Hoofdstuk 39

35 1 2
                                    

-Liselotte-

Ik zit helemaal achterin de bus. De buschauffeur keek me gelukkig niet eens aan. Toch houd ik mijn capuchon op. Ik blijf maar denken aan het echtpaar in het huis waar ik heb ingebroken. Ik zie de foto nog steeds voor me. De bus stopt bij de halte waar ik uit moet stappen. Ik verlaat de bus en ik loop het bospad achter de bushalte op. Als het goed is ligt de boerderij achter het bos. Na een tijdje zie ik de boerderij opdoemen. Mijn hart gaat als een gek te keer. Van achter een boom probeer ik te kijken of de kust veilig is. Ik zie niemand. Ik loop richting de achterkant van de boerderij. Het is een verlaten pand, de deur is gewoon open. Ik open de zware deur en ik loop naar binnen. Ik zie een enorme lege ruimte. De kelder moet hier ergens zijn. Als ik een paar stappen de ruimte inzet, zie ik een gammele trap naar beneden. Ik schrik als ik iets achter me hoor. Ik draai me om, maar ik zie niks. Er ontsnapt me een zucht. Ik had een wapen mee moeten nemen. Ik loop de trap af. Mijn hele lichaam begint te trillen als ik de ruimte uit mijn droom zie. Mijn ogen vallen op de touwen. Met trillende handen grijp ik de trapleuning vast. Ik probeer langzaam in en uit te ademen. Ik sluit even mijn ogen. Kom op, Lies. Je moet zeker weten of dit de ruimte is waar je al die tijd geweest bent. Ik loop verder de ruimte in. Ik kijk omhoog richting de touwen. Een rilling loopt over mijn rug. Links van me hangt allemaal plastic aan het plafond. Ik duw het plastic op zij en loop verder de ruimte in. Ik zie een grote deur. Ik trek aan de zware hendel en de deur schuift open. Het is een vriezer zo groot als een loods om het vlees in te bewaren. Ik sta nog steeds te trillen. Ook al herinner ik me niks, ik voel aan alles dat ik hier zeven jaar lang geweest ben. "Welkom terug!" Hoor ik achter me. Ik draai me verschrikt om. Het is van Maren. Met een grote grijns staart hij me aan. Mijn oog valt op het slagersmes in zijn hand. In zijn andere hand heeft hij een spuit vast. Hij haalt uit en van schrik verstijf ik. Ik sluit mijn ogen. Dit is niks voor mij, normaal zou ik terugvechten. Ik voel een naald mijn lichaam binnendringen en ik zak in elkaar.

SpoorloosWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu