hoofdstuk 13

179 5 0
                                    

Een golf van blijheid. De groene ogen waren gefocusd op mij.

Ik voelde mijn wangen warm worden. Gelukkig kon hij het niet zien.

Nog steeds met zijn bek open staarde hij mij aan. Ik vroeg me af of hij wist dat ik het was.

Voorzichtig liep ik naar hem toe. Mijn poten langzaam neerzettend. Mijn blik was nog steeds op hem gericht en de zijne nog steeds op de mijne. De zon scheen zachtjes op zijn vacht. Het glinsterde.

Waarom moest ik hem nu weer ontmoeten hier? Ik besefte dat ik eigenlijk best droevig was. Hij was hier niet voor mij het was alleen maar puur toeval. Er was niks tussen ons, niet zo als ik dat hoopte. Stilletjes hoopte ik dat het uit was gegaan. Direct nadat ik dat had gedacht bande ik het uit mijn gedachten. Ik hoopte er niet op. Hij was gelukkig nu en daar moest ik blij mee zijn.

Ik ging resoluut liggen en legde mijn kop op mijn poten en bleef hem aan kijken. Hij stapte naar mij toe, afwachtend wat ik deed. Ik tilde mijn kop op en bleef hem aan kijken.

nadat hij op tien centimeter afstand stond ging hij ook liggen. Zijn groene ogen nog steeds op mij gericht.

Mijn gedachten waren ondertussen afgedwaald naar de gesprekken die wij op werk hadden gehad. Ik had hem alles verteld, alle geheimen, behalve eentje. Ik had hem vertrouwd, maar was dat wel goed geweest? ik kon er niets aan doen. Ooit zou ik iemand moeten vertrouwen, maar waarom hem? Ik kon me zelf wel voor mijn hoofd slaan.

Ondertussen was Eon, want ja het was Eon, dichter naar mij toe gekropen en zijn vacht raakte nu lichtjes de mijne. Langzaam vulde mijn lichaam zich met warmte. Er kwamen kleine tintelingen op de plekken waar zijn vacht de mijne raakte.

Het was een raar gevoel, een gevoel dat ik nog nooit had gehad. Het klopte niet. Ik stond op en rende weg zonder nog naar hem om te kijken. Ik hoorde nog duidelijk achte mij een huil en nog geen twee seconden later in mijn gedachten " waarom ga je weg?" Ik negeerde hem, hij was op dit moment de eerste maar ook de laatste persoon waar ik bij wou zijn. Ik snapte er niks meer van. Ik voelde steken van pijn door mij heen gaan. Ik was blij geweest dat ik hem zag. Mijn geest en lichaam wou bij hem zijn. Het deed letterlijk pijn om bij hem weg te gaan, maar ik wist dat het voor hem anders zou zijn en moest weg bij hem. Ik kon me zelf alleen maar meer pijn doen door daar te blijven.

Uiteindelijk weer aangekomen bij mijn huis bedacht ik me dat ik misschien niet als wolf het huis binnen zou kunnen komen, maar in films en velen verhalen zeiden ze altijd dat je naakt was als je terug veranderde. "Je hebt dunne kleren aan die zelfde kleur zijn als je vacht als je veranderd, hoezo?" zei Eon nadat ik het had gevraagd. "ow zo maar, was aan het proberen te veranderen" zei ik nonchalant en een klein beetje chagerijnig. Hij had niet gemerkt dat ik het was.

Ik negeerde Eon weer en concentreerde in me gedachten op mijn wolfvorm die in een mens veranderde. Nadat ik mijn ogen open deed was ik weer mens. Ik had een strakke tank top aan en een sport korte broekje die los hing. Ik had niks om me voeten en liep dus goed uitkijkend naar de tuin deur. Voorzichtig liep ik de tuin door en rende binnen direct naar mijn kamer om vervolgens met keihard op mijn bed te laten vallen.

Er kon ook echt niets makkelijk zijn aan mijn leven zuchtte ik. Ik moest iemand anders vinden, hij was al gelukkig met een ander en ik wou niet hun geluk verpesten, wat ik misschien al had gedaan door de zoen. Vast niet! dacht ik. Hij voelde niet het zelfde voor mij als ik voor hem.

Ik ging recht op zitten. Ik ging trainen bedacht ik me. Nadat ik had getraind voelde ik me altijd goed. Ik vond het een heel goed idee. Ik ging me focussen op het trainen.

Toen dacht ik er ook weer aan dat ik morgen weer zou moeten werken samen met Eon. Ik besefte dat ik hem nu al miste. Ik bande het uit. Uit mijn hoofd en uit mijn gevoelens.

Het Schaduw ietsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu