Het zit me toch niet helemaal lekker dat ik Jiska nooit echt over haar break-up heb gevraagd. Vroeger hadden we een hele hecht band met elkaar. We vertelden elkaar alles. Misschien voelt het nu wel een beetje alsof dat alles is verwatert. Misschien wil ze wel geen eens met me praten. Of misschien dat ik het toch maar eens moet proberen. Mijn moeder zegt altijd: ''Wie niet probeert, faalt sowieso.'' Misschien dat ze wel gelijk heeft.
Ik trek mijn schilders jas die ik nog geen minuut aan heb uit en loop naar binnen. Aan de lege woonkamer te zien is Jiska op haar kamer te vinden. Ik loop de trap op, waar nog steeds dezelfde vloerbedekking als dertig jaar geleden ligt. Langer nog, want het zat er al op voordat ik geboren werd. Boven kom ik aan bij drie witte deuren. Alle drie dicht. De eerste deur leidt naar mijn kamer, de tweede naar mijn ouders' kamer en de laatste deur, tegenover die van mij leidt naar Jiska's kamer. Voor Jiska's deur blijf ik staan. Even zucht ik uit. De zucht verbreekt voor even de stilte. Zelfs de stilte achter de deur. Het klinkt alsof er niemand is, geen teken van leven te bekennen nog. Ik kan nu niet meer terug. Sterker nog, ik wil niet meer terug. Ik klop om precies te zijn drie keer op de deur. Bij de laatste keer hoor ik een teken van geluid. Een teken om binnen te komen.
''Hey'' Nog voordat ik de deur helemaal heb geopend en Jiska's ogen heb kunnen ontmoeten groet ik haar al. Mijn ogen vallen meteen op de rommelige kamer. Ik schrik er een beetje van. Sinds ik hier woon ben ik hier nooit meer geweest. Haar deur zat namelijk altijd dicht. Vroeger had ze zelfs een papiertje met: ''Verboden voor vieze broertjes'' op haar deur geplakt. Haar kamer is anders, niet qua opstelling, maar qua sfeer. Ik zou kunnen zeggen dat er niet echt een aangename sfeer hangt. En zodra ik Jiska's ogen ontmoet weet ik ook meteen waar die onaangename sfeer vandaan komt.
Haar ogen staan dik, dikker dan bij de etenstafel. Dit keer ook met rode kringen eromheen. Ik voel mijn hart een sprongetje maken. Niet zo'n sprongetje van geluk, maar alsof er een stukje op breken staat. Ik zie een verse traan over haar wang heen rollen. Ik volg het met mijn ogen, waarna ik voor haar op het uiteinde van haar bed ga zitten. Nog net dichtbij genoeg om haar hand vast te pakken. ''Jis'' zeg ik hees. Ik schraap mijn keel. ''Het spijt me'' Is het enige wat ik nu even uit kan brengen. Het voelt alsof ik mezelf moet verontschuldigen. Dat ik er al die tijd zo weinig voor haar ben geweest. Dat ik alleen maar om mezelf dacht. Dat ze niet dat kleine broertje had waar ze altijd op kon rekenen.
''Het spijt me dat ik er niet voor je was'' ''Dat ik nooit aan je heb gevraagd hoe het ging'' ''Dat ik alleen maar aan mezelf dacht'' Het voelt alsof ik een lijst met verontschuldigingen afga in mijn hoofd. Ik ratel maar door. ''Miel'' Jiska stopt me. Ik kijk omhoog. Recht in haar ogen. ''Het is oké, misschien dat ik ook nog wel een aantal verontschuldigingen kwalijk ben, maar wat als we dat achter ons laten..'' Ze wilde nog meer zeggen. Ze was nog niet uitgepraat, maar ik weet dat de brok in haar keel haar woorden heeft geblokkeerd. ''Ik mis je Miel'' Dat kleine stukje in mijn hart dat op breken stond voel ik dit keer helemaal afbreken. Alsof dat stukje verbonden stond met mijn traanbuis. Dat er ook een stukje van mijn traanbuis afbrak, waardoor er nu een aantal tranen over mijn wangen heen glijden.
Ik veeg mijn tranen weg met mijn mouw en schraap mijn keel.''Maar ehm hoe gaat het nu met de break-up?.'' Ik zie haar mondhoek omhoog krullen, alleen kan ik haar nu even niet helemaal pijlen. ''Laten we het nu gewoon even hebben over iets positiefs.'' ''Ik heb al genoeg gehuild afgelopen weken'' Nu snap ik waar die lach vandaan kwam. ''Hoe gaat het met je kunstwerken?'' Ze klinkt oprecht geïnteresseerd. ''Ehm ja goed denk ik'' Ik weet niet wat je goed kan noemen. Als je er gelukkig van wordt toch? ''Waarom mogen alleen wij die kunstwerken zien en niemand anders?'' ''Miel, je hebt echt talent!'' Ze komt dichterbij me zitten. Alsof ze het me bijna smeekt. Ik til mijn schouders op. ''Ik zal in ieder geval altijd je grootste supporter blijven'' Mijn mondhoeken krullen automatisch omhoog. ''En jij zal in ieder geval de allerleukste zus van de hele wereld blijven.'' Zeg ik op de meest sarcastische en overdrevenste manier ooit. Maar stiekem meen ik het wel.
JE LEEST
Kwijt, voor altijd?
FanfictionHet is zeven jaar later. De bankzitters bestaan niet meer. Als vriendengroep en als bedrijf niet meer dan. Ze zijn namelijk nog wel relevant. Milo focust zich nu op het zijn van een kunstenaar. Hij is de artistieke kant opgetrokken. Alleen zijn zijn...