hoofdstuk 19

153 4 0
                                    

Woensdag. De wekker ging en ik kreunde. Pijn dreunde door mijn hoofd. Ik gooide langzaam de deken van me af. Na wat gepruts lukte me het eindelijk om mijn wekker uit te krijgen. Ik had spierpijn in mijn kuiten en klein beetje buikspierpijn.

Ik probeerde het van me af te schudden. Lukte op zich aardig. Wat was ik blij dat ik nu geen school had. Die trappen, echt als of ze het erom deden als je spierpijn had.

Ik trok mijn pyjama uit, wat eigenlijk meer een groot t-shirt was."fuck" ik zocht mijn kast nog eens door. Geen vesten meer. Ik zuchtte, was toch eigenlijk ook niet nodig? Het was zomer en warm. Ik pakte een shirt en korte broek. Ik liet mijn mobiel in mijn zak glijden en liep mijn kamer uit. Ik liep lang de deur van Joachim en hoorde er zacht gefluister uit komen. Ik klopte zachtjes op de deur en deed zachtjes de klink naar beneden. Langzaam stak ik mijn hoofd door de deur en zag mijn broer in zijn pyjama op de rand van zijn bed zitten. Ik liep naar hem toe. Ik wist waar hij aan dacht en niet doordat ik zijn gedachten las. Hij was gister avond nog bij mij langsgekomen in mijn kamer om vertellen dat hij een afspraak had gemaakt om morgen even bij haar langs te komen

Ik ging naast hem zitten en legde mijn arm over zijn schouders. Hij keek op. Op zijn wangen gedroogde tranen. "Ik wil niet dat ze me afwijst" snikte hij. Hij vond haar al heel lang leuk en had het om die ene reden nog nooit gezegd. Hij was ook al vaak genoeg pijn gedaan. Wat er mij was gebeurd had hij zich zelf aangetrokken. Hij had gezegd dat het zijn schuld was, hij had zijn zusje niet goed beschermd. Ik weet niet waarom, maar hij wou mij altijd beschermen.

Hij had ook vaak pijn gehad door de band met hem en onze pa. Mijn vader is bezorgd om mij, maar als het om Joachim gaat haast niet. Joachim heeft altijd het gevoel dat hij mislukt in de ogen van zijn vader ter wijl hij toch tegen hem op kijkt dat doet hem veel pijn. Joachim zal altijd van papa houden, maakt niet uit wat voor fouten papa heeft gemaakt.

"het komt wel goed, ik denk dat ze je wel leuk vind" fluisterde ik. Hij keek naar me met hoop in zijn ogen. Hij slikte even en knikte daarna. Hij keek weer naar zijn handen.

"sorry, kiem , maar ik moet gaan anders kom ik te laat" Ik had nooit echt een bijnaam voor Joachim, maar ik noemde hem toch vaak Jo of Kiem of gwn Joachim. Zijn naam was gewoon leuk. Ik gaf hem even een kus op zijn wang. "het lukt je wel" zei ik nog en liep weg. Voordat ik de deur achter me dicht trok zei ik nog: " als ze je afwijst bel je me op en kom ik direct naar huis, en haal ik chocola oke?" Hij knikte en glimlachte even. Ik trok de deur dicht en liep naar beneden.

-------

Ik liep de het centrum binnen en zag geen Jackson zitten. Dit was niet goed. Half rennend ging ik de deur door, daar stond Noë en Jackson. Er was een brok in mijn keel gaan zitten. Wat was er gebeurd? Was er een gewond dier binnen gekomen?

Snel liep ik naar de mannen toe. "wat is er, jongens?" het was niet meer dan een fluistering. Noë keek over zijn schouder. De pijn in zijn ogen liet me schrikken. Het deed me pijn en joeg me angst aan. Wat was er gebeurd? Paniek begon toe te slaan. " wat is er?" fluisterde ik nog eens, dit keer gejaagder. Mijn ogen nog steed vast op die van Noë. Noë liep naar me toe en liet een klein gaatje over. Mijn ogen vlogen naar het kleine wezentje dat op de tafel zwaar ademend.

Tranen brandde achter mijn ogen. Alles begon te draaien en mijn hoofd werd licht. Ik voelde Noë zijn handen op mijn schouders leggen. Tintelingen schoten door mijn lichaam vanaf mijn schouders, gevolgd door een veilige warmte. "N...Noë.. ë ,,W,,,wwatt" stotterde ik maar verder kwam ik niet. Ik kreeg mijn ogen niet van het kleine lichaampje dat nog steeds zwaar ademhaalde. Noë trok me zachtjes tegen zich aan, waardoor ik het diertje niet meer kon zien. De tranen brandde nog steeds achter mijn ogen. Ik weigerde met alle macht ze naar boven te laten komen. Noë knikte met zijn hoofd boven het mijne.

Ik trok me los, jammer genoeg had ik daar direct spijt van. Ik strompelde half naar de tafel toe. Mijn adem weinig lucht binnen halend. Ik kwam bij de tafel aan en zag het diertje. Jackson kneep telkens weer in een soort tube met lucht. " w...wat.t.t.t " probeerde ik weer uit te brengen. Angstig bleef ik Neo aan kijken. Noë legde weer een hand op mijn schouder, het maakte me weer ietsje kalmer. "Neo Heeft een klaplong. Jackson zorgt er voor dat hij in leven blijft tot de arts er is. Als het goed is , is hij er over nog geen twee minuten." Zijn stem was ietwat beverig. "Hij ,,, hij heeft dertig procent kans om het te,, te,, overleven,," Noë slikte. We waren beiden gehecht aan het diertje.

Neo was niet veel eerder dan dat ik was gekomen opgenomen. Doordat we hem elke keer zelf melk moesten geven waren we gehecht aan hem. Hij was net genoeg geheeld om het verband af te laten en nu dit.

Noë snufte en het maakte mij mijn blik van Neo af te rukken en mijn blik te vestigen op Noë. Hij keek langs mij heen naar Neo, maar vestigde ook zijn blik op mij. Ik draaide me weer om, het was geen tijd om elkaar aan te gaan staren. Neo was in gevaar en hij moest dit overleven. Ik voelde me zo nutteloos, ik kon niks doen voor hem doen.

twee minuten later zaten we met zijn drieën in de wachtkamer van de O.K. De dieren arts was eerst nog bezig geweest met een geboorte van hertjes in het dierenpark, maar nadat hij had gehoord dat er iets ernstigs was hij direct hier heen gereden en bezig gegaan met opereren of wat hij ook moest doen. Ik had de hele tijd op mijn nagels gebeten en merkte nu pas dat Noë zijn hand op mijn schouder had gelegd en Jackson mij bezorgd aan het aan kijken was.

Ik was aan het vechten tegen de tranen die mijn ogen uit dreigden te lopen. Hun medelevende blikken waren nu niet heel handig. Uiteindelijk verloor ik het gevecht en er liep een traan uit mijn oog. Noë trok me naar zich toe en zijn warmte vulde mij. De tranen liepen uit mijn ogen en Noë trok me steviger tegen zich aan. Zachtjes legde hij zijn kin op mijn schouder en duwde zijn hoofd tegen de mijne aan. Even voelde ik geen tijd meer voor bij gaan. Noë zijn hart klopte op het zelfde ritme als het mijne en zijn adem in mijn nek was geruststellend. Zijn adem liet kleine tintelingen achter op mijn huid.

Opeens veranderde Noë zijn houding, hij verstarde even en leunde naar achter. Hij hield me vast bij mijn boven armen en keek me bezorgd aan. Een laatste traan bleef op mijn wang hangen. Noë veegde hem met de rug van zijn hand weg en keek me bezorgd aan. " gaat het weer?" Het was een fluistering die mijn nekharen omhoog liet staan. Hij liet me langzaam van zijn schoot afglijden. Blijkbaar had hij me op zijn schoot getild. Ik keek even naar Jackson en hij glimlachte. Hij pakte mijn hand en kneep er even in. Ik glimlachte flauwtjes naar Jackson.

Ik zuchtte. Waarom kon ik die tranen niet tegen houden. "Ik ben even naar het toilet" en weg was ik. Eenmaal op de wc aangekomen gooide ik wat water in mijn gezicht en bekeek mezelf in de spiegel. Gelukkig waren mijn ogen niet zo rood. Zou er een mogelijkheid zijn dat neo het zou overleven? Het moest, hij was bijna een deel van mij geworden. Hij kon je een beetje opvrolijken met zijn gekke toeren. Ook al was hij een kat, hij was heel onhandig. Hij viel van trappen en van krabpalen. Ik liep langzaam de wc weer uit. De jongens kelen met nerveuze gezichten even mijn kant op. Alleen noë zijn blik bleef bij mij hangen. Hij dacht aan het zelfde, er moest een manier zijn dat neo dit overleefde het kleine kereltje.

Hij had nog maar weinig van zijn leventje kunnen genieten. Hij was nog geen vijf weken oud. Ik ging zitten en keek vanuit mijn ooghoeken naar Noë. Er moest een manier zijn, waardoor Neo dit kon overleven, ik kon ook een wolf worden. Een schaduwwezen om precies te zijn. Dan was er vast ook wel een mystieke weg hiervoor.

"Kunnen we hem Neo niet helpen?" Vroeg ik in de link. Zo noemde ik het. "Ik weet het niet, er is iets maar dat is vreselijk gevaarlijk en dan zou jij het moeten doen. Het kan alleen met een verschillend geslacht". Naast me zuchtte hij. Gelukkig kon Jackson ons niet horen. "Noë ik wil Neo redden, hij moet in leven blijven. Al zal ik dag en nacht moeten oppassen. Het kleine ventje heeft nog geen leven gehad. Hij was zelfs nu nog herstellende" vertelde ik hem via de link ik had zoveel medelijden met Neo. Naast me verschoof Noë ongemakkelijk in zijn stoel. Hij wou dit liever niet. Het was gevaarlijk en hij kon het niet doen. Ik moest het doen. " ik wil ook dat Neo het overleeft. Ik wil alleen niet dat er daardoor wat met jou gebeurt" het klonk zacht, maar hij had gezegd. De achtergrond kriebels werden voorgrond kriebels. Hij was bezorgt om mij. Ik kon er niets aan doen maar er kwam een glimlachje om mijn lippen.

Het Schaduw ietsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu