Hoofdstuk 25

114 1 0
                                    

Rob staat achter me. Hij kijkt me verdietig aan. "Fien.." Ik moet ineens heel hard huilen. Ik sta op en spring in zijn armen. "Sorry Rob ik had nooit weg moeten lopen en.." "Sstt, is niet erg. Ik heb je toch gevonden." "Ja maar.." ik kom niet uit mijn woorden en barst in huilen uit. Hij omarmt me. "Het is niet erg, rustig." Hij maakt zich los uit de omhelzing en kijkt me aan. "Rustiig, adem in.. adem uit." Ik doe rustig wat hij zegt, maar mijn ogen zijn nogsteeds vol met tranen. "Timo heeft me gebruikt." Zeg ik met moeite, en begin weer hard te huilen. "WAT?" Ik knuffel hem weer, en wil hem niet loslaten. "Rob, ik wil hier niet meer zijn, ik ben niks waard. Ik wil niet meer hier leven." "Ik wist het." "Mhm?" "Die Timo." Hij kijkt woest. Adrenaline stroomt door zijn bloed, ik zie het in zijn ogen. Zijn pupillen worden groot. Ik huil nogsteeds. "Hoe heb je me gevonden?" "Je live locatie, ik ben voor het bos gestopt met de auto, en ben verder gaan lopen. Ik was zo bang dat ik je niet kon vinden." "Ik weet niet wat er door me heen ging. Ik dacht dat je boos was omdat ik wou lopen, het was niet mijn bedoeling om zo lang weg te blijven. Maar ik was bang dat als ik thuis kwam dat je nogsteeds boos zou zijn. Toen ik onderweg was keek ik pas op mijn telefoon en zag het berichtje van Timo." "Kom, we gaan." "Ik wil niet meer Rob." Hij staat stil. "Ik hoop dat je op een dag jezelf ziet op de manier waarop ik dat doe. Ik weet niet waarom je je zo voelt. We komen er doorheen Fien, ik ben er altijd voor je." Hij slaat een arm om me heen we we lopen verder. "Heb je het niet koud? Je bent helemaal nat." "Ja, wel een beetje." "Kom, dan lopen we snel door." "Waar zijn de jongens?" "Raoul had alleen maar stress, hij wist niet wag hij moest doen. De andere jongens probeerden hem te kalmeren, maar hij was geshokt. Toen dacht ik, dat je je live locatie nog aan had. Zonder iets te zeggen tegen de jongens ben ik in de auto gestapt, en richting hier gereden. Ik heb gerend, totdat ik je zag. Ik was zo opgelucht dat je nog leefde, ik dacht.." Hij blijft stil. "Ik.." Ik weet niks uit mijn mond uit te brengen. "Sorry." Zeg ik. "Fien, voel je niet schuldig. Het is niet jou fout. Je doet niks verkeerd. Je bent het waard Fien, ik hou oprecht van je, ik hoop dat je hetzelfde voelt. Je verdient veel beter dan die Timo. Als ik hem ooit nog tegen kom.." Die laatste zin klonk woedend. "Wil je me alsjeblieft beloven dat je nooit meer zoiets doet?" Zeg hij. "Beloofd. Hoelaat is het?" "10 uur, hoezo?" "Oh gewoon." "Hoe ben je op deze plek uitgekomen?" "Ik heb eigenlijk geen idee. Ik ben gewoon een kant opgegaan zonder te op te letten, toen kwam ik hier uit." "Aha." We lopen nog een tijdje stil door, tot we bij de auto komen. "Stap in." Zeg Rob. Ik doe wat hij zegt en Rob gaat achter het stuur zitten. Zijn haar zit in de war door de regen, en zijn kleding is ook zeiknat. "Wat moet ik zo tegen de jongens zeggen als ik thuis kom?" Vraag ik. "Niks, ik breng je gelijk naar boven. Ik leg beneden wel alles uit." "Maar niks zeggen over-." "Nee, ik zeg niks over je littekens of over dat je mishandeld wordt. Beloofd. Geen zorgen, het komt allemaal goed." "Dankje." Zeg ik.

Waarom ik?Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu