Hoofdstuk 44

37 1 2
                                    

-Bram-

"Lies?" Roep ik als ik de boerderij binnenloop. Het is bijna helemaal leeg. "Liselot!" Mijn stem galmt door de ruimte. Ik zie een trap naar een kelder. Ik loop gehaast de trap af. Mijn mond valt open van verbazing. Het lijkt wel een martelkamer. Zou hij haar hier zeven jaar lang vastgehouden hebben? Laat het alsjeblieft niet waar zijn. "Liselotte!" Roep ik nog een keer. Ik staar naar de touwen aan het plafond. Naast me hangt allemaal plastic. Ik hoor een zacht getik van achter het plastic vandaan komen. Ik frons mijn wenkbrauwen. "Lies?" Fluister ik. Ik baan me een weg door het plastic en ik kom bij een deur terecht. Opnieuw hoor ik getik. Het komt van achter de deur vandaan. Ik trek de zware deur open. Het is een vriezer. Liselotte's onderarm valt slap op de grond. Ze ziet lijkbleek en haar lippen zijn blauw. "Oh mijn God." Ik snel naar haar toe en ik ga op mijn knieën bij haar zitten. Ze is zwaar onderkoeld, ze moet hier weg. Met haar laatste kracht tikte ze op die deur om mij te bereiken. "Lies, hoor je me?" Haar ogen gaan heel eventjes langzaam open. "Niet zo verstandig om de held uit te hangen." Hoor ik achter me en de vriezer gaat met een klap dicht. Ik herken die stem uit duizenden. Het was van Maren. "Godver." Vloek ik en ik probeer de deur weer te openen, maar hij kan niet open van binnenuit. "Lies?" Vraag ik. "Ja.." Krijgt ze er met moeite uit. "Het komt allemaal goed. Geen zorgen. Ik ben bij je." Zeg ik. Ik trek mijn jas uit en leg die om haar heen. Ik trek haar dicht tegen me aan. Ze moet opwarmen, anders overleeft ze het niet. "Het spijt me." Zegt ze met trillende stem. "Stil maar." Sus ik haar.

SpoorloosWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu