Laveloos

1.3K 46 24
                                    

Ik trek hem aan de hand mee de menigte in. Ik weet niet hoelang we weg zijn geweest, maar de hele sfeer is anders geworden. De mensen zijn losser, makkelijker en luidruchtiger geworden. Misschien omdat ze in de tussen tijd die bar zowat gekanteld hebben. 

Ik ga op mijn tenen staan om over de meeste mensen heen te kijken. Dan laat hij mijn hand los en voel ik twee handen onder mijn oksels schuiven. Hij tilt mij op, mijn tenen komen langzaam van de grond af. Al spartelend met mijn benen kijk ik naar de vloer, daar waar ik zo meteen zal belanden op mijn gezicht. Ik begin te lachen en mijn lichaam ontspant zich, waardoor ik een stuk zwaarder word. Hij zucht overdreven en zet mij hard neer op de grond. Mijn schouders vallen tegen zijn borst aan, ik heb toch ook helemaal geen energie meer om rechtop te staan. 

Ik draai mijn hoofd naar rechts toe om hem schuin aan te kunnen kijken, terwijl mijn schouders en wang tegen zijn lichaam aan liggen. "Zie jij ze? Lange bonenstaak," zeg ik tegen hem op een vermoeide toon. Ik ben niet echt uitgeput, maar bed klinkt wel goed in de oren. Dan bedoel ik echt mijn eigen bed, niet dat lullige luchtbed waardoor Miel en ik eigenlijk gewoon op het gras met molshopen liggen. 

Hij slaat zijn ene arm over mijn schouder heen met zijn hand tot op mijn ingedeukte borstkast. Hij steekt zijn kin de lucht in en tuurt boven mij langs. Ik zucht en sluit even mijn ogen, die gekleurde lichten zijn niet normaal fel. Hij schudt zijn hoofd zo voel ik. Weer zucht ik, de nacht wordt op deze manier wel echt langdradig. 

"Oh, jawel trouwens," ik wijd mijn ogen en draai mijn volledige lichaam naar hem om. Ik laat mijn armen langs mijn lichaam bungelen, terwijl ik enorm de neiging heb om ze om zijn middel te slaan. Hij pakt mijn heupen vast en kijkt mij in de ogen aan, "voorwaarts." Hij duwt mij naar achteren toe en binnen enkele tientallen seconden of korter zelfs hoor ik Koens stem boven de muziek uitkomen. 

"Hey josti's!" roept Koen en hij legt zijn handen op mijn schouders. Milo laat mij los en legt een arm om Robbie heen. "Mannen!", begroet hij ze, ik knik al breed glimlachend naar Koen en Robbie. We staan in tweetallen tegenover elkaar en waar ons vijfde lid is: geen idee. Ik draai mijn hoofd om en staar de menigte in. Waar is papa nou?

Het blijft even stil tussen ons, ik ben ook totaal niet bezig met een eventueel gesprek. Maar dan merkt Robbie op: "Roel is naar de wc en zei dat 'ie jullie misschien wel tegen zou komen," alsof hij mijn gedachtes leest of hij ziet mij hier nu staan als stokstaartje en weet wat ik dan denk.  

Ik ontmoet Robbies ogen en knik begrijpelijk, mijn ogen vallen daarbij even extra lang dicht. "Maar uh," we draaien ons naar Koen om en we zien hoe hij energiek met zijn handen beweegt. Hij wenkt naar ons met een opgeheven mondhoek. Ik frons mijn wenkbrauwen en schud langzaam mijn hoofd, volgens mij leg ik ergens de link niet. 

Plots begint Robbie hard te lachen, met zijn hand grijpt hij naar Koen. Nog verwarder kijk ik hem aan, "wa-wat is d'r?" Mijn ogen ontmoeten die van Milo, ook hij schudt onwetend met zijn hoofd. Koen lacht mee en stemt met hem in. "Matt is zo dronken," sputtert Rob lacherig. Die Bruno naast mij pakt m'n bovenarm vast, want zijn benen begeven het bijna van het schateren. Als ik niet van hem hield, had hij nu een klap kunnen verwachten. Dat kinderlichaam kan ook niet veel aan en ik wil hem al helemaal geen gebroken botten slaan natuurlijk. Enigszins warhoofdig grinnik ik maar gewoon met ze mee. Wel hang ik mijn hand in een heldere opwinding een paar centimeter achter Koens onderrug voor het geval dat.  

"Of heb je hem GHB gegeven?", geint Koen met zijn wijsvinger op Milo's borstkast, daar waar mijn hoofd zonet tegen aanlag. Het voelde vertrouwt aan, misschien heb ik wel weer behoefte aan verbintenis met iemand op dát vlak. 

Hij grijnst, "nee man, ik krijg h'm nuchter ook wel op de knieën." Ik hoor het hem zeggen, maar zijn woorden dringen niet echt tot mij door. Ik zoom uit de situatie met mijn ogen gefocust op een dode hoek van deze ruimte. 

Hun gelach en de muziek beginnen dof te klinken, sta ik op het punt om out te gaan? Ik slik en laat mijn oogleden zakken, mijn lichaam begint zwaar aan te voelen. De laatste keer dat ik zoveel heb gedronken, was nadat zij mij op de bank neerzette. Ze ging oprecht aan de andere kant van de bank zitten, ik kreeg er al een naar gevoel van. Iets klopte niet. Mijn onderbuik gevoel klopte, want voordat ik het weet werden haar ogen waterig. "We groeien uit elkaar ben ik bang," zei ze bijna snikkend. Mijn onderlip begon te trillen, mijn zicht werd wazig. Geen woorden verlieten mijn mond, er leek wel een brok in mijn keel te zitten. 

Mijn mond valt wederom gedeeltelijk open, alleen al bij het ophalen van de heugenis. Ik begin dieper te malen in mijn gedachtes, alsof ik in mijn hersenen net een laatje met 'niet meer open' erop, juist wel geopend heb. Er is geen weg meer terug.

Vele gebeurtenissen heb ik weggedrongen en opgekropt in de afgelopen maanden. Drank hielp daarbij behoorlijk goed of juist slecht, want het liet mij daarna altijd slechter voelen. Maar alles dat voor even de pijn verdoofd, is mijn vriend. 

Het is er nog niet allemaal uitgekomen, maar dat hoeft ook niet. 

Ik had de jongens een berichtje gestuurd over de breuk, drie dagen na letterlijke zelfisolatie waarin ik mezelf zowat verwaarloosde. Gelijk werd ik gebeld, maar ik drukte ze weg. Ik gooide mijn telefoon naar de andere kant van de kamer, het scherm barstte ervan. 

"Hey Matt, kom hier," Milo slaat zijn ene arm om mij heen en drukt mij tegen zijn borstkast aan. Ik voel mij nu absoluut laveloos en laat mijn lichaam langzaam in de zijne smelten. Hij gloeit, zo lekker warm. Mijn ogen heb ik amper geopend, maar ik vertrouw hem blind. Hij brengt mij wel veilig op bed. 

Jonge, ik heb zo'n leuk idee voor de komende ochtend op de camping. Dat komt in het volgende hoofdstuk hehehe, maar hopelijk vonden jullie dit ook leuk :)

Trio's werken nooitWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu