Alysia staarde naar het dode konijn, ze had vijf dagen lang niks gegeten maar ze kon nog steeds niet geloven dat ze dit onschuldige konijntje wat ze zonder enige emotie neer had geschoten deze avond op ging eten. Ze was pas tien en ze had nu al een dier vermoord, hoe kon ze dit zichzelf ooit vergeven? Ondertussen waren er al een paar elven rond houtblokken wat later een kampvuur moest worden gaan zitten en ze prezen Alysia met een schouderklopje voor haar eerste vangst. De meeste elven hadden niks bij zich omdat het dier was weggeschoten of ze helemaal niks gevonden hadden maar enkele hadden een konijn, rat of muis bij zich. Sommige waren opzoek naar bessen gegaan omdat ze de moet hadden opgegeven dat ze nog een dier zouden vangen. De zon was al bijna onder gegaan en het kampvuur werd aangestoken, het vlees werd nog niet gebraden want daar was het nog te vroeg voor, er werden wel al bessen uitgedeeld. Alysia staarde in het vuur en speelde met de bes die ze in haar handen had, ze dacht aan haar moeder die vlak na haar geboorte overleden was in de oorlog tegen een draak, het waren prachtige wezens en zeer trouw en loyaal, tenminste als je ze getemd had. Haar moeder was overleden omdat ze haar eerste draak wou temmen, maar dat niet gelukt was... Ze werd wakker gemaakt uit haar gedachten door een elegante stem, haar vader dus: 'Alysia, gaat alles wel goed? Je bent zo stil vandaag.' Ze bromde iets terug wat leek op 'mhmm' en at haar bessen op. Later in de avond kreeg ze nog een klein stukje vlees, het was niet veel maar beter dan niks en genoeg om haar maag te vullen. Voor dat ze ging slapen liep ze nog even door het bos heen, als ze naar boven keek zag ze ontelbare, heldere sterren aan de hemel staan. Ze had geen zin om na de wandeling nog naar haar stam terug te gaan dus klom in een boom, zocht een dikke, sterke tak en viel in slaap...
Luna stond recht voor haar, de maan stond helder aan de hemel. Luna sprak tegen haar en haar stem was net zo helder als de maan scheen. 'Alysia, pas op voor de Kerberossen, ze komen eraan, over ongeveer één dagen zullen ze bij je stam aangekomen zijn, vlucht nu het nog kan. Vlucht naar het oosten, naar het maangebergte, daar ben je veilig, voor nu dan.' En toen vloog Luna weg, richting de heldere maan.
Alysia werd wakker uit haar droom, ze had wel eens eerder gehoord over elven die dromen over goden hadden die hen iets vertelde over wat hen stond te wachten, het kwam ook altijd uit. Slaperig klom Alysia uit de boom en begon aan de tocht naar haar stam, nog altijd bang dat de Kerberossen er ook eerder konden zijn en misschien al bij haar stam waren.
Een half uur later kwam Alysia uitgeput bij haar stam aan, ze had het laatste stuk gerend en had bijna niet geslapen. De stam zag er vredig uit, er stonden zigzag tenten over een klein gebied heen en er brandde hier en daar nog een kampvuur. Het was wel stil, te stil eigenlijk... Alysia werd bang en durfde geen van de tenten open te maken, bang dat ze daar een lijk in zou zien liggen. Ze dacht terug aan haar droom, ze had niet gezegd dat ze terug moest gaan naar haar stam, ze zei alleen dat ze moest vluchten, vluchten nu het nog kon. Nu werd ze pas echt bang, ze verzamelde al haar moed bij elkaar en opende met bibberende handen de tentflap. Gelukkig zag ze haar neef Maeve en haar nicht Duvessa vredig in hun bed liggen, ze maakte hen snel wakker en vertelde over de droom, ze hielpen gelijk mee om iedereen wakker te maken en al snel zat iedereen rond het kampvuur. Alysia vertelde nog één keer haar droom, maar ze werd ruw verstoord door een hard geblaf en gehuil, wolven gehuil. Iedereen raakte in paniek en raapte snel hun dierbaarste spullen bij elkaar. Alysia rende naar de paarden toe die verontrustend zaten te hinniken, ze zaten vastgebonden met een touw aan een paal maar gelukkig had ze haar pijl en boog en kromzwaarden nog bij zich van de jacht van gisteren en hoefde geen tijd te verspillen aan het losmaken van de knoop want ze sneed het touw gewoon los, hetzelfde deed ze bij alle andere paarden en elven kwamen aangestormd om een paard te pakken en weg te rijden. Toen iedereen weg was gereden stond Alysia nog bij de paarden, er waren nog 5 over en ze zocht de beste en snelste uit. Ze pakte een spierwitte shire, de snelste van de stal. Normaal durfde geen elf daar op te rijden omdat hij zo snel ging dat iedereen eraf viel. Ze had geen tijd om de shire op te zadelen dus sprong - zonder zadel - lening op de fries. Ze hoorde de Kerberos pootstapen snel dichterbij komen, ze hadden haar waarschijnlijk geroken. Ze ging dicht tegen de shire aanliggen en liet haar snel galopperen, ze keek nog één keer achterom en besefte toen dat er nog iemand in het kamp was: Metheritil. Alysia hoorde haar laatste kreet en wist dat ze Metheritil nooit meer zou zien, ze was dood...

JE LEEST
Elfs and Dwarfs
FantasiEen geheimzinnig meisje sprong lenig van boom naar boom, als je langs liep zag je door de bomen heen rode flitsen van haar haar, maar nog niemand had haar ooit ontdekt. al tien jaar lang leefde ze op het eten wat ze gevangen had, soms at ze dagen ni...