• 19 •

3.4K 219 28
                                    

LOUIS WILLIAM TOMLINSON

"Alles komt goed.", verzekerde Harry me. Ik knikte zwakjes en verdween tussen de kledingrekken.

Inwendig glimlachte ik terwijl ik terugdacht aan Harry's stomverbaasde blik toen ik hem de kledingwinkel liet zien. Hij had werkelijk alles verwacht, behalve dit. Ik grinnikte zachtjes. Ik begreep het wel. Wie verwacht er nu dat zijn hippie-vriendje hem meeneemt naar een punk store?

"Binnenpretje?", hoorde ik plotseling achter me. Met een ruk draaide ik me om en hapte naar adem. Voor mijn neus stond de reden dat ik mezelf en Harry in paniek achter grote kledingrekken had getrokken. In mijn achterhoofd had ik gehoopt dat hij er vandaag misschien niet zou zijn, maar hier was hij.

"Fuck, Cal.", stootte ik uit. "Ik schrik me kapot!"

Calum, de jongen voor wie ik me wanhopig had geprobeerd te verstoppen, bekeek me van top tot teen met opgetrokken wenkbrauwen.

"Jezus, wat is er met jou gebeurd?!" Langzaam liep hij een rondje om me heen. Hier en daar plukte hij wat aan mijn kleding, totdat hij mijn flower crown van mijn hoofd af plukte.
"What the fuck, man! Wat is dit voor monsterlijk ding?"

"Sst!"
Ik griste de flower crown uit zijn handen en plaatste hem weer op mijn hoofd. "Geen woord! Waarom ben je hier?!", siste ik terug.

Calum rolde met zijn ogen. "Ik werk hier, Louis. Ben je dat nu al vergeten?"

Ik gaf hem een geïrriteerde klap tegen zijn borst.
"Natuurlijk weet ik dat nog! Ik had gewoon gehoopt dat je er vandaag niet zou zijn!"

Calum grinnikte zachtjes en plukte nogmaals aan mijn kleding. "Too bad. Ga je me nog uitleggen wat dit voor moet stellen of...?"
Hij wiebelde grijzend met zijn wenkbrauwen en nogmaals gaf ik een tik tegen zijn borst, een stuk minder vriendelijk dit keer.

"Hou op! Geen sprake van! Wij,", ik gebaarde tussen Calum en mezelf. "Zijn al heel lang helemaal niets meer, oké? Ik wil niks van je en we hebben niets! Rot op!"

Calum fronste zijn wenkbrauwen en deed een stap dichterbij.
"Betekende dit dan helemaal niets voor je?", ademde hij zachtjes in mijn oor.

"Hou op!" Ruw duwde ik hem van me af. "Ik- ugh! Ik wil dit gesprek niet voeren! En zeker niet hier!"

Ik keek nogmaals over mijn schouder. Harry mocht dit gesprek absoluut niet te horen krijgen. Hij en Calum mochten elkaar op geen enkele voorwaarde ontmoeten. Dat kon niet goed gaan. Ik begon me ondertussen erg onbehaaglijk te voelen. Het was een slecht idee geweest om Harry hier mee naartoe te nemen.

Bij Calum was intussen het licht gaan branden. Toen ik me weer omdraaide en hem in de ogen keek, was er overduidelijk jaloezie in zijn blik te zien.
"Je bent hier met iemand."

Het was geen vraag. Ik deed uitdagend een stap naar voren. "Misschien wel, ja."

"Waarom? Heeft hij je zo aangekleed? Wilde hij je niet met je oude looks? Je weet dat ik je altijd zou accepteren, L-"

"Houd je fucking bek nou eens!", haalde ik naar hem uit. Meteen sloeg ik mijn hand voor mijn mond en keek angstig over mijn schouder. Geen bewegingen. Langzaam liet ik mijn adem ontsnappen.

"Kom mee."

Ik greep hem bij zijn mouw en trok hem ruw achter me aan de trap op, richting de paskamers. Pas boven liet ik hem los en hijgend keek ik hem aan.

"Wat er tussen mij en Harry is, gaat jou helemaal niets aan, hoor je me?! Niets!"

"Woah, Woah... rustig aan, tijger.", lachte Calum. Het liefste zou ik de grijns zo van zijn gezicht af willen slaan, maar Harry zou het geweld opmerken. Ik kon hem niets doen.
Calum duwde me tegen de rand van een pashokje aan en legde zijn handen op mijn armen.

"Leg uit. Waarom zie je er plotseling zo uit? Wie is die Harry? Wat moet je met hem?"

Ik keek hem strak aan, woede overduidelijk in mijn blik. "Zoals ik al zei, het gaat je niets aan! Je bent zo'n klootzak! Ik zie wel hoe jaloers je bent, maar Harry en ik hebben iets samen. Wij hebben nooit iets gehad en dat zal ook nooit gebeuren, hoor je me?! Het was maar voor een paar nachten, get over it!"

"Ik ben beter voor je, Lou...", fluisterde Calum in mijn oor. Het was overduidelijk dat hij al mijn commentaar op hem negeerde. "Je hoeft je niet zo te kleden voor die Harry, je kunt bij mij gewoon jezelf zijn en- wacht eens even."
Calum trok zich terug en keek me lang aan. Uiteindelijk vormde zich een sluwe glimlach op zijn gezicht.

"Waarom zou jij je anders kleden voor je 'plotselinge vriend', terwijl je nooit eerder in een relatie bent geweest? Je zou je nooit zo gedwee aanpassen, tenzij..." Een brede grijns verscheen op zijn gezicht.
"Oh, Louis, Louis, Louis... Hij weet het niet, nietwaar?"

Ik keek onverstoord langs hem heen. "Ik weet niet waar je het over hebt."

Calum bracht zijn gezicht weer dichter bij het mijne. "Oh, je weet héél goed waar ik het over heb. Hij weet het niet. Hij weet niet dat je tatoeages op je lichaam hebt... In wat voor moeilijkheden heb je jezelf gebracht, Louis?"

Mijn blik gleed langs de paskamers, net zo lang tot mijn ogen zich weer in die van hem haakten.
"Je kent me te goed.", zuchtte ik. Verslagen bonkte ik met mijn achterhoofd tegen de paskamer. "Ik haat je."

Calum zuchtte nu ook. Zijn adem was warm tegen mijn huid. "Ik weet het. Ook al heb je er absoluut geen reden voor."

"Natuurlijk heb ik er een reden voor. Je bent niet te vertrouwen."

Calum trok een pruillipje en bracht zijn hoofd nog dichter naar dat van mij. "Natuurlijk ben ik te vertrouwen. Ik ben de eerlijkheid zelf, Louis! Ik ben zo eerlijk, dat ik jouw vriendje zo meteen uit zijn droom zal helpen. Zou het geen goed idee zijn als ik hem de waarheid over jou vert-"

In een opwelling vlogen mijn handen naar zijn nek. Meteen verstevigde ik mijn grip en begon te knijpen. De paniek in zijn ogen was zichtbaar toen ik hem gevaarlijk aankeek.

"Geen woord tegen Harry. Ik meen het. Geen. Woord."

"L-Louis!", piepte hij in paniek.

"Geen woord! Als jij je ook maar iets in je hoofd haalt zal er iets verschrikkelijks met je gebeuren! Ik zweer het!"

"O-Oké! L-Lou! Geen l-lucht!"

Langzaam liet ik mijn grip op zijn nek wat afnemen. Ten slotte liet ik mijn handen op zijn borst rusten, terwijl ik hem furieus aankeek. Calum ademde piepend in terwijl hij me met grote ogen aankeek. Geschrokken wreef hij over zijn nek.
"Ik weet niet wat er in jouw hoofd omgaat, Cal, maar de kans dat wij weer samenkomen is nul. Het heeft geen zin om mijn relatie met Harry daarvoor te verpesten."

Ook al had ik hem net bijna gewurgd, toch slaagde Calum erin weer te grijnzen. "Je bedoelt zeker je nep-relatie met Harry."

"Fuck you! Je weet er helemaal niets va-"
Ik wilde hem bijna weer aanvliegen, toen opeens een bekende stem de ruimte vulde. Geschrokken duwde ik Calum van me af.

"Louis?!"

Flower Crown Dare || Larry Stylinson (Dutch)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu