Deel 14.1

30 6 1
                                    

Brengt veel teweeg.

'Emiel? Yolande?' Emiel liep op hen af. Ze waren verandert. Yolande was een echte vrouw geworden en Emiel een echte man. 

'Dat kunnen we ook aan jou vragen?' Zei Emiel stug.

'Luister kunnen we het drama uit het verleden vergeten en gewoon vertellen waarom jullie om Uda roepen?' Emiel kon zijn verbazing niet verbergen. Na alles wat die twee hadden meegemaakt, kon het niet mogelijk zijn dat ze expres om Uda riepen.

'Uda is onze dochter.' Zei Yolande met een gebroken stem. 'Ze was rustig aan het spelen totdat ik niets meer hoorde. Ik wou zien of alles in orde was, maar ze was gewoon verdwenen.' Ze barstte weer in tranen uit en Emiel had moeite om haar te kalmeren.

'Ik dacht al dat ik haar gezichtje ergens van herkende.' mompelde Emiel. Het was niet meer dan een fluistering, maar zijn dubbelganger had het gehoord.

'Hoezo? Wat is er aan de hand?'

'Kunnen we even rustig doen? We hebben geen tijd te verliezen.' Emiel begon al weg te lopen, maar merkte al snel dat ze gewoon bleven staan.

'We gaan niet mee totdat je ons verteld wat er aan de hand is.' Emiel zuchtte. Die twee waren nog niet veel veranderd. Ze waren nog steeds even koppig als daarvoor. 

'Luister. Oftewel gaan jullie nu mee, of jullie zien Uda nooit meer terug.' Het leek wel of ze even aarzelden, maar liepen toen toch achter Emiel aan. Nog geen vijf minuten later kwamen ze aan bij de grote schuur.

'Wat doen we hier? Deze schuur wordt voor de voorraden gebruikt.' Emiel keek hem aan. Hij wist dat ze nooit vrienden zouden kunnen worden. Zeker niet na wat er te gebeuren stond. Hij hoopte maar dat ze op tijd waren. Hij kon alleen maar wensen dat Uda nog niets stoms had uitgehaald. 

***

Het meisje kirde van plezier. Johanna moest erom lachen. Ze wist niet wat ze zag. Het was iets verbazingwekkend. Zo'n klein wezentje dat zoveel lawaai kon produceren. Voor heel even had ze Uda kunnen wegdrukken. Even kon ze de moeder zijn die ze altijd had willen zijn.

Plots vloog de deur met veel lawaai open.
'Uda! Hoe kon je? Hoe kon je onze dochter ontvoeren?' Woedend kwamen Emiel en Yolande binnen. Ze grepen hun dochter uit de handen van Johanna en gingen razend tegen hen tekeer.

'Jaren lang ben ik bij jullie geweest. Jarenlang heb ik ervoor gezorgd dat jullie niets overkwam. Ik vroeg slechts een keer iets terug en zelfs dat konden jullie niet aan. Waarom, waarom doen jullie dit?' Tranen liepen over haar wangen. De frustratie kwam naar boven, Uda kwam naar boven. 

'Wij hoefden jou niets te geven! Wij deden genoeg voor jou!' Riep Emiel kwaad. Uda kalmeerde. Ze werd tegengehouden door iets. Ze kon hen niet vermoorden, ze kon niet afmaken wat ze al lang had moeten doen. Ze werd tegen gehouden, door iemand. 

Lang geleden had ze met de Dood afgesproken dat ze een jaar zouden krijgen om haar te leren wat liefhebben, was. Het was hen niet gelukt, in dat jaar, maar nu. 

Eindelijk had ze even dat gevoel gehad, eindelijk wist ze weer hoe het was. Al was het maar voor heel even geweest, kleine Uda had ervoor gezorgd. 

Ondanks haar woede kon ze hen niets aandoen. Johanna probeerde haar te overtuigen. Ze keek in Yolandes ogen en zag verdriet en woede, verdriet omdat de persoon die ze haar vriendin achtte haar had verraadden. Woede om het feit dat die vriendin haar dochter wou vermoorde. Voor het eerst in tijden snapte Uda hoe het moest geweest zijn voor Emiel toen hij haar had gevonden, hoe het voor hem moest geweest zijn om haar te begraven. 

Voor het eerste zag ze weerspiegeld in die ogen hoe ze zichzelf had gevoeld toen ze haar eigen kindje had moeten afstaan, hoe ze het zelfs nooit had leren kennen en hoe die band toch zo groot was geweest.

'Uda, alsjeblieft, luister naar ons. Je moet stoppen, je kan zo niet verder, het is gedaan, het is over.' Een traan ontglipte Yolande. Johanna zag het en probeerde naar boven te komen, maar Uda onderdrukte haar. Ze mocht niet, ze kon niet. Dit zou enkel en alleen leiden naar haar ondergang. 

'Ik achtte jullie mijn vrienden, mijn familie, de reden waarom ik nog op aarde was. Ooit heb ik nog zo iemand gekend, nog voordat ik jullie leerde kennen. Een meisje, lief, ze hield van haar moeder en zorgde voor haar. Ik heb haar slechts kort ontmoet, waarna ik haar vermoorde omdat ze me had verraden. Jullie daarentegen heb ik gespaard, telkens opnieuw, maar dat is nu gedaan.' De woede was te zien, de spanning voelbaar.

Iedereen behalve Uda en Johanna wist dat dit het begin van het einde zou zijn.

________________

Ik was helemaal vergeten dit deeltje erop te zetten. Sorry!!!


UdaWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu