Deel 8.0

48 6 0
                                    

Liefde is niet eeuwig, haat en pijn wel. 

Nog 363 dagen. 

"Johanna, heb je echt geen zin om in het water te komen?" Riep Yolande vanuit de beek. Johanna schudde haar hoofd. Het deed haar te veel denken aan de eerste dag van haar ontwaking toen ze dat onschuldige kind zonder het te beseffen doodde. Ze wou niet voor dat de tijd om was haar vrienden iets aandoen. 

"Ben je oké?" Vroeg Emiel plots van achter haar. Ze draaide zich om. Hij ging niet mee in het water omdat hij juist kou had gevat, maar nu stond hij daar wel met zijn ontbloot bovenlijf. 

"Tuurlijk, waarom niet?"

"Je zit er niet zo uit." Het raakte Johanna zelfs niet meer. Ze had er al mee leren omgaan dat Emiel en Yolande zo af en toe vergaten dat ze dood was.

"Emiel, ik ben dood. Het is dus niet abnormaal dat ik er niet goed uitzie." Hij knikte en ging naast haar in het gras liggen. Johanna hoorde zijn ademhaling tot rust komen terwijl hij in de zonnestralen lag te baden. 

Johanna sloot haar ogen en dacht terug aan haar tijd. Aan het moment dat zij en Emiel in een weide in het gras lagen. Ze waren gelukkig. Ze gingen trouwen het moment dat zij veertien zou worden. Hij zou dan achttien zijn. 

Het was niet abnormaal om zo vroeg te trouwen, maar alles werd meermaals uitgesteld. Ze trouwden op haar vijftiende in het geheim. Alleen hun ouders en beste vrienden waren uitgenodigd. Het lot liep echter zo dat Johanna haar ouders stierven en ze alleen achterbleef met Emiel. 

Haar kind werd geboren, maar stierf. Hun dorpje werd telkens aangevallen, maar Emiel en Johanna hadden het goed. 

"Waar denk je aan?" Onderbrak Emiel haar gedachten. Onbewust had er zich een glimlach op haar lippen gevormd. Ze antwoordde niet, maar liet zich helemaal gaan in haar gedachten. Ze zat weer bij de boom waar ze voor het eerst had gekust. 

Deze keer was die echter anders. De grassen waren dor en de boom was dood. Emiel lag bloedend op de grond. Johanna hield zijn hand vast. Spoedig zou ook hij sterven en bij haar zijn. Zo bleven ze een tijd zitten, hand in hand, tot hij zijn laatste adem uitblies. 

Schreeuwend werd Johanna wakker. Emiel en Yolande snelde haar te hulp, maar Uda liet hen niet dichterbij. Ze sloot zich af, van de liefde, vriendschap, van het geluk. Ze wist dat de Dood dit had gedaan. Ze wist dat hij haar wou tonen dat haar liefde niet eeuwig geduurd had, maar dat haar pijn en de haat voor de mensheid wel eeuwig zou blijven duren. 

"Johanna!" Riep Yolande, maar ze stond op en verliet de plek met haar twee vrienden. Diep in het bos liet ze zich neerzakken en huilde hartverscheurend. 

Haar vervloekte bestaan maakte het haar niet gemakkelijk. Ze had haar leven lang zo veel mooie dingen meegemaakt, en nu moest ze toekijken hoe Emiel, die zo hard op die van haar leek, met Yolande ging. Het was pijnlijk, misschien wel te pijnlijk. Maar ze wist dat ze moest volharden en terug liefde zien te vinden. 

Doorheen de eeuwen was ze die kwijtgeraakt terwijl ze er zo'n mooie herinnering aan had, maar wat er restte was haat en pijn. 

"Uda, ik weet dat het niet gemakkelijk voor je is. Als je wilt kan ik voor jou een uitzondering maken." Verbaasd keek Uda op van de stem van de Dood. 

"Hoe bedoelt u?"

"Als dat is wat je het hardste wenst, dan breng ik jouw geliefde Emiel weer naar het aardse bestaan."

"U... u zou dat voor mij doen?"

"Mijn kind, waarom ook niet? Ik heb je altijd graag gehad, dat jij fouten hebt gemaakt is niet mijn fout. Ik wil alleen dat je verder gaat." Uda wist niet wat ze moest doen. Emiel en Yolande waren er voor haar, zou ze dat alles wel opgeven? 

Terwijl Uda daar zat te denken waren Yolande en Emiel hun kansen aan het overwegen. 

"Zou ze misschien denken dat wij iets hebben?" 

"Misschien. Het is nu niet of we gewoon vrienden lijken." Emiel haalde zijn schouders op. Hij wist ook niet meer wat ze het beste konden doen op een moment als deze. 

"Misschien moeten we haar vertellen dat er niets tussen ons is." Yolande maakte aanstalten om recht te staan, maar Emiel hield haar tegen. 

"Je moet niet liegen tegen haar. Je weet dat ze nogal snel geprikkeld raakt door zoiets." Yolande keek hem vreemd aan. Langzaam liet ze zich terug zakken. 

"Wat bedoel je?" Vroeg ze en toen gebeurde er iets wat ze al lang had gehoopt, maar waarvan ze dacht dat het enkel in een droom bestond. Emiel boog zich naar haar toe en stopte net voor hij haar lippen raakte. 

"Is het zo duidelijk genoeg?" Vroeg hij hees. Yolande wou niets liever dan zijn lippen op de hare voelen. 

"Niet echt nee." Toen kuste hij haar. Zijn lippen gaven haar kusjes. Hun kus veranderde in een zoen. Geen van beide maakte aanstalten om het moment te onderbreken. Zelfs Johanna niet die wat verderop stond toe te kijken. Ze had geen idee waarom, maar ze voelde zich goed. Ze had een beslissing genomen, een pijnlijke, maar de juiste. Ze zou niemand in gevaar brengen. 

Het enige wat ze nog voelde was een gevoel dat ze nooit meer wou verliezen. Het voelde aan alsof er een zware last van haar schouders was gegleden. 

Stil keek ze toe hoe twee geliefden hun liefde aan elkaar toonden. Ze wist dat zij zelf het zeker ook nog zou meemaken, de dag dat ze rust vond zou ze weer met Emiel verbonden zijn. 

De Dood had haar verteld dat ze hem zou zien. Dat hij vaak aan haar dacht en dat zijn liefde voor haar nog steeds standhield. Dit waren woorden die de kleine hoeveelheid liefde in haar hart toch nog wat lieten aanwakkeren. 

Langzaam liep ze weg. Weg van het meer vandaan, weg van de liefde tussen twee geliefden. Weg van de haast, weg van de angsten en pijn. Voor heel even had ze rust. 

UdaWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu