De plant

180 17 3
                                    

Er daar stond ie, in de hoek van de kamer, rustig aanschouwend wat daar allemaal gebeurde voor zich. Hij kon er niks mee, hij registreerde het alleen maar. Alles wat er in die kamer gebeurde was het enige wat hij aanschouwde. Hij kon zich niet bewegen, hij kon niet praten, hij kon niet zien. Eigenlijk kon hij ook niet horen, dus dit is wel een beetje gek, maar toch ergens ving ie het op. De meeste mensen geloven er niet in, maar planten hebben gevoel. Ik weet het zeker.

"Zo hier sta je goed, plant." Zei Eva. Helemaal trots op haar nieuwe 'huisdier'. Nou ja, huisdier, het is maar een plant. Maar goed, voor haar was het een huisdier, want met haar werk ging een echt huisdier natuurlijk niet. Dagen waren ze van huis, bijna van zonsopgang tot zonsondergang. Dat was zielig voor zo'n beestje. Maar voor een plant zorgen kon ze prima. Water geven en af en toe tegen hem praten kon niet zo moeilijk zijn.

"Oké, ik ga goed voor je zorgen. Jij gaat een sterke plant worden." Stond ze tegen de plant te vertellen. Het kon haar niks schelen dat een buitenstaander haar nu voor gek zou verklaren. Als ze de liefde niet kon geven aan een dier moest het maar aan een plant.

Hij stond op haar slaapkamer, net naast een spiegel. Eigenlijk best een huiselijk tafereel. Maar Eva vond haar slaapkamer niks huiselijks hebben. Als ze gezelligheid wilde liep ze naar de keuken. Daar waren de gesprekken, het eten, haar dierbaren en dus ook de huiselijkheid. Haar slaapkamer diende voor slapen en omkleden. Puur praktisch zodat ze de volgende dag weer uitgeslapen en netjes op het werk kon verschijnen. Nee, haar slaapkamer had ze verder geen enkel gevoel bij.

Weken lang stond haar plant er keurig verzorgd bij. Twee keer per week gaf ze hem water, hij stond niet in de volle zon maar kreeg wat licht mee en af en toe sprak ze liefkozend tegen hem. Tegen Wolfs had ze af en toe gevraagd of hij de plant water wilde geven als zij weer een paar dagen naar Groningen was. Ze merkte dat ze steeds meer te weten kwam over haar broer en sprak dan soms meerdere dagen achter elkaar met Karel. Ook Wolfs verzorgde hem dan prima, want hij stond er altijd keurig bij als ze terug kwam.

Maar haar plant hing er nu maar armzalig bij. Weken had ze er niet naar omgekeken. Ze had wel andere dingen aan haar hoofd. De eerste week had ze hem nog wel een keertje water gegeven. Maar zodra haar kleding uit haar kamer was verdwenen, was haar plant in de vergetelheid geraakt.

Een maand ging er om tot ze weer aan de plant dacht. Tevergeefs gaf ze het ding water en sprak ze tot hem, maar hij was niet meer te redden.

"Heb je hem nou laten verpieteren?" Sprak haar partner tegen haar. Ze keek sip naar 'haar plant'. "Ja..." "Je had hem ook mee moeten nemen toen je ging verhuizen." Zei hij stellig. "Ik dacht dat ik hier weer terug zou komen, maar de verhuizing was definitief en ik heb er nooit meer aan gedacht." Ze stond met de steel in haar handen en had hem meegebracht naar haar nieuwe slaapplek. In de hoop dat hij toch nog te redden viel. "Ik dacht er ineens weer aan hoe gezellig hij zou staan bij ons, maar dit wordt hem helaas niet meer."

Nog steeds wat beteuterd kijkend zette ze hem naar bij het begin van de trap. Hij kon beneden de GFT bak in. "He, je hebt het geprobeerd en het lukte je prima!" Hij tikte bemoedigend op haar schouder. "Ja, voor 4 weken." Ze had maar weer bewezen dat ze geen huisdier verdiende, zelfs geen plant. "We kopen wel een nieuwe. Dan kan hij mooi op onze slaapkamer staan. Dan kunnen we er samen voor zorgen. Wij kunnen dit." Hij gaf haar een kus. Volgens haar te snel, want zij gaf er een tweede achteraan. "Je leidt mij ook veel te veel af, zonder jou had hij nog geleefd." Tikte ze op zijn borst met haar wijsvinger. "Oh je mag van mij ook terug verhuizen hoor."

Hij deed de kastdeuren al open voor haar. Met haar hand sloeg ze hem snel dicht. Hij kon nog net zijn hand terug trekken. "Nee, nee, nu kom er je er niet meer onderuit. Als je medeplichtig bent aan de moord op de plant, moet je ook helpen om de volgende in leven te houden." "Dat zeg je alleen maar omdat je bang bent hem zelf weer te vergeten." Plaagde hij haar terug. Ze zette een paar stappen dichterbij, schoof haar handen tussen zijn armen door, die hij liet leunen in zijn zij, om vervolgens dicht tegen zijn lippen te kunnen fluisteren; "Je zal mij wel moeten helpen, want we moeten alvast oefenen voor als we een mensje in leven moeten gaan houden." Hij lachte alleen maar en bevestigde dit met een zoen op haar lippen.

"Dus, ga je mee naar het tuincentrum?" Had zij zich al los gemaakt van hem om naar de auto te gaan.

Ik kocht vandaag weer een nieuwe pannenkoekenplant, omdat de oude dood was. Slechte plantenverzorgster hier... Maar he, het levert blijkbaar inspiratie op voor een verhaaltje. ;)

Whisky & Chocomel - verhaaltjesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu