Hoofdstuk 42

33 1 2
                                    

-Bram-

Ik klop op de deur van het huis van de dochter van van Maren. De jonge vrouw opent de deur. Ik laat mijn badge zien. "Recherche, mag ik even binnen komen?" Ze kijkt om zich heen of niemand van haar buren dit tafereel aanschouwt heeft. "Kom binnen." Antwoordt ze geïrriteerd. Ik loop achter haar aan de woonkamer in. Ik zie een box in de woonkamer staan met een baby er in. Ik ga op de bank zitten. "Ik ben Bram Amezian." Stel ik mezelf voor. "Vivienne van Maren." Antwoordt ze. "Dat weet ik. Zonde dat je ouders niet hebben mogen meemaken dat je moeder bent geworden." Zeg ik. Ze knikt. "Dat zal wel moeilijk voor je geweest zijn, dat je nooit geweten hebt wat er met je vader gebeurd is." Ze knikt nogmaals. "Ja, zeker." Zegt ze mompelend. "Zullen we deze bullshit maar gewoon skippen?" Ze kijkt me zenuwachtig aan. "Ja, ik ben niet gek. In tegen stelling tot je vader. Waar is hij?" Vraag ik. "Ik weet niet waar je het over hebt." Zegt ze stellig. Ik zucht. "Het zou toch zo zonde zijn als je kindje moet opgroeien met een moeder in de gevangenis." Voor het eerst zie ik iets van angst in haar ogen. "Een valse doodverklaring is één ding, maar medeplichtigheid bij een ontvoering... Dat is nogal wat." Haar ogen worden groot. "Wat? Heeft hij iemand ontvoerd?!" Ik knik. "Dus ga je me nog vertellen waar hij is of moet ik je arresteren?" Het blijft even stil. Ze kijkt richting haar baby. "Hazenweg 1." Zegt ze zonder me aan te kijken. "Het is een verlaten boerderij." Ik spring op. "Jij blijft bereikbaar." Zeg ik streng en ik loop de woonkamer uit. Ik laat de voordeur achter me dicht vallen en ik snel naar mijn auto.

SpoorloosWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu