Hoofdstuk 1

81 1 2
                                    

-Bram-

"Ga je mee vanmiddag?" Ik kijk op van mijn papierwerk. Fenna kijkt me glimlachend aan. "Naar de herdenkingsplek." Vult ze aan als ze mijn vragende blik leest. Ik bijt op mijn lip. "Uhm... Nee, ik kan niet vanmiddag." Lieg ik. Fenna fronst haar wenkbrauwen. "Ben je er überhaupt wel eens geweest?" Vraagt ze verwijtend. "Ja, tuurlijk." Lieg ik opnieuw. "Waarom ga je dan nooit met ons mee?" Vraagt ze. "Ja, dat vraag ik me ook wel eens af." Evert komt van achter zijn beeldscherm tevoorschijn. "Weet ik veel, dat is er nog niet van gekomen." Ik staar naar de papieren op mijn bureau. "In die zeven jaar tijd is het er nooit van gekomen?!" Vraagt Evert verbaasd. "Ik heb de zorg voor Thomas hè? Dat vergt veel meer tijd dan je verwacht." Zeg ik geïrriteerd. "Het zou ook goed zijn voor Thomas om de herdenkingsplek van zijn moeder te bezoeken." Antwoordt Fenna. Ik zucht. "Ben je er überhaupt wel eens met hem geweest?" Ze kijkt me aan met één opgetrokken wenkbrauwen. Ik rol met mijn ogen. "Natuurlijk. Vaak zat." Lieg ik opnieuw. Ik ben nog nooit met Thomas bij Liselotte's herdenkingsplek geweest. Ook nooit alleen. Waarom zou je iemand doodverklaren en een herdenkingsplek inrichten als er geen bewijs is dat ze echt dood is? Ik vind het onzin. Ik weet dat de kans steeds kleiner wordt dat ze terugkomt, maar zonder bewijs accepteer ik het niet. Haar lichaam is nooit gevonden, dat zegt toch genoeg? Wat heb ik dan te zoeken bij zo'n herdenkingsplek. Wat heeft Thomas daar te zoeken. Ik ga hem niet vertellen dat zijn moeder dood is als we niet weten of ze dood is.

SpoorloosWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu