Hoofdstuk 23

122 2 0
                                    

Het is 4 uur 's middags, en ik loop de gang in. Ik trek mijn schoenen aan, en doe mijn jas aan. Zonder iets tegen de jongens te zeggen loop ik de voordeur uit. Fuck it. Als ik buiten loop regent het, en de lucht is grauw. Je kan nu nog naar binnen, galmt er door mijn hoofd. Toch loop ik door. Ik pak mijn telefoon uit mijn zak en kijk wat Rob vannacht naar Timo heeft gestuurd.
"Rob hier, je blijft met je tengels van Fien af. Als ik er achter kom dat jullie nog elkaar spreken, maak ik je af. Beter voor je tanden als je nu niet meer appt." Jezus, hij gaat toch Timo niet echt slaan? Snel lees ik verder. Timo stuurt: "Oké, boeit me niet. Fien, ik heb je nooit leuk gevonden, je bent gwn lekker. Je denkt toch niet dat iemand jou wil omdat je zo "leuk" bent? Ik wou het je eerder vertellen maar ik wou nog een keer afs, gewoon om met je te zoenen. Alles wat ik zei meende ik niet oprecht, ik wou gwn jou lippen op de mijne. Geen relatie, ik heb nooit van je gehouden." Ik trek wit weg. Is dit een grap? Ik loop nog steeds door, maar ik word zo duizelig dat ik stil moet gaan staan. Deed hij altijd alsof? Hij zei dat hij van me hield. Ik loop weer door, geen idee welke kant op. Ik loop gewoon in een richting, het boeit me niet waar ik uit kom. Ergens in mijn hart had Timo een plekje. Inderdaard, had. Waarom? Waarom moest hij zo'n berichtje sturen? Als hij me alleen wou voor mijn lichaam, had dan niet zulke dingen gezegd. Ik begin te huilen. Ik veeg de tranen weg net de mouw van mijn jas, maar die is ook helemaal nat door de regen. Voor wat ben ik hier nog? Pap mishandeld me, Timo is weg en ik heb geen vrienden. Ik heb altijd al zo'n gedachte gehad, maar nog nooit zo sterk. Vroeger had ik dit ook weleens, toen werd ik naar een therapeut gestuurd. Maar sinds mama overleden is, is er ook een stuk van mij verdwenen. Ik mis vroeger, toen Raoul nog thuis woonde, toen we nog een gezin waren. Nu is iedereen op zichzelf, en het lijkt wel alsof ik achterblijf. Als ik nu zou gaan, zou niemand het door hebben. Ik heb sneller gelopen dan ik dacht, want ik kom in een soort bos uit. Het is een klein paadje recht in het midden met bosjes, bomen en bladeren eromheen. Ik loop het pad op, dat heel lang is. Ik kijk op mijn telefoon. Het is al 18:07. Ik ben al bijna 2 uur weg, en toch heeft niemand geappt. Ik wil niet meer hier zijn, niet in dit bos, niet op deze aarde, niet met deze mensen. Haal adem, het is enkel een slechte periode, geen slecht leven. Zeg ik tegen mezelf. Ik blijf doorlopen.
Ik moet mezelf veranderen, waarom ben ik zo naïef? Mijn gedachten worden verstoord door een telefoontje.
Raoul de graaf, mobiel.
Ik neem niet op, en doe mijn telefoon weer in mijn zak. Waarschijnlijk belt hij om te vragen waar ik ben, en omdat het eten klaar is.
Rob kan ik ook niet vertrouwen. Het is een soort haat/liefde band tussen ons. Hij kan me nu ineens laten vallen. Daar ben ik zo bang voor. Ik mis alles van vroeger. Okè, wtf? Ik loop hier in een bos, waar ik nog nooit geweest ben, op een pad zonder einde, mijn hele leven te overdenken. Overdenken of het nog wel zin heeft. Mijn telefoon gaat weer af. Hoe vaak iemand me ook belt, vandaag ga ik niet meer opnemen. Net was mijn telefoon nog maar 12%. Onderweg ben ik maar een paar mensen tegengekomen, in de auto. Ze keken me heel raar aan. Waarschijnlijk dachten ze, wtf, waarom zou je hier lopen in deze stortbui. Eerlijk gezegd weet ik het zelf ook niet.

Hey guys, hier heb ik een extra lang deel:)
Ik ga voortaan zo schrijven, omdat ik merk dat ik dit fijner vind. xx fee

Waarom ik?Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu