Hoofdstuk 32

35 1 2
                                    

-Fenna-

We lopen het bureau binnen. Ik gooi mijn jas over mijn stoel en laat me in mijn bureaustoel zakken. Evert en Bram doen hetzelfde. Bram pakt zijn telefoon uit zijn zak en staart naar zijn scherm. "Waar blijft die facking DNA uitslag?!" Hij smijt zijn telefoon op zijn bureau. "Blijf nou even rustig." Zegt Evert geïrriteerd. "Je weet wat het betekent hè, als Lies haar DNA op dat wapen zit." Zegt Bram geïrriteerd terug. "Jongens, zullen we dit niet doen?" Ik rol met mijn ogen. "Dan gaat er een internationale zoektocht van start hè? Dan heeft ze geen schijn van kans meer." Zegt Bram nu tegen mij. "Ja, Bram. Dat weet ik. Evert ook. Wij zijn ook rechercheurs." Zucht ik. "Ik heb hem twee uur gegeven." Bram kijkt op zijn horloge. "Hij heeft nog acht minuten." Hij slaat met zijn vlakke hand op zijn bureau. "Doe even niet zo opgefokt man!" Roept Evert. "Jongens! Met deze ruzies gaat die collega niet eerder bellen en komt Liselotte niet sneller terug." Brams telefoon gaat af. "Eindelijk." Zucht hij en hij neemt zijn telefoon op. "Met Bram Amezian." Evert en ik wachten gespannen af. We houden elk gezichtstrekje van Bram in de gaten om al iets te weten te komen. "Ja." Zegt hij. "Oké." Evert en ik kijken elkaar even aan. "En dat weet je zeker?" Evert en ik zijn muisstil. Ik probeer iets van de collega aan de andere kant van de lijn te verstaan, maar ik kan het niet horen. "Ja, nee.. Oké. Bedankt." Bram hangt op. "En?" Vraag ik ongeduldig. Bram slikt. "Het DNA op het moordwapen is hetzelfde als het DNA op het lichaam van Willemsen. Het is van Liselotte."

SpoorloosWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu