XVII

307 31 1
                                    

Part XVII:

pov Alice

Ze hadden tegen me gelogen, allebei. Waarom? Omdat ze de waarheid voor me wouden verbergen, maar dat is ze niet gelukt. Dat is nog nooit iemand gelukt. Behalve één iemand, maar daar kom ik liever niet op terug... Mijn bloed eigen ouders hadden gewoon tegen me gelogen, ze hadden het voor me verborgen gehouden. Ik kan er niet meer tegen, echt niemand in deze wereld is te vertrouwen! Behalve mijn lieve kleine zusje, zij heeft me nog nooit bedrogen, zij is de waarheid zelve, ook al heeft ze dat nog niet door. Maar daar zal ze nog wel achter komen. En misschien wel heel binnenkort. Ook wist ze niet van zichzelf dat ze vuur in zich had, waarom niet? Gewoon omdat ze haar gave nog niet had ontdekt. Ik die van mij al lang. Toen ik het ontdekte was het anders dan normaal. ÍK was namelijk niet in levensgevaar, nee, iemand anders, iemand anders die heel belangrijk is in mijn leven: mijn moeder. Toen ik haar gered had van de dood heb ik haar verborgen gehouden, ook voor Alysia. Iedereen dacht dat ze dood was, maar dat was ook beter zo, ze liep dan geen gevaar. En wat kreeg ik terug voor haar veiligheid? Leugens. De hele wereld is een leugen. Alles wat je ziet is niet echt, het is maar een verbeelding. Waarom had mijn moeder of mijn ''vader'' gewoon niet verteld dat mijn ware vader dood is? Waarom hielden ze de waarheid voor me verborgen? Waarom logen ze tegen hun bloed eigen dochter? Ik ben het zat, ik vertrek naar ergens hier ver vandaan en kom nooit meer terug. Nooit, het woord dat niet te beschrijven is. Het is eigenlijk moeilijk te begrijpen dat ''nooit'' een woord is, want meestal als je nooit zegt, bedoel je ooit. Daarom lijkt het denk ik ook zo veel op elkaar. Oké, misschien is het waar, misschien kom ik wel ''ooit'' terug, maar niet snel. ik vertrek.

Ik schrik wakker. Het was geen nachtmerrie. Het was ook geen droom. Het was mijn verleden, op het punt dat ik vertrok en nooit meer terug gekomen ben. Ik keek om me heen en zag Alysia voor me zitten, en toen herinnerde ik me alles weer. Van toen mijn zusje aan kwam tot de aanval van de weerwolven en... 'A-Alysia?' vroeg ik met een ochtend-stem. 'Ik ben bij je, je bent veilig hier.' zei ze sussend. 'Nee! dat bedoel ik niet!' zei ik met een iets hardere stem. 'De weerwolven. Heb je ze verslagen?' Even keek mijn lieve zus naar beneden maar later recht in mijn ogen. 'Ja, ze zijn voorlopig even uitgeschakeld zeg maar...' zei ze vastberaden, met toch een beetje twijfel in haar stem. 'Heb je het ontdekt?' vraag ik met mijn hoofd een beetje schuin. Ze geeft antwoord door haar Engel te tonen, een ja dus. Dat was echt prachtig, een replica van Alysia maar dan met een blauwe gloed, een blauwe gloed die niet vloekte met haar haar omdat het bijna wit was. Prachtig. Ik had haar altijd een Engel gevonden maar nu heb ik bewijs: ze is er één. Altijd al geweten maar nog nooit gezien. Tot vandaag natuurlijk, maar dat spreekt voor zich. Ze kijkt me met een blik aan van 'Heb jij ook een Engel in je?' en ik laat haar uit mijn hart ontsnappen. Mijn Engel, ook al zeg ik het zelf, ze was prachtig. Weer kijkt Alysia me aan op een rare manier. 'Water.' zei ik als ik eindelijk door had dat ze 'En? Welk element?' wilde zeggen maar het niet uit haar mond kreeg dus daarom maar via een blik deed. Ik keen naar boven en zag dat al een paar sterren de hemel sierde. Mijn hoofd bonkte en ik was moe. 'I-ik ga slapen.' mompelde ik slaapdronken en zocht een plekje tussen de rotsen op waar gras lag en ging liggen, vrijwel meteen viel ik in slaap, en deze keer niet droomloos.

Mijn moeder stond voor me: Joyce. drie dagen gelden stond ik nog naast haar. Verderop zie ik Hope lopen, ze ziet me niet. Nog even kijk ik mijn moeder aan die het teken geeft dat ik mag gaan, en dat doe ik ook. Ik loop met grote passen naar Hope toe en als ze me ziet draait ze zich snel om om me vervolgens te omhelzen. Wij zijn echt close geworden in al die tijd, je zou bijna kunnen zeggen dat we zussen waren. 'Alice! Ik heb je zo ontzettend gemist! Wanneer kom je weer? Ik overleef en niet zonder jou, we hebben hulp nodig!' Is het eerste wat ze tegen me zegt. Ik weet waar ze het over heeft, het is oorlog hier, ze hebben alle hulp hard nodig. De wereld vervaagd en ik weet dat ik binnenkort niet meer hier sta, ze heeft niet genoeg krach om me hier langer te houden. 'Hope, ik geef je nog één raad: vertrouw niemand.' zeg ik voordat alles verdwijnt en ik weer terug kom op aarde.

~~~~~~~~~~

Hii reader, ik heb vijf dagen niet meer geupdate, SORRY!! vergeef me!! maar nu heb ik een inspriratie boost waar ik wel even mee verder kan, duzz... ik hoop dat je dit hoofdstukje leuk vond en bye! Oh, voordat ik het vergeet te zeggen, ik heb dit hoofdstuk aan @liyaxxxx opgedragen omdat Hope uit het boek 'Special' komt, ook even lezen dus!! zeker als je meer duidelijkheid wil.

xxxYour~Writer

Elfs and DwarfsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu