Dee

270 20 6
                                    

Zachtjes trippelend op haar tenen kwam ze de trap afgelopen. Haar blonde haren flink in de war van de nacht. Het witte jurkje hing los om haar kleine lijfje. In haar hand had ze een knuffel konijn, haar vingers waren stevig vastgeklemd om de stof. Van haar andere hand had ze haar duim in haar mond gestoken. Bij de laatste tree kijkt ze voorzichtig om het hoekje van de stenen muur. Daar ziet ze de vrouw en man die haar gisteravond hadden meegenomen. Ze mocht boven in een groot bed slapen van ze. Toen ze vanochtend wakker werd hoorde ze geluiden van beneden komen. Ze wist niet of ze wel het bed of de kamer uit mocht, maar haar nieuwsgierigheid won. Dus sloop ze voorzichtig naar de bron van de geluiden.

'Goedemorgen Dee!' hoorde ze de vrouw met de paardenstaart zeggen. Nog steeds verlegen bleef ze op de laatste tree staan. De vrouw kwam op haar afgelopen en stak nu haar hand naar haar uit. 'Niet bang zijn hoor, bij ons ben je veilig. Floris heeft pannenkoeken gebakken, we gaan zo ontbijten. Wil je melk?' Iet wat onzeker pakte ze de hand van de vrouw vast, die zich gister had voorgesteld als Eva. Haar kleine vingertjes verdwenen in de grote hand van Eva. Langzaam liep ze mee, naar de grote bruine tafel in het midden van de keuken. Eva schoof een stoel opzij en het kleine meisje ging keurig zitten. Nog steeds zonder een woord uit te brengen. De man achter het gasfornuis, die Floris heette, had een pan in zijn handen en een schort om. Naast het vuur stond een bord vol pannenkoeken. Het bord werd op tafel gezet, samen met suiker en stroop. Floris legde een van de pannenkoeken op haar bord en Eva vroeg of ze suiker of stroop wilde. Bijna onzichtbaar knikte ze naar de suiker. Het bord werd voor haar neus gezet. 'Eet smakelijk, eet er zoveel je wilt meisje. We hebben er meer dan genoeg.' Eva lachte er lief bij, ze vond het fijn bij haar. En ook Floris was aardig. Bij deze mensen in de buurt durfde ze wel te eten en ze nam dan ook snel een hap van haar pannenkoek.

'Een gesloten inrichting is een jeugdgevangenis!' zei hij op een verontwaardigde toon, inmiddels een kleine 16 uur geleden. 'Wat wil je dan dat ik doe, Wolfs. Ze kan onmogelijk hier blijven.' 'Weet ik veel, dan slaapt ze bij ons' had hij dan ook besloten. 'Geen sprake van. Daar werken gespecialiseerde krachten die weten hoe je met getraumatiseerde kinderen om moet gaan. Je brengt haar naar de instelling.' Thea Zitman was het duidelijk niet eens met zijn plan. 'En dat is een dienstbevel, begrepen?' had ze er nog als dreigement achteraan gegooid. Hier had hij niks meer op in te brengen gehad.

Na hun dienst, die ze voor vandaag iets hadden ingekort, namen ze het meisje mee de auto in. Ze had achterin haar ogen uitgekeken. Net of ze alles voor de eerste keer beleefde. Wolfs had vol medeogen meegekeken vanachter het stuur. Zijn achteruitkijkspiegel stond deels op het meisje gericht. Al jaren voelde hij vrij weinig emoties bij de zaken die ze moesten oplossen. De lijken die ze vonden voelden voor hem allemaal hetzelfde en ook de daders die soms de moorden met echt wel een gegronde reden hadden gepleegd deden hem vrij weinig. Maar op de een of andere manier had dit meisje zijn aandacht. De kwetsbaarheid dat dit kind met zich meebracht deed zijn vader gevoelens doen opspelen. Hij had er dan ook veel voor over om dit meisje de veiligheid en geborgenheid te bieden die zij verdiende. Zijn gevoel zei, samen met de verwondingen die de artsen hadden aangetoond op haar kleine lichaam, dat dit meisje al een heleboel had meegemaakt in haar korte leventje.

Toch bracht hij het meisje keurig naar de instelling. De medewerkster die Dee kwam ophalen oogde vriendelijk en sprak het meisje aan het met de juiste woorden. Dit gaf hem wat meer rust. Nog steeds met een lichtelijke schaamte naar het meisje toe namen ze afscheid van haar en reden terug naar de Ponti. Het lukte hem niet om zijn ogen volledig droog te houden. Met een waterig zicht vervolgde hij de weg naar huis. Het lukte hem om de tranen niet verder dan zijn onderste ooglid te laten komen. Snel knipperde hij de tranen weg, nergens voor nodig. Dit meisje werd perfect opgevangen en morgen zouden ze weer de zoektocht naar haar moeder oppakken.

'Hadden we Dee echt niet mee naar huis moeten nemen?' De rechercheurs hadden net gegeten. De lege borden met de laatste restjes 'coq au vin' stonden nog op tafel. Eva haalde een tandenstoker langs haar tanden. Daarna, al kauwend op het stokje, dacht ze na over zijn vraag. 'En dan, een dienstbevel negeren en een meisje ontvoeren? We staan er al niet lekker voor bij hogerhand. Nee dat zou geen goede idee zijn geweest, Wolfs.' Hij humde alleen maar. Ze had uiteraard gelijk, zoals zo vaak. 'Ja dat is ook wel zo, maar zo'n kwetsbaar meisje in de handen van liefdeloze medewerkers van zo'n instelling geeft mij geen aangenaam gevoel' Ze keek op. 'Wie zegt dat ze daar liefdeloos zijn, deze mensen doen net als wij hun werk vaak met passie en overgave.'

Op dat moment ging er een telefoon af. Beide rechercheurs zochten in hun zak naar het voorwerp. Het bleek die van Wolfs te zijn. 'Wolfs.' Het bleef stil, op een hum, ja en nee na. 'Nee ik begrijp het, we komen er meteen aan.' Eva keek onderzoekend naar Wolfs. Deze stond al op, trok zijn jasje aan en zocht zijn auto sleutels. 'Dee is volledig overstuur. Ze proberen haar te kalmeren, maar het lukt ze niet. Ze heeft tijdens het huilen een van onze namen genoemd. Ze wisten geen andere oplossing dan ons te bellen. We nemen haar mee naar huis Eva, ik ga dat meisje niet weer daar achter laten.' Ook Eva stond nu op. 'Wolfs, dat kan niet. Wij zijn niet bevoegd om kinderen op te vangen.' 'Het kan me niks schelen, ze hoort daar niet. Kleine meisjes horen niet in een instelling of gevangenis thuis.' Zijn stem werd harder en klonk boos. Zijn gezicht stond op onweer, maar tegelijkertijd waren zijn ogen ook weer vochtig. Hij herhaalde nogmaals zijn zin, maar nu was de emotie duidelijk hoorbaar in zijn stem. 'Kleine meisjes horen niet in de gevangenis.' Eva had tot nu toe haar emoties perfect onder controle gehad, maar brak bij dit aanzicht van haar partner. Ze trok hem in een omhelzing. Zijn lichaam schokte onder haar. Ze had hem in geen jaren meer zo emotioneel gezien. Haar hand streek door zijn haar. 'Rustig maar, we gaan haar halen. Je hebt helemaal gelijk.' Ineens duwde hij haar van zich af. 'Sorry, sorry. Ik weet niet wat mij bezield. Tuurlijk kan ze hier niet heen.' Hij was geschrokken van zijn eigen emoties. Hij besefte zich dat hij veel te emotioneel betrokken was. Maar tegelijkertijd had deze huilbui ook iets in hem opgelucht. 'We halen haar hierheen Wolfs. Het is maar voor een nachtje, dat meisje heeft veiligheid nodig nu.' Zo star als ze net nog was geweest, zo overtuigd was ze nu. 'Ben jij oké?' Vroeg ze hem voorzichtig. 'Ja, ja. Komt goed.' Hij glimlachte als bevestiging. Hij was er weer.

Ze hadden Dee naar de Ponti gehaald, de medewerkers hadden in overleg met de kinderrechter besloten dat het oké was voor deze nacht. Dee had goed op de twee gereageerd en kalmeerde vrij snel. Ze hadden haar spulletjes gepakt en waren samen met haar terug naar huis gereden. Daar had Eva haar geholpen met omkleden en tandenpoetsen. Ze had haar de kamer tussen Eva en Wolfs in gegeven en gezegd dat ze altijd naar beneden of naar hun kamers mocht komen. Het meisje was rustig gaan liggen, liet het gelaten over zich heen komen. Eva was bij haar op de rand van het bed gaan zitten, haar hand streek door het meisje haar haar. Al snel hoorde ze Dee haar rustige ademhaling en was ze weer afgedaald naar de keuken.

'Bedankt en sorry.' Hij fluisterde de woorden die hij net zei. Beschaamd voor het hele tafereel van daarvoor. Hij stond bij het aanrecht de laatste kopjes af te drogen toen hij haar naar beneden zag komen. Eva liep rustig naar hem toe, pakte het kopje van hem af en zette dit op het houten blok wat ze het aanrecht noemden. Ze pakte voorzichtig zijn handen vast, terwijl ze hem recht aankeek. Ze straalde een bepaalde rust naar hem uit. 'Ik vond het wel mooi eigenlijk. Die emotie heb ik nog maar weinig van je mogen zien. Ik weet dat je al je gevoel diep hebt weggestopt, dus ik was blij om te zien dat er toch nog wat van over is.' Na deze woorden drukte ze zacht een kusje op zijn lippen. Zonder verdere woorden gaf ze hem nog een kleine knipoog en liep naar de trap. Hij mompelde er nog een zachte 'welterusten' achteraan.

Het verhaal van Dee verdiende een verhaaltje vond ik :)

Whisky & Chocomel - verhaaltjesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu