De tranen sprongen in Alysia's ogen toen ze weer aan Metheritil dacht, het was al een dag geleden dat het was gebeurd alleen de beelden bleven maar in haar hoofd hangen. Het was middag, een dag later dan de dag waarop ze gevlucht was. Alysia had deze nacht niet geslapen, ze was wakker gebleven en doorgereisd omdat ze bang was dat de Kerberossen nog steeds achter haar aan zaten, om de minuut keek ze achterom, nog steeds niet gerust gesteld dat de Kerberossen weg waren. Pas een uur later besefde ze dat het paard waar ze op zat nog geen naam had, de witte shire deed haar wel een beetje aan een engel denken, ze was wit en had eigenlijk wel haar leven gered omdat ze zo snel was, daarom noemde Alysia haar Angel.
5 dagen later waren Alysia en Angel bijna bij het Maangebergte aangekomen, ze was onderweg nog niemand van haar stam tegengekomen. Ze had één keer een slaap pauze genomen, misschien hadden haar stamgenoten haar daar ingehaald? Tenminste, dat hoopte ze. Het was al bijna avond en Angel was helemaal uitgeput, ze had natuurlijk na de rust 2 dagen, dag en nacht, gereden dus Alysia besloot om het laatste stuk lopend te gaan, dan hoefde Angel haar gewicht tenminste niet te dragen en kon ze rustig stappen, dat deden ze drie uur lang en toen kwamen ze eindelijk bij het Maangebergte aan, torenhoge bergen doemde voor hen op, het was ook nog mistig dus de toppen van de bergen kon je niet zijn. Zonder enige twijfel zette Alysia de eerste stap in het Maangebergte, Angel twijfelde eerst maar na een paar seconde zette ook zij de eerste stap en liepen ze samen verder. Toen ze al een paar minuten aan het wandelen waren hoorde ze een prachtig fluitspel, heel zacht maar je hoorde het wel, Alysia besloot om daar heen te lopen, Luna had gezegd dat ze hier veilig waren dus er dreigde geen gevaar, en rust en wat te eten kon geen kwaad! Na een uur lopen was ze nog steeds niet aangekomen waar het fluitspel werd gespeeld en Alysia begon de moed op te geven, het was ook te mooi om waar te zijn. 'Alysia, geef de moed nooit op, ook al lijkt het zo ver weg, je kan er altijd komen.' Hoorde ze de stem van Luna zeggen. Ze begon weer een beetje hoop te krijgen en liep weer door, en inderdaad, vijf minute later kwam ze bij een klein kampvuurtje aan met een paar tenten eromheen. Nog steeds werd er op een fluit gespeeld en Alysia en Angel liepen er voorzichtig naartoe. Toen de elven - of wat het ook mochten zijn - haar zagen hield de muziek op en waren alle ogen op haar gericht. Ze onderzocht de mannetjes eens goed en volgens haar waren het dwergen, ze had wel eens verhalen over ze gehoord en hun uiterlijke kwamen precies overeen: klein, lange baarden en moedig, dat ''moedig'' kon je hun lichaam zien, vele dwergen hadden littekens van vroegere strijden en sommige hadden nog verse wonden, misschien van de jacht tegen grotere land dieren. Eén van de dwergen kwam naar voren gestapt, hij was redelijk groot in vergelijking met de andere dwergen, had bruine haren en zijn baard was in een vlecht gedaan, hij begon te spreken: 'Waarom ben je hier naartoe gekomen bos elfje en wat doe je hier?' Pff bos elfJE, moet hij zeggen, dacht Alysia bij zichzelf alleen ze besloot haar mond te houden, ze was immers bij hen op bezoek. 'Ik heet Alysia en ben hier naartoe gevlucht omdat de Kerberossen onze stam hebben aangevallen en ik en mijn stam nu dakloos is.' Beslot ze om te antwoorden. Een paar dwergen beginnen te gniffelen en ze hoorde dingen zoals: 'Waar is je stam elfje?' of: 'Kunnen jullie elfjes nog niet eens tegen de Kerberossen op?' Gelukkig begon de hoofd-dwerg weer te praten en iedereen werd stil: 'Waar is je stam dan meiske?' Vroeg de Dwerg aardig, niet echt wat Alysia verwacht had, meer als een vader die tegen haar dochter praatte. 'Uhm, die ben ik onderweg kwijt geraakt zeg maar...' Het moest vast heel dom klinken, maar ze had geen zin om nu het hele verhaal te vertellen dus hield het hier bij. De dwergen leken aardiger dan dat ze op het eerste gezicht leken want ze gaven haar een plek om te slapen en de volgende dag mocht ze tegen de hoofd dwerg - de dwerg die naar voren kwam - het hele verhaal met alle details vertellen. Alysia sliep die nacht goed in het kamp van de dwergen, het was lekker warm in de tent waar ze in sliep en haar bed was heel comfortabel. De volgende morgen werd Alysia al vroeg gewekt door het licht, iedereen in het kamp sliep nog dus ze besloot het Maangebergte een beetje te verkennen. Ze liep naar Angel's stal toe, - want zei kreeg natuurlijk ook onderdak - deed een halster om, sprong op haar rug en reed weg.
Na ongeveer een kwartier met Angel door de bergen heen gereden te zijn besloot Alysia dat het tijd werd om naar de Dwergen terug te gaan, toen ze terug reed zag ze nog vele bergen waar heldere watervallen vanaf stroomde en een klein, open grasveldje waar bloemen in alle kleuren in stonden. Toen Alysia bij de Dwergen aankwam waren er al een paar Dwergen wakker geworden en die staarde haar maar een beetje aan, héél ongemakkelijk. Alysia begon honger te krijgen en besloot te gaan jagen, ze ging weer naar het groene veldje omdat ze daar al veel dieren had zien rondlopen, vooral herten en wilde zwijnen, grotere dieren dan bij haar stam tenminste. Na vijf minuten op Angel galopperen was ze aangekomen bij het grasveldje, ze zette Angel een eindje verderop vast aan een soort ronde steen en ging zonder enig geluid in het hoge gras liggen, vijf minuten lang lag ze daar doodstil in het gras tot er plotseling een hert aan kwam rennen, het was een pracht beest en had een groot gewei, Alysia had maar één enkel konijntje doodgeschoten en kon het niet over haar hart krijgen om nog een dier dood te schieten, zeker niet zo'n mooi hert, het had nog een heel leven voor zich, ze kon het gewoon niet. Na twee minuten naar het hert gestaard te hebben besloot Alysia het toch te doen, ze legde een pijl op haar boog en trok de pijl naar achteren en liet los, je hoorde een harde klap en daarna; doodse stilte...
![](https://img.wattpad.com/cover/28810834-288-k239759.jpg)
JE LEEST
Elfs and Dwarfs
FantasyEen geheimzinnig meisje sprong lenig van boom naar boom, als je langs liep zag je door de bomen heen rode flitsen van haar haar, maar nog niemand had haar ooit ontdekt. al tien jaar lang leefde ze op het eten wat ze gevangen had, soms at ze dagen ni...