"en jou."

897 64 74
                                    

Na dit ongemakkelijke gesprek beginnen Milo en ik eindelijk met ons ontbijt. Het blijft stil; elke hap, slok en ademteug is hoorbaar. Mijn hart zit in mijn keel, waardoor ik eigenlijk geen eten naar binnenkrijg. Ik speel daarom wat met mijn brood en de hagels erop, alles om het maar niet op te eten. Het is een gevolg van vele factoren zoals spanning en onwetendheid die gewoon niet samen gaan.

Gelukkig duurt het niet lang of Jiska verlaat de eettafel, ze gaat volgens mij naar haar kamer toe om wat dan ook te doen. Hans en Charlie blijven nog even zitten, beide hebben ze de ogen gefocust op schermen. Mijn ogen richten zich op, je raad het al, Milo. Maar al snel schud ik mijn hoofd bij hem weg. Niet nu.

Plots gaat er een wekker af, eentje die ik maar al te goed ken als een Apple alarm. "Kut, naar pa en ma," merkt Charlie op en ze verlaat haastig de eettafel. Verbaasd kijkt Hans haar na, "wat?" Milo en ik draaien allebei om naar de figuurlijke muur tussen ons in, zijn vader Hans. "Ja, koffiedrinken en de haag," roept ze terug, terwijl ze rap door de woonkamer loopt richting de gang. Hans zucht en laat zijn schouders zakken. "Schoonouders...," jammert hij zachtjes. Milo lacht kort en schudt zijn hoofd. 

Dan richt Hans zich op mij, steekt zijn wijsvinger naar mij uit en zegt: "zo moet je niet over ons denken, jongen." Ik glimlach klein en schud mijn hoofd, "nee, nee. Ik zou niet durven." Umh, schoonouders is een groot woord. Milo en ik hebben beide het woord 'vriendje' nog niet eens in de mond durven te nemen, laat staan dat we het gaan hebben over schoonouders. Maar bedankt Hans voor dit, wat dat dan ook mag zijn. 

Hans knikt mij een keer toe en staat daarna op om zijn vrouw achterna te gaan. Hij botst vervolgens tegen Charlie aan die zowat in haar schoenen en jas is gesprongen en nu weer terugloopt naar de keuken. Ze scant de ruimte, waarschijnlijk om te checken of ze niet iets vergeet. Ze legt daarna haar hand op Milo's haar en vraagt ons of wij de tafel willen afdekken. Ik knik en Milo antwoordt: "komt goed."

"Oké, mooi," zegt ze opgelucht en ze kust hem op de bovenkant van zijn hoofd. Hij probeert weg te duikelen, maar is te laat. "Toe!" sputtert hij uit en hij zwaait een keer met zijn linkerarm. Zijn moeder begint te lachen en trekt haar hand vlug weg. "Doeg," zegt ze nadrukkelijk en ze loopt de keuken uit. Als ze de deur tussen de woonkamer en gang wilt sluiten, draait ze haar hoofd nog snel naar mij om, "doeg Matthyas." 

Milo en ik zeggen ze gedag, waarop Hans nog iets van 'doei' roept vanuit de gang. De achterdeur slaat daarna al gauw dicht en dat is voor mij dan ook het teken om oogcontact met Milo te zoeken. Hij staart peinzend voor zich uit, het keukenraam uit waar zijn ouders voorbij lopen. Zijn tanden drukken in zijn onderlip en ik vermoed dat hij weer diep aan het verzinken is in zijn gedachtes. Ik wil opmerken dat dit gesprek best wel goed ging, zijn ouders lijken er gewoon oké mee te zijn. Ook wil ik hem vragen hoe hij het zelf vond gaan, want hij kent zijn ouders natuurlijk een stuk beter. Ik krijg de woorden om de twee vragen te formuleren maar niet over mijn tong, dus het blijft wederom stil. 

Op de één of andere manier heb ik het idee dat hij vanzelf de eerste vraag zal stellen. Het is daarom wachten op dat moment, wanneer hij daar klaar voor is.

"Matt," zegt hij na een tijdje op een vreemde en vraagachtige toon. Onze ogen ontmoeten en terwijl ik recht in zijn blauwe ogen kijk, zie ik in mijn gezichtsveld zijn lippen trillen. Hij begint opeens dof te grijnzen en schudt zijn hoofd. Zijn ogen vallen vervolgens weer op zijn kopje koffie die nog steeds leeg is en blijft zolang hij zelf de koffiekan niet pakt.

Aandachtig bestudeer ik hem verder; zijn gezichtsuitdrukking, houding, handen, nagels. Hoe langer de stilte aanhoudt, des te onzekerder ik word. Ik lijk nu helemaal geen woorden meer te kennen en dit al binnen enkele seconden, ze voelen echter aan als minuten. 

Ik zucht en pak de rugleuning van de stoel links van mij vast, trek de stoel bij de tafel vandaan en neem vervolgens plaats op het zitplek. Een stukje dichterbij hem. Ik buig voorover, mijn ellebogen laat ik op mijn gespreide knieën rusten. Mijn kin heb ik in de lucht gestoken om naar hem op te kijken. Ik schud mijn hoofd, "nee." Ik wil weten wat hij nu bedenkt, datgeen wat hij blijkbaar niet van toegevoegde waarde schat. 

Trio's werken nooitWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu