Waarom ik?

Hoofdstuk 16

De dagen gaan gelukkig snel voorbij, en voor ik het weet is het al vrijdag. Mijn laatste dienst voor deze week! Ik heb er zoveel zin in om naar Raoul te gaan. Ik blijf de hele week, dus ik neem extra veel spullen mee.

Om 5 uur komt hij me ophalen. Ik denk al de hele week aan Robbie. Ik heb ook nog eeb paar keer met Timo geappt, maar niet afgesproken. Als Rob kut doet, wil ik naar Timo. Ik zet mijn fiets neer op de pakeerplaats en loop het gebouw in. Gellukkig, Isa is er niet. Het is 11 uur, en ik moet tot 4. De dag gaat snel voorbij en voor ik het weet zit ik weer op de fiets onderweg naar huis. Ik heb mijn vader de rest van deze week niet meer gezien, ik denk dat hij ergens anders slaapt.

Ik stap mijn huis binnen en geef Bo een aai over zijn koppie. Ik loop naar mijn kamer om mijn tas te pakken. Ik neem extra veel truien mee, stel je voor dag 1 van de jongens mijn pols ziet.
*PING*
"Hey Fien, kom je naar buiten?"
Ik loop de trap af met mijn spullen en doe mijn schoenen aan. Ik ren de deur uit en Raoul staat al voor de auto. Ik ren op hem af en geef hem een stevige knuffel. "Ik heb je gemist." Zeg ik en stap in de auto.

"Hoe is het met papa?" Vraagt Raoul. "Weet niet, heb hem niet veel gezien." "Mhm." We rijden snel door. Ik ben misselijk.

We zijn aangekomen bij het huis en zonder iets te zeggen ren ik naar binnen. Ik trap mijn schoenen uit en loop de trap op. Raoul staat nog bij de auto. Hij kijkt verbaasd. Ik ren niet de woonkamer in, ik wil gelijk naar boven. Ik wil niet naar Rob. Ik hoor getik van de regen op het raam. Ik plof op bed en sluit mijn ogen. Ik heb ineens zin om met Timo te bellen. Ik vis mijn telefoon uit mijn zak en vul het nummer van Timo in. Hij neemt direct op.

"Hey Timo, kan je bellen?" "Ja Fien, tuurlijk." Zijn stem klinkt rustig.