Hoofdstuk 49

31 1 2
                                    

-Evert-

"En?" Vraag ik ongeduldig aan de arts. Hij geeft ons een medelevende glimlach. We zijn al uren in het ziekenhuis en we weten nog steeds niks. "Haar lichaamstemperatuur is al iets gestegen, maar het is nog steeds afwachten of haar hart weer zelfstandig kan gaan kloppen." Legt hij uit. "Op hoeveel zit ze?" Vraagt Fenna. "34.8." Antwoordt de arts. Ik zucht. "Jezus..." Mompel ik. "Kunnen we bij haar?" Vraagt Fenna. Ik zie de arts twijfelen. "Eigenlijk niet, maar loop maar even mee." Zegt hij. Voor de kamerdeur van Liselotte staan twee agenten. "Wat heeft dit te betekenen?" Vraag ik me hardop af. De agenten stappen opzij voor de arts. De deur gaat open. Liselotte ziet nog steeds lijkbleek. Ze ligt onder een dikke laag dekens en aan verschillende monitoren. Mijn oog valt op haar hand die buiten het bed bungelt. Ze zit vast geboeid aan het bed. "Dit meen je niet." Zeg ik kwaad en ik draai me om naar de agenten. "Je maakt haar onmiddellijk los." Zeg ik fel. De agent schudt zijn hoofd. "Geen sprake van." Zegt hij. "Waar denk je dat ze heen gaat? Dat ze zo vrolijk het ziekenhuis uit rent? Ze gaat waarschijnlijk dood en ik laat het niet gebeuren dat ze sterft met handboeien om als een of andere zware crimineel!" Roep ik. Fenna pakt me bij mijn schouders. "Rustig Evert, het is protocol. Ze kunnen niet anders." Zegt ze zo kalm mogelijk, maar ik voel aan alles dat ze net zo boos is. Ik schud me los en ik loop de kamer uit. "Evert, wacht!" Fenna loopt achter me aan. "Het slaat nergens op, dat vind ik ook. Maar het zijn de regels. Er was een internationale zoektocht naar haar." Ik bijt op mijn lip. "Laat Bram het maar niet zien, want die gaat pas écht uit zijn plaat."

SpoorloosWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu