Tennis training

955 64 76
                                    

Telefoon gevonden. Hij lag op de armleuning van de bank. Wanneer en hoe die daar is gekomen, mag Joost weten. Op dit moment boeit het mij dan ook geen ene moer. Ik klik het apparaat aan, het scherm licht op en daar zie ik dan een gemist oproep van 'Milo HD'. Zonder dat ik het mij besef, verschijnt er een grote grijns op mijn gezicht. Mijn duim weet niet hoe snel er op de melding moet worden gedrukt, terwijl ik de kleding in mijn andere hand op de bank gooi. Ik bel hem terug en druk het scherm tegen mijn oor aan. Mijn hart schiet per direct mijn keel in en ik begin te bijten op mijn duimnagel.

Ook begin ik te ijsberen door de woonkamer, wachtend op zijn stem aan de andere kant van de lijn. De telefoon gaat wel over, dat is in ieder geval een goed teken. Ik kijk snel op de klok, het is iets voor half zes en ik schat dat hij nog niet begonnen is met het koken van het avondeten. Ik zou hem dus gelegen bellen op dit tijdstip, maar waarom heeft hij dan nog niet opgenomen na de vijfde piep? 

Ik zucht en wil dan ophangen, maar terwijl ik mijn telefoon voor mij houd om op het rode telefoontje te drukken, hoor ik Milo's stem. Vlug zet ik de telefoon weer tegen mijn oor aan en lik ik zenuwachtig mijn lippen. "Matt? Hoor je me?" hoor ik hem zeggen, dus ja, "ik hoor je." Op de één van andere manier is mijn stem heel kalm, alsof het mij niet zoveel uitmaakt en het 'gewoon' een telefoontje is. Geloof mij, ik ben alles behalve kalm. 

Hij zucht, terwijl ik met mijn blote rug tegen de muur aan begin te leunen en juist met alle macht een zucht probeer in te houden. Met mijn linkerhand ga ik over de stof van de bank heen, waarbij mijn vingertoppen over de naadranden glijden. Ik focus mijn zicht op de frutsels van de stof, terwijl ik wederom wacht op zijn stem. Nu doe ik het weer, wachten totdat hij een stap naar mij toe zet en ik juist stil blijf staan. 

"Hey, ja ik had je gebeld," hij valt even stil, in de stilte hoor ik hem weer slikken. Ik knik, ik heb inderdaad gezien dat hij mij gebeld heeft. Hij had mij op elk moment kunnen bellen, behalve in de anderhalf uur waar ik met haar bezig was. "Ik wil je graag zien, zo snel mogelijk eigenlijk...," zegt hij bijna onzeker en hij schraapt vervolgens zijn keel. Mijn rechter mondhoek schiet bijna de lucht in van blijdschap bij het horen van deze woorden. "Ja," antwoord ik gehaast, alsof ik hem iets duidelijk moet maken. Hij grinnikt en ik weet niet hoe ik het moet omschrijven, maar mijn lichaam ontspant zich een soort van. Er valt een last van mijn schouders af en het gesprek staat niet meer onder druk, het ijs is gebroken. 

"Ja, umh," hij slikt en vervolgt zijn zin op een gemeende toon, "sorry dat ik niet eerder heb gebeld of iets heb gestuurd..." Hij valt wederom stil. Ik bijt ondertussen hard op mijn onderlip en staar voor mij uit naar een schilderijtje aan de muur. Ook knik ik bij elk woord dat hij uitbrengt, dat kan hij natuurlijk niet zien of horen. Dus het heeft eigenlijk geen zin, maar goed. 

"Had het druk enzo, maar had vanmiddag tijd," zegt hij kortaf. Mijn mondhoeken dalen gelijk, omdat hij mij ruim een uur geleden had gebeld en dus toen tijd voor mij had. Ik alleen niet voor hem. Waarschijnlijk heeft hij nu geen tijd meer, maar wie niet waagt die niet wint. Mijn nieuwe insteek. "En vanavond dan?"

Ik hoor hem aarzelen, dus dat zegt mij dat hij vanavond al iets te doen heeft. De vraag is: heeft hij vanavond wat beters te doen dan ik. Niet letterlijk 'doen'. "Ja...," klinkt er dan vanaf de andere kant van de lijn. Mijn hart begint weer sneller te kloppen, hij gaat mij nu niet zeggen dat we het afspreken nog langer moeten gaan uitstellen. 

Vervolgens loopt er een koude rilling  over mijn lijf en begin ik zenuwachtig te frunniken met het haar op mijn bovenbenen. Ik sta ook nog steeds in mijn onderbroek, dat verklaart natuurlijk ook veel. Mijn joggingsbroek ligt nog ergens boven en ik heb geen tijd gehad om mijn shirt aan te trekken. 

"Ik heb training, maar je zou wel naar de club kunnen komen." Plots verschijnt er weer een kleine glimlach op mijn gezicht, maar die probeer ik te onderdrukken. Straks komt Carolijn nog beneden en ziet ze mij als een klein kind gelukkig glimlachen. Die gedachte doet mij even vergeten om te antwoorden, totdat ik Milo's stem weer hoor. "Wil je dat wel?" vraagt hij lief, waardoor de vlinders bij mij beginnen te vliegen. 

Trio's werken nooitWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu