Lopen

2.9K 53 36
                                    

De eerste stappen op Terschelling. Ik ben hier nog nooit geweest, maar het zal vast op de andere Waddeneilanden lijken.

Het productie meisje, één cameraman, Koen en Milo zitten in de auto en rijden hem de boot af. De andere cameraman, Robbie, Raoul en ik kijken vanaf de pier toe, wij zijn zonet de boot al afgelopen. De rij met auto's is lang en ook nog eens een omweg, lopend ben je zo van het platform af.

Ik neem de camera over van de cameraman en help hem met het wijzigen van een paar instellingen. Dit is Koen zijn camera waar hij normaal gesproken zijn video's mee filmt, vandaar dat er een aantal veranderingen gedaan moeten worden. Intussen hebben Robbie en Raoul het over het strandhuisje, ze hebben namelijk geen idee wat te verwachten. Ik glimlach af en toe bij het afluisteren van hun gesprek. Het productie meisje en ik hebben het huisje geregeld, dus de anderen blijven vissen naar het uiterlijk en interieur ervan. We hebben twee huisjes in hetzelfde gebied gehuurd, één voor ons vijven en één voor de cameramannen en het productie sletje. We worden ook wel wingmen genoemd. De huisjes liggen aan de zeekust, buiten de bebouwde kom. Maar goed, heel Terschelling ligt buiten de bebouwde kom.

"Wat is nu eerst het plan?" vraag ik aan ze, terwijl ik de camera omhoog hou om het beeld goed te bezien. Robbie draait zich naar mij om, schudt zijn hoofd en haalt tegelijkertijd zijn schouders op. Hij probeert zijn lach te verbergen zie ik. Maar dan uit het niets begint hij hard te lachen. Raoul en ik kijken elkaar aan uit pure verbazing en ik lees van zijn gezicht af: 'what the fuck is happening?' Wat is er opeens zo grappig? Robbie probeert iets uit te brengen, maar zijn lachbui komt steeds tussen de woorden en zelfs letters in. Uiteindelijk weet hij te zeggen: "Of hebben we zometeen Roelie de boomer als tour gids?"

Robbie begint nog luider te lachen en het steekt ons aan. Rob zijn lach is aanstekelijker dan dat de grap leuk was. "Leuk Robbie," zegt Raoul met een serieuze blik. Ik schiet in de lach door zijn gezichtsuitdrukking alleen al. We gaan verder ook niet meer in op de opmerking van Robbie, dat is beter voor iedereen.

Op het parkeerplaats voegen we ons allemaal weer samen. Vanaf hier moeten we nog negen kilometer rijden naar ons onderkomen voor de komende twee nachten. Ik kijk eens de auto; acht mensen in de auto van Hans, dat past natuurlijk niet. Het plan is daarom voor nu om eerst vijf mensen in de auto naar de huisjes toe te sturen, vervolgens komt degene achter het stuur weer alleen terug om de rest op te halen. Gedoe (g-e-d-oe), maar we hebben dit probleem niet eerder voorzien.

Robbie, Raoul, Koen, een cameraman en ik worden als eerste groepje afgezet bij het huisje. "Oké, wie heeft de sleutel?" vraagt de cameraman direct na het neerzetten van de tassen en koffers. Iedereen kijkt elkaar vragend aan, volgens mij heeft niemand de sleutel. En inderdaad, de sleutels hadden we nog niet opgehaald bij het soort van hoofdgebouw. We zuchten allemaal en Robbie begint schelden, laten we zeggen dat hij teleurgesteld is. "Dat wordt een stukje lopen," zeg ik op een pessimistische toon en pak mijn tas weer van de grond af.

"Matt, wij kunnen wel met z'n tweeën ernaar toelopen," Raoul en ik hebben even oogcontact, waarna hij de anderen aankijkt, "dan kunnen jullie hier met het spul blijven en op de rest wachten." Ze stemmen allemaal toe, maar ik voel de bui al hangen. Een speech van papa Roel; is hij bezorgd, teleurgesteld of erger? Ik moet mijzelf nu echt niet bang gaan praten, misschien overdrijf ik wel. Het zou kunnen dat hij iets gezien of gehoord heeft. In het slechtste geval zou dat meisje, waar ik nog steeds niet de naam van weet en alleen haar profielfoto op Instagram ken, hem een DM hebben gestuurd. Dan zou de grond echt onze voeten wegzakken. Nee, weg flikkeren.

De twee gehuurde strandhuisjes bevinden zich aan het einde van een lange laan door de duinen heen. Het gebouw waar we de sleutels moeten ophalen is ergens halverwege de weg, Raoul en ik lopen via het strand ernaar toe. Het waait erg hard en zoals mijn moeder zou zeggen: we zijn lekker aan het uitwaaien.

We praten over koetjes en kalfjes. We hebben elkaar twee weken geleden voor het laatst gezien, dus de onderwerpen vliegen zo over de tong heen. Sowieso hebben we buiten de opnames om goede gesprekken met mekaar. Niet alleen Raoul en ik hoor, ik kan ook serieuze gesprekken voeren met de andere gasten als we de tijd ervoor hebben.

Dan is het even stil en ik staar in de verte naar de woeste zee. De zon is nu op zijn felst, het licht weerkaatst via het water en schijnt zo op onze gezichten. "Matthy," zegt Raoul, terwijl het voor mij ook vragend overkomt. Zijn woorden vliegen al gauw met de wind mee naar het oosten. "Hmm?"

Ik draai mijn gezicht naar hem om en zie dat hij enige twijfels heeft over hetgeen dat hij gaat zeggen. Zijn ogen zijn gefocust op de vele zandkorrels en de schelpen die hij aan het wegschoppen is. "Deed Milo iets dat je deed schrikken?" zijn woorden komen als een schok bij mij binnen. Wacht, hoe weet hij dit zo gedetailleerd? Hij kijkt op en blijkbaar is het van mijn gezicht af te lezen dat ik lichtelijk ontdaan ben, want hij voegt er al snel aan toe: "het maakt mij niet uit hè."

Verward schud ik mijn hoofd, ik wil eerst weten wat hij precies bedoeld voordat ik mijn mond voorbij praat. "Wat bedoel je Raoul?" een rilling loopt over mijn lijf en ik stop mijn handen nog dieper in mijn jaszakken.

Hij schraapt zijn keel, dit kan niet goed zijn. "Ik heb jullie gehoord," hij valt even stil en ik voel mijn wangen rood gloeien. "Het sissen en kussen," voegt hij eraan toe, alsof ik dat nog niet kon bedenken. Ik open mijn mond en mijn lippen trillen, maar er komt geen geluid uit. We zijn ook uit het niets gestopt met lopen.

"Je hoeft mij echt niks te vertellen, maar ik neem aan dat jullie het ons ooit gaan vertellen in detail," mijn gezicht is nog steeds bevroren, maar mijn hart smelt even door Raoul. Hij weet iedereen op zijn gemak te brengen en lieve woorden toe te spreken, maar het klikt even niet in mijn hoofd. Hoe kan hij nou een verband concluderen uit de gebeurtenissen?

"Niet in detail," lacht hij lastig weg, "als in sinds wanneer, umh, jullie samen zijn, enzo." Hij laat vele stiltes vallen in zijn zin.

Ik haal mijn schouders naar hem op en voel mijn schoenen steeds dieper het zand inzakken. Ik zucht en knik met mijn hoofd, het geknik is absoluut geen reactie op zijn opmerking, maar eerder een reactie op de heersende ongemakkelijkheid. Dit hoeft helemaal niet ongemakkelijk te zijn, maar om te bedenken dat Raoul heeft gehoord dat ik tegen Milo aan ben gerold, hij mij kuste en ik wellicht wat geluiden maakte, is een gedachte die mij wel oncomfortabel maakt. Zelfs bij één van mijn beste vrienden.

Geleidelijk begint Raoul met lopen en ik besluit hem te volgen. We komen aan bij het gebouw, Raoul loopt voorop, houdt de deur voor mij open en neemt de leiding in het gesprek tegen de receptioniste. Ik voel mij op het moment een beetje leeg van binnen, ik wil eerlijk tegen hem zijn, maar ik krijg het mijn mond gewoon niet uit.

"Ja, bedankt. Werk ze nog," zeg ik en glimlach naar de iet wat oudere vrouw. We nemen voor de terugweg het gebaande pad door de duinen en hebben voorzichtig weer een gesprek. Het gesprek staat totaal los van Milo, mij en de gebeurtenissen waar Raoul dus enigszins iets van af weet.

"Umh, ik raakte in paniek en kon het hem niet vertellen," vertel ik hem zachtjes. Ik weet niet of hij de volledig zin heeft kunnen horen, maar ik ging hem niet luider uitspreken of mijn woorden van zojuist herhalen. Ik kijk hem aan en probeer zijn reactie aan zijn gezicht af te lezen: absoluut geen idee wat hij nu denkt. "Hij zal het wel begrijpen," hij haalt een wenkbrauw omhoog.

"Zo is Milo," zegt hij met een glimlach op zijn gezicht. Ik begin klein te glimlachen, een zucht ontglipt mijn mond en schouders ontspannen zich.

Trio's werken nooitWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu