichzelf denken toen ze het gedicht las. Haar hele leven had ze eenzaam doorgebracht. Ze was altijd alleen geweest tot Jutte. Nu Yolande en Emiel, maar ook die had ze achtergelaten. Ze wist dat ze nooit meer liefde zou kennen omdat er te veel haat zat in haar hart. 

Soms zou ze gewild hebben dat ze niet meer alleen verder moest. De Dood kon haar eenzaamheid niet oplossen. Ondanks dat hij er soms was, was hij meestal aan het werk terwijl Uda zich mocht laten gaan. 

"Hier zit je!" Riep een stem plots. Johanna keek op en zag een meisje en een jongen op haar aflopen. 

"Yolande, Emiel. Wat doen jullie hier?" Vroeg Johanna hen. Ze was verbaasd van het feit dat de twee haar achterna waren gegaan nadat ze was weggelopen van hen.  Emiel liep op haar toe en nam haar vast. Yolande gaf haar ook een knuffel en zo zaten ze daar, stilzwijgend, in elkaars armen. 

Johanna zat er maar verbaasd, niet wetende waarom de twee haar hadden gezocht. 

"Waarom hebben jullie mij... waarom zijn jullie achter mij aangekomen? Ik ken jullie één dag en jullie zijn mij gaan zoeken gedurende een maand en half?" Stamelde ze verbaasd. Yolande en Emiel lieten haar los en Yolande keek haar recht in de ogen. 

"Na jouw verhaal, ik wist dat ons lot verbonden was. Het was alsof ons bloed altijd terug zou moeten komen. We hebben allemaal geleden. Het is hoe het is." Zei ze. 

"Toch, ik kan jullie dood betekenen en toch blijven jullie bij mij? Jij was eerst van plan mij te vermoorden!" Mompelde Johanna. Ze wist niet dat ze er zojuist twee vrienden bij had gekregen. 

"Johanna, het spijt me van die kus. Ik wist niet dat ik je zo van streek ging maken." Zei Emiel. Johanna keek in zijn heldere ogen. Het leek net als de eerste keer dat ze Emiel had ontmoet had. 

"Het is niks. Het was gewoon, je deed me denken aan Emiel. Ik weet bijna zeker dat hij na mij nog een andere vriendin had. Ik wist gewoon dat hij een vrouw had en het deed pijn te beseffen dat je hem niet was en... en dat die kus niets betekende." Zei Johanna. 

Emiel keek haar aan en nam haar kin tussen zijn handen. "Vrienden zijn we al, maar ik wou je gewoon terug liefde geven. Ik weet dat ik niet meer kan geven dan nu." 

"Kom, laten we ergens onderdak vragen. Jou kunnen ze niet zien dus is het maar voor twee personen." Yolande stond op en samen liepen ze naar het stadje verderop. Johanna bleef wat achter. Ze zag Emiel en Yolande lopen en wist dat die twee wat hadden. 

"Ik vrees dat ik toch nooit meer liefde zal voelen na te veel haat in mijn hart gehad te hebben." Mompelde Johanna in zichzelf. Ze liep de twee achterna. Ze wist dat ze nooit even close zou worden als die twee waren. Iets brak er in haar. Nooit zou ze nog iemand vinden als Elizabeth en dat besefte ze nu pas.

______________________________________________________

Boven in dit deel staat er een tekstje in dat ik zelf geschreven heb. Ik zou het appreciëren als je dat niet kopieerde, niets in dit verhaal of in een van mijn andere verhalen, want anders...

UdaWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu