HARRY EDWARD STYLES
'Het is prachtig.', fluisterde Louis met grote ogen.
We stonden aan het begin van het verlichte bos pad, op weg naar het restaurant. De sprookjesachtige lantaarns weerkaatste het licht in elke richting en zoals ik al had gehoopt waren de lampionnen in de bomen opgehangen.
Ik glimlachte naar de kleinere jongen naast mij. Hij was compleet verbijsterd, maar niet op een slechte manier.
In het begin had ik gedacht dat Louis te anders voor mij was, dat ik beter mijn afstand kon nemen en verder kon gaan met mijn leven, maar naarmate ik hem beter leerde kennen, merkte ik dat hij heel anders was dan hij zich voordeed. Hij deed alsof hij overal bang voor was, hij had zonet nog gemompeld dat hij bang was in het donker, maar hier, midden in het donkere bos, glommen zijn ogen van plezier.
En dat was de reden waarom ik zo ongelooflijk verliefd aan het worden was op deze man. Hij had zijn eigen stijl, maar boven dat had hij ook nog eens zijn eigen persoonlijkheid. Hij had plezier in het leven, hij stond overal voor in.
Daarnet, toen we vlak voor het donkere bos stonden, was het door mijn hoofd geschoten dat dit een slecht idee was. Dat Louis misschien wel te bang was geweest of dat hij het bos vies vond. Maar oh, ik had me vergist. Louis was niet zo.
Louis wist me te verbazen, keer op keer, en het enige wat ik wilde was dat hij daarmee door bleef gaan. Ik wilde meer over hem weten. Ik wilde weten waar hij aan dacht als hij wakker werd of welke soort tandpasta hij gebruikte. Ik wilde weten of hij vaak aan mij dacht en wat hij van mij vond. Ik wilde dat ik hem aan het lachen kon maken zodat de lachrimpeltjes rond zijn ogen ontstonden, ik wilde hem kietelen totdat hij smeekte om genade en ik wilde tot middernacht films met hem kijken op de bank.
Ik keek opzij naar Louis en besloot op dat moment dat ik bij hem zou blijven. Ik wilde dat hij me bleef verbazen, ik wilde dat hij bleef lachen om mijn slechte grappen.
Ik wilde hem.
'Zullen we?', vroeg ik aan Louis. Hij knikte en ik zag hoe zijn blik eventjes naar mijn getatoeëerde hand gleed.
Ik glimlachte liefjes en stak mijn hand naar hem uit, die hij dankbaar aanpakte. In een rustig tempo begonnen we te lopen, terwijl Louis met open mond naar de lampionnen keek.
'Weet je,', fluisterde hij na een tijdje, de stilte verbrekend. Ik zweeg en keek naar onze verstrengelde handen, wachtend tot hij verder zou praten.
'Ik houd echt heel erg van het bos. Ik zie er misschien meer uit als een festival-boy, maar echt- ik kan gewoon helemaal tot rust komen. Bedankt dat je me hiernaartoe neemt.' Hij keek me met een twijfelende glimlach aan en geruststellend keek ik terug.
'Ik snap je. Zoals ik daarnet ook al zei; dit is één van mijn favoriete plekken, zeker als de lampionnen er zijn. Ik- ik heb nog nooit iemand hier mee naartoe genomen op date.'
Louis giechelde zachtjes, naar mijn mening het schattigste geluid in de wereld. 'Ik voel me vereerd.'
'And you should be.', grinnikte ik.
Louis fronste quasi-verontwaardigd zijn wenkbrauwen en trok zijn mond open om iets te zeggen, maar op dat moment liepen we de hoek op en in de verte kwam het leuk verlichte restaurantje in beeld. Louis kreeg een enorme lach op zijn gezicht en keek me blij aan.
'Is dat het?'
Ik knikte. 'Jep, dat is het. Gezellig, nietwaar?'
Louis knikte heftig. 'Heel erg bedankt dat je me hiermee naartoe neemt.'
Ik wuifde het weg en trok hem een beetje dichter naar me toe. 'Nee, jíj bedankt dat je met mij op een date wilde gaan.'
Louis rolde met zijn ogen en mompelde iets wat verdacht veel leek op "slijmbal."
'Wat zei je daar?', vroeg ik met een dreigende ondertoon terwijl ik zachtjes lachte.
Louis giechelde achter zijn hand en keek me van onder zijn wimpers aan.
'Niets! Helemaal niets!'
Ik keek hem met opgetrokken wenkbrauwen aan, maar Louis lachte alleen maar en trok me aan mijn arm met hem mee. 'Kom, we gaan naar het restaurantje. Ik heb het koud, Styles!'
Uren later kwamen Louis en ik het restaurant uit. Het was zowat nog kouder geworden dan toen we aankwamen, maar de lampionnen in de bomen branden nog steeds en de sfeer is nog net zo leuk, als het al niet beter is.
Louis gierde van het lachen. Vlak voordat we het restaurant uitgingen had een man naar mijn mening íéts te lang naar Louis' kont gekeken en ik had hem meteen op zijn plaats gezet. Louis, die niets door had gehad, had het allemaal erg grappig gevonden.
Ik pakte aarzelend Louis' hand vast en glimlachte breed toen hij zijn vingers om die van mij sloot. 'Nou, ik ben blij dat tenminste één iemand zich amuseert.', bromde ik quasi-chagrijnig. Ik zag vanuit mijn ooghoeken dat Louis op zijn lip beet om zijn gegiechel in te houden en ik moest me beheersen om hem niet tegen een boom aan te drukken en mijn tong in zijn mond te proppen.
'Ik krijg je wel aan het lachen.', fluisterde Louis plotseling in mijn linkeroor. Ik schrok op van zijn stem, van zijn warme adem tegen mijn oorschelp en van de scherpe, maar toch zoete geur die hij achterliet. Bijna was ik vergeten dat ik net aan het doen was alsof ik chagrijnig was, maar net op tijd hield ik mijn gezicht in de plooi.
'Nee. Ik ben nog steeds heel erg boos op die man. Hij keek naar me alsof hij me zo bij het oud vuil neer kon zetten en alsof hij jou zo kon opeten. Viespeuk.', gromde ik, deels gemeend. Louis rolde met zijn ogen en fluisterde iets in de trant van "overdrijven is ook een vak."
'Wat zei jij daar?', vroeg ik, mijn glimlach verborgen in de schaduw van het bos.
'Helemaal niets.', grinnikte Louis.
'Oh, jawel, meneer Tomlinson! Wat zei jij daar?' Ik zette een dreigend gezicht op naar hem, maar hij kneep alleen eventjes liefjes in mijn wang.
'Het spijt me, je tattoo's en piercings maken me niet bang.', pruilde hij plagend. Ik grijnsde breed naar hem een deed een uitval naar zijn heupen om hem naar me toe te trekken, maar Louis was sneller en sprong met een klein gilletje weg.
'Oh, gaan we wegrennen?', vroeg ik met opgetrokken wenkbrauwen. Louis keek me schattend aan, knikte toen en rende plotseling op volle snelheid weg.
Ik bleef even met open mond kijken. Die jongen wist me elke keer weer te verbazen.
Ik schudde mijn hoofd, zette een paar passen en wist binnen een paar seconden op snelheid te komen en Louis in te halen. De man was veel korter dan ik en hij was even vergeten dat ik veel sneller was.
'Goed geprobeerd.', ademde ik toen ik in een relaxed tempo naast hem kwam lopen. Louis keek me met grote ogen aan, probeerde nog sneller te rennen en dat was waar het fout ging. Het ene moment rende Louis nog naast me, het volgende moment zette hij zijn voet verkeerd neer en raakte al rollend de grond van het bospad.
Het duurde een paar seconden voordat ook ik tot stilstand was gekomen en met paniek bonkend in mijn keel rende ik terug naar Louis.
'Lou! Lou gaat het wel! Viel je hard?', vroeg ik terwijl ik me over hem heen boog. Louis maakte een klein geluidje en het voelde alsof mijn hart brak.
Had hij zich erg bezeerd?
'Lou?', vroeg ik zachtjes. 'Laat me eens zien waar je pijn hebt, love.'
Louis jammerde zachtjes en stak zijn hand naar me uit. Ik pakte zijn hand vast en wilde hem overeind helpen, maar in plaats daarvan voelde ik een stevige ruk aan mijn arm en het volgende moment lag ik boven op Louis, die het weer uitgierde van het lachen.
'Wat was dat? Wat? Wacht... je liet je expres vallen! Dit was heel de tijd al je plan!', beschuldigde ik Louis met een brede grijns.
Hij pruilde met zijn onderlip en keek me recht in de ogen. 'Niet boos zijn...'
Pas toen viel het me pas op hoe dicht we bij elkaar waren. Onze neuzen waren niet meer dan een paar centimeter van elkaar verwijderd. Ik keek in Louis' ogen, waarin het licht van de sterren en de lampionnen weerkaatste en veegde voorzichtig wat plukjes haar uit zijn gezicht.
Toen schraapte ik mijn keel. Ik moest het nu vragen, voordat iemand anders deze prachtige man voor me weg zou kapen.
'L-Louis... mag ik je kussen?'
JE LEEST
Flower Crown Dare || Larry Stylinson (Dutch)
FanfictionOp een avond, wanneer hij en al zijn vrienden dronken zijn, neemt Louis Tomlinson een zieke dare aan van zijn beste vriend Niall Horan: Hij moet zes maanden lang zijn punkuiterlijk achterwege laten en door het leven gaan als een lieve, onschuldige h...