Hoofdstuk 5

37 0 2
                                    

-Layla-

Ik zie aan Bram dat hij zich niet op zijn gemak voelt. Hij staart in de verte. "Bram?" Hij kijkt me aan. "Gaat het wel goed met je? Ik maak me zorgen om je." Hij haalt zijn schouders op. Ik zie dat de tranen in zijn ogen staan, maar hij bedwingt ze. "Je hoeft je voor mij niet groot te houden." Zeg ik en ik leg mijn hand op zijn knie. Hij legt zijn hand bovenop de mijne en hij perst zijn lippen op elkaar. "Ik kan het niet meer." Zegt hij en hij breekt. Ik sla mijn armen om hem heen en hij legt zijn hoofd op mijn schouder. "Praat er dan over met me. Dat is goed voor je." Zeg ik terwijl ik met mijn hand over zijn haar aai. Hij gaat weer rechtop zitten en veegt de tranen uit zijn ogen. "Ik ben al 7 jaar lang elke dag bezig om Liselotte te vinden. Ik kom geen steek verder. En dan word ik ook nog continu geconfronteerd met Thomas die geen moeder meer heeft." Legt hij me uit. "Bram, je moet het proberen los te laten." Zeg ik. "Dat kan ik niet. Ik heb het geprobeerd, maar ik kan het niet. Ik kan niet accepteren dat ze zomaar spoorloos verdwenen is. Zo lang ik geen bewijs heb dat ze niet meer leeft kan ik gewoon niet verder. Ik wil mijn beste vriendin terug en ik wil dat Thomas zijn moeder terugkrijgt." Hij veegt een traan van zijn wang. "Het breekt me op. Het heeft jou opgebroken, onze hele relatie..." Hij zucht. "Ik mis je. Ik mis je verschrikkelijk en ik weet niet of het komt omdat ik van je hou of omdat je me doet denken aan Liselotte of misschien allebei..." Ik pak zijn hoofd tussen mijn handen. "Ik mis jou ook... Maar het werkt niet tussen ons. Niet op deze manier. Niet zo lang jij je blijft vastklampen aan Liselotte's zaak." Hij knikt. "Dat weet ik. Je hebt gelijk. Over alles." Antwoordt hij. "Thomas bleef vanmiddag maar doorvragen over Liselotte, maar ik kon hem niks vertellen omdat je het mij ook nooit verteld hebt. Hij is 10, hij heeft recht op de waarheid." Leg ik hem uit. Hij knikt. "Ik ga morgen met hem praten." Hij wrijft in zijn ogen. Hij is vermoeid, dat zie ik zo aan hem. "Je kan blijven slapen als je wil." Stel ik voor. Hij kijkt me even verbaasd aan. Shit, wat dom. Het is mijn ex. "Sorry, stom idee." Glimlach ik ongemakkelijk. "Ik wil Thomas niet verwarren. Dalijk denkt hij dat we weer samen zijn." Glimlacht hij. "Ik ga naar huis. Zal ik Thomas morgen ophalen en naar school brengen?" Ik knik. "Dat is goed." Hij geeft me een kus op mijn wang. "Tot morgen." Hij loopt de kamer uit de gang in. Ik hoor de voordeur achter hem dichtslaan.

SpoorloosWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu