Hoofdstuk 2

2.7K 165 6
                                    

Hoofdstuk 2

Ik werd wakker toen de wekker ging. Kennelijk had ik dan toch nog een beetje geslapen.

Met veel tegenzin stapte ik uit bed. Ik trok snel een shirt en een korte broek aan en haastte me naar beneden.

Ik weigerde het ontbijt wat mijn moeder voor me klaar had gemaakt, ik had 's ochtend gewoon nooit honger, en wachtte zenuwachtig tot Nicole kwam.

We hadden afgesproken samen naar school te rijden. Ik was echt niet van plan om alleen naar school te gaan op de eerste dag van het schooljaar.

Ik zat aan tafel en staarde naar buiten. Ik dronk een kop thee, mijn moeder wilde dat ik iets zou binnen krijgen, en staarde naar buiten. Het was prachtig weer. De zon was net opgekomen en ik hoorde vogeltjes zingen. Dit was de perfecte dag om het bos in te gaan. Niet dat ik dat zou doen natuurlijk, ik moest naar school. Ik spijbelde niet, daar was ik veel te bang voor.

Buiten hoorde ik een auto toeteren, dat was Nicole. Ik stond snel op, zei mijn moeder gedag en ging naar buiten.

Nicole's auto was er nog slechter aan toe dan vorig jaar. Hij viel bijna uit elkaar. Maar dat kon haar helemaal niets schelen. Het maakte haar niet uit hoe hij eruit zag. Als hij maar goed reed en dat deed hij ook.

'Hey,' Nicole draaide de radio zachter. 'Hoe is het ermee,' vroeg ze.

Ik haalde mijn schouders op, het ging wel. Ik had gewoon geen zin in deze dag. Niet dat ik dat ging vertellen, ze zou het toch niet snappen. Nicole vond school het einde, allemaal jongens en vrienden.

Nicole was al niet meer geïnteresseerd in mijn antwoord en begon een heel verhaal over de knappe beste vriend van haar neef. Ik luisterde maar half, ik keek vooral naar buiten. Ik probeerde het zenuwachtige gevoel in mijn buik te negeren. Zonder succes. Daar stond de school. Nicole reed de parkeerplaats op en veroverde net op tijd een plekje.

De bel ging. Waarom kwamen we altijd maar net op tijd op school aan?

We haastten ons de school in. Het was erg druk in de gangen. Overal mensen die elkaar na een lange vakantie weer zagen. Ik werd bijna omver gelopen door twee meisjes die elkaar gillend van de lach in de armen vielen.

Na een hele tijd had we het lokaal gevonden. Toen Nicole de deur opendeed, ging de bel voor de tweede keer. We waren precies op tijd.

Meneer Smith keek ons argwanend aan over zijn kleine brilletje. O nee, waarom was hij een van onze leraren? Ik had echt een hekel aan die man. Hij gaf geschiedenis, een heel erg saai vak als je het mij vroeg.

Nicole bleef bij de deur staan, ik ging zo achter haar staan dat ik niet zo goed te zien was.

'Namen,' zei meneer Smith ongeïnteresseerd. Het leek alsof hij het al helemaal gehad had met deze dag.

Nicole nam gelukkig het woord. 'Nicole Johnson en Susan Taylor, meneer,' zei ze. Meneer Smith keek op zijn lijst en wenkte ons om binnen te komen. Nicole moest naast een jongen met rood haar gaan zitten en ik moest alleen. Zuchtend ging ik zitten. Die man mocht mij echt niet.

Na een saai verhaal van 30 minuten over dit 'speciale jaar' werd er op de deur geklopt. Het was meneer Foster. Hij praatte even met meneer Smith en toen kwamen er drie leerlingen binnen. Ze waren nieuw.

Ik bekeek ze eens goed. Er was een lange jongen met zwart kort haar. Hij zag er uit alsof hij al achttien of bijna negentien was, niet iemand die in deze klas zou horen te zitten.

Dan was er nog een meisje, ze was klein en had lang donkerbruin haar met een vriendelijk gezicht. Achter haar stond een jongen, ik kon hem niet goed zien. Het enige wat opviel was zijn donkerblonde haar.

Meneer Foster verliet de klas en de nieuwe leerlingen bleven bij de deur staan. Ik kon de jongen met het donkerblonde haar nu beter zien. Hij was de jongen uit het bos! Alleen er was iets anders aan hem. Zijn ogen waren niet zo groen als toen in het bos. Zijn ogen waren nu een soort van bruin. Hoe kon dat? Er was geen twijfel mogelijk, dit was de jongen uit het bos. Maar wat was er gebeurt met zijn ogen?

'Zo, stellen jullie je maar even voor,' meneer Smith gebaarde naar de nieuwe leerlingen. Hij ging op de rand van zijn bureau zitten en staarde ze geïnteresseerd aan.

De jongen met het zwarte haar begon met praten. 'Ik ben Adam Green.' Het leek hem niet erg te interesseren. Het was echt zo'n type dat nooit naar school kwam en altijd in de problemen raakte.

Het meisje nam het woord van hem over. 'Ik ben Iris Green.' Ze deed net haar mond open om nog meer te zeggen toen meneer Smith haar onderbrak. 'Zijn jullie familie?' Alsof hij dat niet al lang wist.

Iris knikte.

Meneer Smith knikte ook en wendde zich toen tot de donkerblonde jongen. 'En wat is jouw naam?'

'Luke Green, meneer.'

De jongen uit het bos heette Luke. Ik staarde hem aan. Wat was er met zijn ogen aan hand? Konden je ogen zomaar van kleur veranderen? Nee toch?

'Nou, kies maar een plekje uit.' Meneer Smith gebaarde naar de drie lege tafels in de klas. Nu deed die afschuwelijke man opeens heel erg aardig. Ik had echt een hekel aan hem.

Ze liepen naar de lege tafels toe. Iris ging naast me zitten. Luke en Adam voor me.

De hele verdere les moest ik denken aan Luke. Ik staarde naar zijn rug. Wat was er met zijn ogen?
Meneer Smith dreunde heel eentonige een verhaal op en het ging allemaal langs me heen. Ik zat met mijn hoofd bij Luke.

Na een hele tijd ging de bel. Iedereen stond zo snel mogelijk op, niemand mocht meneer Smith, en haastte zich het lokaal uit.

Toen ik achter ze aan wilde gaan hield meneer Smith me tegen.

'Mevrouw Taylor, heeft u even een momentje,' vroeg hij. Het klonk als een vraag, maar aan zijn gezicht was wel te zien dat ik niet echt de keus had. Daar ging mijn pauze. Ik kon echt niet nog langer binnen zitten. Ik moest even naar buiten.

Geïrriteerd liep ik naar zijn bureau. Adam, Iris en Luke stonden er nog.

'Het leek mij een goed idee als jij onze nieuwe leerlingen zou rondleiden. En jullie hebben ook nog hetzelfde rooster dus kun je hen meteen de lokalen laten zien.' Hij trok zijn wenkbrauw naar me op.

Nee! Wat had ik die man toch misdaan? Ik ging echt niet mijn pauze opofferen voor een paar nieuwe leerlingen. Ik keek eens goed naar meneer Smith, hij had duidelijk geen zin in een discussie.

'Oké, ik leid ze wel rond,' zei ik uiteindelijk met veel tegenzin.

Meneer Smith glimlachte, iets wat hij niet vaak deed.

'Perfect,' zei hij en hij stond op, pakte zijn tas en verliet het lokaal. Ik bleef achter met de drie nieuwkomers. Ik draaide me naar ze om. Adam stond heel irritant met zijn voet te tikken. Ik deed net alsof ik het niet merkte.

'Ik ben Iris,' Iris stak haar hand naar me uit, 'maar dat wist je natuurlijk al.

Ik schudde haar hand. Een beetje verrast door het formele gebaar. 'Ik ben Susan.'

Iris glimlachte. 'En die twee sukkels zijn mijn broers.' ze wees naar Adam en Luke.

Luke trok zijn wenkbrauw op en Adam had niet eens door dat hij een sukkel werd genoemd.

'Oké, kom maar mee. Ik laat jullie wel alles zien.' We liepen het lokaal uit, de drukke gang op. Ik besloot eerst naar buiten te gaan. Ik moest echt wat frisse lucht.

Ik liet ze de sportvelden zien en Iris stelde allemaal vragen. Ik begon haar aardig te vinden. Ze zei zelfs iets onaardigs over meneer Smith, dat had ik niet verwacht van haar.

Na een tijdje merkte ik dat Adam er niet meer was. Ik keek verrast naar Iris. Alsof ze mijn gedachten kon lezen gaf ze antwoord. 'Adam houdt niet zo van school. Daarom is hij ook een keer blijven zitten. Hij is een jaar ouder dan wij.' Ze wees naar Luke en zichzelf.

Ik fronste mijn wenkbrauwen. 'Zijn jullie even oud dan?'

'Ja, we zijn een tweeling.' Ik bekeek ze eens goed. Ze leken niet op elkaar.

'We zijn een twee-eiige tweeling,' legde ze uit. Dat verklaarde waarom ze met z'n drieën in dezelfde klas zaten.

We liepen verder. Ik kwam erachter dat Iris een aardig meisje was, een beetje vreemd, maar aardig. Luke daarentegen zei helemaal niks en Adam ging er zomaar vandoor. Ik vond ze een beetje raar.
We gingen naar de kantine om te lunchen. Ik had geen honger.

Toen we in de rij stonden voor de kassa kwam Nicole op ons af. Ze zwaaide naar ons. 'Susan! Waar was je nou? We waren je kwijt.'

Ik glimlachte verontschuldigend. 'Ik heb ze even rondgeleid,' zei ik en ik wees naar Iris en Luke.

Nicole draaide zich om. 'O ja, jullie zijn die nieuwen. Ik ben Nicole. Waarom komen jullie bij ons zitten?' Ze wees naar onze groep.

We waren een beetje een rare groep. Niet populair en geen nerds. Gewoon daar tussenin. Alleen zaten er wel een paar idioten bij. Zoals Stefan. Hij haalde altijd grapjes uit met iedereen en hij lachte er altijd zelf het hardst om. Heel irritant.

Ook had je Austin en Jessica. Ze hadden al verkering sinds ik hier op school kwam en daar voor ook al een paar jaar. Ze zaten altijd in hun eigen wereldje.

Verder had je nog Rachel. Ze was elke week verliefd op een andere jongen en had daarom ook elke week een gebroken hart. Heel irritant, want ze praatte het liefste alleen over zichzelf.

En als laatste had je nog Liam. Hij was een nerd, meestal met zijn neus in de boeken en wist echt heel veel van computers.

Ik keek naar Iris en Luke en zag dat ze een blik wisselden. Zou ik ook hebben gedaan als iemand me vroeg om daar bij te gaan zitten.

Nicole werd ongeduldig.

Ik was aan de beurt bij de kassa, ik betaalde en daarna waren Luke en Iris aan de beurt. Nicole stond nog steeds ongeduldig naast me. Toen we allemaal hadden betaald, trok Nicole ons gewoon mee naar onze tafel.

Ik had medelijden met Luke. Hij leek het niet erg te vinden, maar ik zag toch dat hij zich ergerde. Soms zag ik dat aan mensen, hun echte gevoelens in plaats van de gevoelens die ze lieten zien. Ik probeerde het meestal te negeren. Ik wilde niet dat ik zulke dingen zag, ik wilde gewoon normaal zijn.

Iris leek het geweldig te vinden. Ze ging meteen naast Rachel zitten. Ik nam plaats naast Liam. Hij glimlachte naar me. Liam was altijd de enige geweest die me echt begreep. Luke ging naast me zitten en pakte zijn telefoon uit zijn broekzak.

Nicole begon meteen Iris uit te horen. Ze wilde alles weten.

'Waar komen jullie vandaan,' was meteen haar eerste vraag. Ik deed alsof ik het niet hoorde. Ik vond het nogal zielig voor ze. Meteen op je eerste dag uitgehoord worden door Nicole. Ik kon me wel iets leukers inbeelden.

'We komen uit New York,' zei Luke zonder op te kijken van zijn telefoon. Hij zei het alsof hij er verder geen vragen over wilde.

Nicole keek hem gekwetst aan en keek daarna alleen nog maar naar Iris.

'Waarom zijn jullie verhuisd? Wat is er mis met New York? Ik bedoel maar, volgens mij is die stad echt te gek.'

Iris glimlachte. 'Mijn vader kreeg een nieuwe baan. Dus gingen we weg.'

'Hij kreeg hier, in Woodbridge, een nieuwe baan? Wat erg! Wie gaat hier nou vrijwillig wonen?' Nicole was duidelijk ontstemd door dat nieuwtje.

'Het is niet erg hoor. Zo leuk is New York niet,' zei Iris geruststellend. Ik kon aan haar zien dat ze het best wel grappig vond allemaal.

'Wat voor werk doet je vader dan,' vroeg Liam nieuwsgierig.

'Hij zit bij de politie en doordat er een politieagent is vermoord een maand geleden, kreeg mijn vader de baan aangeboden,' zei Iris.

Aha, we waren allemaal even stil. Die dag konden we ons allemaal nog herinneren. De dode agent was de vader van Melissa. Ik weet nog dat ze totaal instortte nadat ze het nieuws hoorde. Ze ging van school en kwam nooit meer terug. Niet echt een fijne gedachte.

Toen maakte de telefoon van Luke een geluidje. We keken hem allemaal aan. 'Gewoon een sms'je, hoor. Niets bijzonders,' zei hij met zijn handen in de lucht.

De gesprekken gingen weer door, maar ik luisterde niet. Ik keek naar Luke. Ik zag hoe zijn gezicht veranderde terwijl hij zijn sms'je las. Eerst bezorgd en daarna boos. Toen hij zag dat ik naar hem keek glimlachte hij onbezorgd naar me. Ik keek er zo doorheen, hij was boos, heel erg boos.

Hij stond op. 'Kom Iris, we gaan.'

'Wat? Waar gaan we heen,' vroeg ze verrast. Ze had duidelijk geen zin om te gaan.

'Kom gewoon,' zei Luke zakelijk. Hij was niet van plan om te gaan vertellen waar ze heen gingen. Iris keek Luke boos aan en sloeg haar armen over elkaar. 'Doe jij maar lekker wat je wilt, maar ik blijf hier.'

Luke staarde haar boos aan. Iris staarde terug. Het duurde een paar seconde en toen stond ze ook op. Ik keek haar verrast aan. Liet ze zich echt zo commanderen door haar eigen broer?

'Ik zie jullie morgen,' riep ze terwijl ze achter Luke aan liep. Vreemd. Ik zag aan ze dat ze bezorgd waren. Luke was ook nog boos. Wat was er met ze aan de hand?


De dagen daarna kwamen Iris, Luke en Adam niet op school. Ik vroeg me af waar ze waren. De leraren zeiden dat ze ziek waren, maar ik geloofden hen niet. Ze waren echt niet alle drie tegelijk ziek.

Na negen dagen kwamen ze weer naar school. Ze zagen er alle drie doodmoe uit. Wat hadden ze in die tijd gedaan?

Ze zochten geen contact met anderen en wij zochten ook geen contact met hen. Het was alsof ze er eigenlijk niet waren.

Weken gingen voorbij, soms verdwenen ze opeens en kwamen ze een paar dagen niet naar school. Ik werd steeds nieuwsgieriger. Ik moest erachter komen wat er aan de hand was.

Green Eyes (oude versie)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu