Hoofdstuk 25

143 9 1
                                    

De duisternis bleef duisternis. Mijn ogen wendde niet aan mijn nieuwe omgeving. Na een tijdje begin ik me ook af te of ik wel wou weten wat die duisternis verborgen hield. Ik begon nerveus te worden. Waar was ik, hoe was ik hier gekomen? Eindelijk begonnen mijn ogen langzaam aan de duisternis te wennen. Ik ontdekte dat ik in een galerij stond. Er hingen aan rode en blauwe muren foto's. Het waren foto's van mij en Noë. Het waren foto's van herinneringen aan hem of scenario's die ik in mijn hoofd nog al vaak in bed had liggen bedenken. Ik liep door en bekeek elke foto. Uiteindelijk kwam ik voor een deur te staan. De deur was helemaal wit en heel gedetailleerd. Het leek heel oud, hier en daar waren namelijk stukken verf afgebladerd. Alleen daar waar het afgebladerd was zat nog steeds wit. Dit wit leek wat te gloeien. Er waren draakjes en wolfjes in gemaakt. Langzaam en voorzichtig legde ik mijn hand op de deurknop. Direct schoot er kou door mijn hand mijn hele lichaam in. Ik trok mijn hand weg en hield hem tegen mijn buik aan. Ik deed mijn ogen dicht van de pijn.

De pijn verdween en ik opende mijn ogen. Ik staarde wijdoogs naar mijn plafond. Ik lag als een bezetene te rillen. Het deken was weg en ik hoorde de wind langs de ramen gieren. Ik klom uit mijn bed en vond mijn deken.

Terug in bed wikkelde ik me helemaal in mijn deken. Mijn koude armen voelde bijna stram aan. Was Eon maar hier schoot er door mijn gedachten. Nog voordat ik het helemaal gedacht had ik spijt van die gedachte. Een beeld kroop langzaam mijn gedachten binnen. Zijn hoofd tegen de mijne. Mijn koude handen op zijn warme borst. Zijn arm om me heen geslagen, een beetje bezorgd waarom ik zo koud was. Er drupte een traan uit mijn oog. Waarom! Ik gooide mijn handen omhoog en liet ze zachtjes op mijn hoofd neerkomen. Ondertussen waren mijn wangen vochtig geworden van de warme ziltige tranen die over mijn wangen rolden. Het beeld van mij en Eon bleef in mijn gedachten hangen. Alleen dan met het idee dat hij zo lag met zijn vriendin. Er rolde nog een laatste traan over mijn wang.

als hij maar gelukkig is.

Ik rilde nog een paar keer en veegde met mijn hand de tranen van mijn gezicht. De wind suisde nog harder en het speelde heel even met mijn haar. Het raam stond maar op een kiertje, waait het zo hard? Mijn ogen waren gewend aan het donker. Ik schrok toen mijn mobiel oplichtte. Mijn buik begon al een beetje te kriebelen. Zou het van Noë zijn?

whatsapp bericht: Noë

Mijn hart begon sneller te kloppen, de kietel in mijn buik werd sterker. Ik unlockete het scherm en las geconcentreerd het berichtje. Ik snapte het berichtje niet. schrik niet. stond er. Waarvan moest ik niet schrikken. Wat was er aan de hand? Ik was meer verward door zijn whats app. Ik hoorde wat gestommel. "Neo!" fluisterde ik. Ik kreeg geen antwoord van Neo. Was het dan toch Neo niet? Ik ging op mijn andere zij liggen en keek mijn kamer rond. Ik zag niets, alleen maar duister. Ik was te lui om nachtvisie in te zetten. Ik voelde dat mijn bed iets naar beneden gaan en mijn deken werd opgelicht. Ik voelde twee armen om mijn lichaam heen gaan. Ik draaide me om en ik verstopte mijn gezicht in zijn nek. Zijn geur kwam in mijn neus, direct kwam ik tot rust. Noë/Eon. Zijn geur was heerlijk, zo rustgevend. "waarom ben je hier? "vroeg ik via de mindlink. Eigenlijk wou ik het antwoord niet weten. Hij trok me iets dichter tegen zich aan. Ik kwam in een soort van roes. Het was zo fijn om bij hem zo in zijn armen te liggen. Waar mijn lichaam het zijn raakte voelde ik zachte tintelingen die tot op het bot doordrongen. Het maakte me alleen maar zweveriger.

Langzaam warmde ik op. Ik voelde me veilig, maar ondertussen voelde het alsof het niet echt gebeurde. Alsof ik al aan het dromen was. Hij kon niet hier naast mij liggen. Het was een droom. Het moest wel. Ik kroop iets dichter tegen hem aan. Zijn geur in mijn neus, het liet me alles om me heen vergeten. Ik, Sukini, naast hem, Noë! Ik kon er niet meer over na denken en liet de slaap mij over nemen.

Zijn armen nog steeds om mij heen en zijn regelmatige ademhaling duidelijk hoorbaar werd ik wakker. Hij was er nog, was het dan geen droom geweest. Langzaam werd ik helemaal wakker en ik voelde dat hij mij over mijn haar aaide en het haar uit mijn gezicht veegde. Ik keek op. Hij glimlachte. "goeiemorgen" fluisterde hij in mijn hoofd. Ik knikte slaperig. "we moeten werken, waarom ben je hier. Ik dacht dat ik droomde" en ik glimlachte flauwtjes. Ik klom uit mijn bed en begon mijn haren te kammen. Ik moest op tijd komen op werk. Neo rekte zich uit vanaf zijn slaap plek. "goeiemorgen" zei ik via onze link. Hij rekte zich nog een keer uit en liep de kamer rond. Hij spotte Noë. Ik bleef Neo strak aan kijken om zijn reactie te kunnen pijlen. "heej Noë" hoorde ik. Ik wist dat Noë en Neo goede vrienden waren.

Ik negeerde de jongens en ging het eten klaar maken voor Neo. Ik deed wat vers water in zijn bakje en vers eten. Neo ging zijn brokjes eten. "Ik moet me nog omkleden" zei ik. Hij keek me aan. "Ik zie je zo wel op werk" zei hij en knipoogte. We gaven elkaar een knuffel en hij veranderde in wolf en sprong door het openstaande raam. Ik zuchtte. Waarom was hij hier. Hij hoorde bij zijn vriendin te zijn, toch? Ik kleedde me om en Neo at zijn brokjes op.

Die ochtend ging Neo weer met mij mee naar werk. Hij wou graag mee want dan kon hij met vriendjes spelen. Eerst kon hij dat haast niet omdat hij altijd wel iets had dat hem het spelen belemmerde.

Nu zat ik te kijken hoe Neo vrolijk aan het spelen was met de andere katten. velen waren blij hem te zien. Ze vonden het te gek om met hem te spelen. Ik zag nu ook dat Neo gegroeid was. Hij had toen hij zoveel verwondingen had niet goed kunnen groeien en nu dat hij en ik magisch gebonden waren als een tweeling, groeide hij tot hij genoeg gegroeid was voor zijn leeftijd.

Ik dacht na over mij en Noë. Ik wou hem niet leuk vinden, maar ik deed het wel. Ik probeerde niet aan hem te denken en toch dacht ik aan hem. Als hij mij aan raakte voelde ik tintelingen. Ik wou dit niet meer, het was voor mij veel te frustrerend. Ik had de hele vakantie nog niet gehoord van Jason en eigenlijk ook nog niet aan hem gedacht ( Toch? of had ik hem wel genoemd ik weet het niet meer.) Jason maakte het niet uit wat ik deed, zolang ik maar bij hem zat op school. Hij kon soms echt heel oppervlakkig zijn. Ik was er niet over uit, wat moest er gebeuren? Ik was eigenlijk vreemd gegaan met Noë, maar wat hadden ik en Jason eigenlijk. Onze relatie was meer voor de buiten wereld geloof ik. Ik was eerst dol op hem, maar langzaam aan leek het als of hij mij meer als een prijs beschouwde en ik dat maar gewoon moest accepteren. Ik weet niet of dat echt zo was. Waarom was niets makkelijk?

Noë kwam naast me zitten. "waar ben je over aan het denken?"vroeg hij . Ik haalde mijn schouders op "dingen" zei ik maar. "Ik weet waar je over denkt weet je" zei hij kijkend baar zijn handen. "Toch niet.." hij kapte me af. "Nee, ik heb niet je gedachten gelezen. Om het zo maar even te noemen." hij stopte even met praten en keek naar Neo. Neo was met een Rode kater aan het spelen. Ze renden heen en weer en deden allemaal gekke dingen. "Je dacht over vannacht na, toch?" vroeg hij. Ik knikte. "ongeveer"zei ik. "Ik denk dat het niet een goed beeld geeft van mij? Ik weet dat, maar ik hoorde je zonder dat ik wist waarom.... Weet je dat je mompelt in je slaap?" Zei hij. Het laatste zei hij in een lacherige stem. Ik bloosde. Ik wist dat ik mompelde, dat had mijn moeder wel eens verteld. Zij zei alleen altijd dat het onverstaanbaar was. "Wat zei ik?" Vroeg ik zachtjes. Mijn wangen werden wat warm.

"Je vertelde hele verhalen. Het was heel lief. Ik heb een hele tijd naar je liggen luisteren." Hij keek me aan. Ik keek hem een beetje beschaamd aan. " nee hoor, ik kon er weinig van verstaan. Soms een woordje, maar het was wel leuk om te luisteren"grinnikte hij. Ik duwde hem van het tafeltje af waar we op zaten.

"Noë waarom kwam je vannacht bij me. Je hebt een vriendin ik snap het niet." Ik keek naar mijn handen. Eigenlijk wou ik het antwoord niet weten, maar ik moest het weten, het moest gewoon. Mijn wangen voelden warm aan.

"Ik...ik" de eerste keer dat hij stotterde

Het Schaduw ietsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu