Waarom ik?

Hoofdstuk 5

Ik plof op mijn bed. Wat is hier zojuist gebeurd? Met die gedachte val ik weer in slaap. Als ik weer wakker word, kijk ik op mijn telefoon. 11:42. Zolaat? Hoezo hebben de jongens me niet wakker gemaakt? Ik besluit om snel om te kleden en mijn tanden te poetsen. Ik loop de trap af, maar ik hoor helemaal geen gepraat. Huh, waar zijn de jongens?

Ik loop de woonkamer binnen, en zie alleen Rob zitten. "Waar zijn de jongens?" vraag ik. "Boodschappen." "Oh okè." "Hoezo blijf je hier niet wonen, jezus. Je bent er elke dag." zegt hij en hij rolt zijn ogen. Ik negeer hem. De jongens zillen vast zo terug komen. Tenminste, dat hoop ik. Ik kijk in de richting van rob en hij kijkt me speels aan. Wtf? Snel kijk ik weg. Ik pak een cracker en doe er wat jam op. Ik heb geen honger.

Rob loopt de keuken in, en zijn schouder raakt de mijne. Geirriteerd kijk ik achter me, maar hij is al weg. Ik ga op de bank zitten en eet de cracker op. Ik hoor de sleutel in de deur en spring blij op. Raoul! Zou milo het tegen Raoul hebben gezegd? Ik hoop van niet. Ik ren zo snel als ik kan naar de deur en geef Raoul ren grote knuffel. "Ook goedemorgen Fien." Ik hou hem stevig vast. "Boys, vanavond gaan we uit!" "Ik ga niet mee." zegt Rob chagrijnig. "Oh nou, dan niet. Wie gaan er wel mee?" "Alleen ik steek mijn hand op. "Nou fien, dan gaan we met zijn 2en!" "Sorry, ik heb nog een kater van gister." zegt Mat. Ik tover een grijns op mijn gezicht.

In de middag maken de jongen een simpele verstoppertje video, maar ik heb geen zin om mee te doen, dus lig ik in bed een beetje op Tiktok te kijken. De middag vliegt voorbij, en Raoul haalt me voor het eten. "Jammer, dan is het zaterdagavond en gaat niemand mee uit." zegt koen. "hahahahahah!" "Fien, na het eten gaan we." "Is goed Koentje!" Het eten is op en ik loop nog snel naar boven en kleed me om. Ik werk mijn makeup bij en loop de trap weer af. Rob staat in de gang en kijkt jaloers. Ik negeer het, en Koen komt de gang ingelopen. "Kom we gaan!" Koen doet de voordeur open en ik loop naar zijn auto. Ik kijk achter me en zie dat Rob nogsteeds jaloers kijkt.