Hoofdstuk 32

1.6K 105 32
                                    

Hoofdstuk 32

Ik lag op mijn bed en staarde naar het plafond. Ik kon nog maar moeilijk bevatten wat er was gebeurd. Had ik er serieus mee ingestemd om Luke en zijn familie te verraden?

Ik moest even denken aan Liam en Rachel. Ik had ze naar huis gebracht en ze beloofd om ze alles te vertellen. Morgen. Ik moest eerst nog bedenken wat ik ze ging vertellen. Ik wist niet of ik ze de hele waarheid moest vertellen of gewoon de helft. Of misschien gewoon een leugen. Dat was wel veel makkelijker.

Een klop op mijn raam haalde me uit mijn gedachten. Ik wist wie het was. Natuurlijk was hij het en ik had geen idee hoe ik me moest gedragen. Ik kon hem niets vertellen, ik zou ook tegen hem moeten liegen. En ik had geen idee hoe ik dat moest doen.

Ik stond op van mijn bed en liep naar het raam. Ik deed het open en Luke klom naar binnen. Er zat sneeuw in zijn haar. De storm was nog steeds niet voorbij.

'Hey,' zei hij. Hij gaf me een kus op mijn wang en klom naar binnen. Het viel me op dat hij blij keek. Echt blij en zo had ik hem al heel lang niet meer gezien.

Ik deed het raam dicht en de gordijnen ook. Ik had het gevoel dat ik werd bekeken vanuit het bos. Waarschijnlijk was dat ook zo, maar met de gordijnen dicht voelde ik me veiliger.

Ik liep naar het bed toe en ging naast Luke zitten. Ik wist niet wat ik moest zeggen. Ik wilde hem zo graag vertellen over Dean, maar ik durfde niet. Waarschijnlijk waren we niet alleen. Waarschijnlijk was ik nooit meer alleen.

'Ik heb goed nieuws,' begon Luke. Hij glimlachte en ik merkte hoe erg ik die glimlach gemist had. Luke had de afgelopen tijd haast nooit meer gelachen. Zeker niet naar mij. 'We weten misschien hoe we Jade weer normaal kunnen maken.'

Ik glimlachte om het goede nieuws, maar het voelde niet oprecht. Natuurlijk was ik blij voor hem, en voor Jade, maar ik had andere problemen aan mijn hoofd. Een probleem dat met het verraden van Luke te maken had.

'Eigenlijk hebben we het zelf niet bedacht, maar heeft Danny het bedacht.' Toen hij mijn vragende gezicht zag, legde hij het uit. 'Danny is een oude vriend van de familie.' Daar dacht hij even over na. 'Oké, misschien eerder een oude vriend van Jade. Toen we nog in San Francisco woonden leerde ze hem kennen.'

'Heb je in San Francisco gewoond,' onderbrak ik hem.

Hij knikte. 'Maar dat is nu niet belangrijk. Het belangrijkste is dat Danny over een paar dagen hier is om ons te helpen.'

'Is hij ook een halfmens,' vroeg ik. Ik hoopte maar dat hij geen gedachten kon lezen. Anders zou hij me zo verraden. Oh, ik moest echt bij Nick uit de buurt blijven, of bij Kate. Zij zouden vast zien wat ik van plan was. Shit.

'Ja, dat is hij. We denken dat ze de herinneringen aan hem misschien niet gewist hebben. En dat als ze hem dan ziet, ze hem herkent of zo. We weten het eigenlijk niet, maar we kunnen het altijd proberen.'

Ik knikte. 'Goed idee.'

'Dat dacht ik ook,' zei hij. Hij keek me onderzoekend aan. Ik probeerde hem niet aan te kijken en keek weg. 'Wat heb jij vandaag eigenlijk gedaan,' vroeg hij. 'Ik heb je nog geprobeerd te bellen, maar je nam niet op.'

'Oh, ik was mijn telefoon vergeten denk ik.'

'Ben je ergens heen geweest?'

Wat was dit voor kruisverhoor? Vertrouwde hij me niet of zo?

'Ik ben naar mijn vader geweest,' zei ik iets onaardiger dan de bedoeling was.

'Door die storm?' Hij knikte naar het raam.

'Ja, en ik ben niet ontvoerd onderweg dus je hoeft niet boos op te worden.' Oké, misschien was ik wel ontvoerd. Een soort van. Gold vrijwillig meelopen met je grootste nachtmerrie als ontvoerd? Waarschijnlijk niet.

Luke keek me fronsend aan. 'Ik was niet van plan boos te worden, Suze. Ik was gewoon benieuwd, oké?'

Waarom verliepen onze gesprekken toch altijd zo? Eerst ging het nog wel goed en dan zeg ik iets stoms en worden we allebei geïrriteerd of boos.

'Misschien moet je maar naar huis gaan,' mompelde ik. Ik sloeg mijn armen over elkaar en staarde naar mijn dekbed.

Luke was even stil. 'Wat is er aan de hand, Suze,' vroeg hij toen. Zijn stem klonk eigenlijk best...lief. Ik moest moeite doen om niet alles op te biechten. Ik perste mijn lippen op elkaar en probeerde ergens anders aan te denken dan Dean's bedreigingen. Niet echt mogelijk. Je gaat ze voor me bespioneren. Ik hoorde zijn stem in mijn hoofd. Als jij weigert zorg ik ervoor dat ze allemaal naast je vader belanden. Dood.

'Suze?' Luke schudde zacht aan mijn schouder. 'Gaat het wel?'

Ik keek op en vocht tegen de tranen. Ik had al genoeg gehuild de afgelopen weken. 'Alles gaat goed.' Ik glimlachte, maar Luke was niet snel voor de gek te houden. Hij keek dwars door mijn neppe glimlach heen.

'Ik geloof je niet,' zei hij.

Waarom was hij zo slim? Waarom zag hij zulke dingen? Dat hoorde hij niet te zien.

'Ik hoef niet jouw gave te hebben om te weten dat je ergens mee zit, Suze. Zelfs ik zie dat.'

Ik plukte aan mijn dekbed en probeerde iets te bedenken om te zeggen. Ik wist niets.

Gelukkig besloot Luke op dat moment om zijn armen om me heen te slaan. Hij drukte me zo dicht tegen hem aan dat ik niet eens meer iets kon zeggen. Het voelde fijn en ik wenste dat we voor altijd zo konden blijven zitten. Dan zouden we gewoon doen alsof er niets aan de hand was. Alsof alles normaal was. Alsof ons leven normaal was.
Luke drukte zijn lippen op mijn voorhoofd en ik moest moeite doen om mijn tranen binnen te houden.

'Je kan me alles vertellen, Suze. Dat weet je toch?' fluisterde hij in mijn oor.

Ik knikte. Maar hij had geen gelijk. Ik kon hem niet alles vertellen. Als ik dat zou doen zouden er heel veel mensen doodgaan.

Toen hoorden we voetstappen op de trap. Luke liet me meteen los en we keken allebei naar mijn kamerdeur.

'Ik moet weg,' fluisterde Luke. Hij stond op van het bed en ik volgde hem naar het raam. Hij deed het raam open en keek naar buiten. Het sneeuwde nog steeds.

'Ik hou van je,' zei ik. Dat was tenminste iets wat ik hem wel kon vertellen.

Luke draaide zich om naar mij en glimlachte. 'Ik hou ook van jou.' Hij kuste me kort en sprong toen uit het raam. Ik keek toe hoe hij de grond raakte en het bos in rende.

Net toen ik het raam dichtdeed kwam mijn moeder binnen. 'Hé, ik dacht dat jij al sliep,' zei ze verbaasd.

Ik schudde mijn hoofd en liep terug naar mijn bed. 'Nee, ik kon niet slapen en het raam stond nog open dus ik ben het even dicht gaan doen.'

Mijn moeder kwam op de rand van mijn bed zitten en keek me even aan.

'Wat,' vroeg ik na een tijdje.

'Niks.' Ze glimlachte. 'Ik vond het opeens zo leuk dat ik zo'n grote dochter heb.'

Ik rolde met mijn ogen. 'Mam, alsjeblieft niet doen.'

'Sorry.' Ze lachte. 'Je moet maar gaan slapen. Nog een paar dagen naar school en dan is het vakantie.'

Ik knikte. 'Oké, welterusten mam.' Hoe sneller ze hier weg zou zijn, hoe beter.

Ze glimlachte naar me en liep de kamer uit.

Zwart vulde de kamer. Ik staarde naar het plafond, of eigenlijk gewoon naar zwart, en probeerde een plan te bedenken. Ik moest iets verzinnen om Dean tegen te houden. Maar plannen bedenken was niet mijn sterkste punt. Na een hele tijd, mijn ouders waren zelfs aan gaan slapen, gaf ik het op. Ik deed het licht weer aan en schrok me dood toen ik in een hoek van mijn kamer een jongen zag staan. Bijna had ik het hele huis bij elkaar geschreeuwd.

'Wat doe jij hier,' snauwde ik hem toe.

Hij lachte. 'Ik hou je in de gaten, precies zo als me opgedragen is.'

'Dus dan ga je daar zomaar staan? Ga uit mijn kamer!'

Hij lachte weer. 'Sorry, maar jij bent niet mijn opdrachtgever. Ik luister niet naar jou.'

'Hoe ben je eigenlijk binnengekomen,' vroeg ik met samengeknepen ogen. Was hij ook door het raam gekomen?

Joseph lachte. Het leek wel alsof hij niets anders deed. 'Jij liet het raam openstaan dus heb ik dat als deur gebruikt. Het was je eigen schuld.'

'Kun je niet door dingen heenlopen,' vroeg ik achterdochtig.

Hij schudde zijn hoofd. 'Dat ik onzichtbaar kan worden, betekent niet dat ik dan door allemaal dingen heen kan lopen. Ik ben geen spook.'

Ik knikte en staarde naar zijn groene ogen. Ik het zwakke licht leken ze bijna licht te geven. Hij zag er best angstaanjagend uit met zijn lichtgevende ogen en zijn haar dat bijna wit was.

'Ik heb trouwens het geheugen van je vrienden gewist,' zei Joseph. Hij zei het achteloos. Alsof hij zei dat hij de hond ging uitlaten.

'Wat heb je gedaan?' schreeuwde ik.

'Hé even rustig. Je wilt toch niet dat je ouders wakker worden?'

'Je hebt hun geheugen gewist? Ben je gek geworden?' Ik moest mijn best doen om niet te schreeuwen.

'Het leek me beter. Zo hoef jij hen niks meer uit te leggen. Probleem opgelost.' Hij durfde zelfs te glimlachen.

Ik keek om me heen naar iets om nar het te gooien, maar zag niets.

'Dat meisje wilde de politie bellen en dat kunnen we niet gebruiken. Ik had geen keus.'

Ik had zin om hem in elkaar te gaan slaan, maar ik wist dat ik dan zou gaan verliezen. Hij was vast sterker.

'Ik heb er trouwens ook voor gezorgd dat je een schild om je heen hebt. Die Nick kan je gedachten nu niet meer lezen en dat meisje, Kate heet ze volgens mij, ziet je toekomst niet meer.'

Ik wist gewoon niet wat ik moest zeggen. Ik wilde hem pijn doen. Heel veel. Ik wilde hem dood. En het aller liefste wilde ik Dean dood.

Toen pas merkte ik iets raars op aan Joseph's woorden. Hij zei dat hij hun geheugen had gewist. Hij zie dat hij ervoor had gezorgd dat ik een schild om me heen zou hebben. Hij zei dat hij dat allemaal had gedaan. Dat kon toch niet? Hij had al een gave en dat was dat hij onzichtbaar kon worden. Hoe kon het dan dat hij die andere dingen ook allemaal kon? Toen ik het hem vroeg grijnsde hij.

'Zo, dus je bent ook nog eens slim,' zei hij. 'Grappig.'

Ik negeerde hem. 'Vertel op. Waarom kan jij al die dingen?'

'Het is een gave.'

'Je hebt al een gave.'

'Ja, maar onzichtbaar worden is een deel van mijn gave. Mijn gave is dat ik heel veel gaves beheers.' Hij keek me triomfantelijk aan.

'Kan dat,' vroeg ik verbaasd.

Joseph knikte. 'Ik ben het bewijs.'

Dat moest ik even verwerken. Ik had er nog nooit van gehoord, maar dat zei natuurlijk niets. Ik wist niet veel van de wereld van de halfmensen. Alleen dat sommige slecht waren. Heel slecht.

'Goed, zullen we doen dat dit nooit is gebeurd? Mijn baas vind het niet fijn dat ik met je praat. Eigenlijk heeft hij me dit verboden, maar ik kon het gewoon niet laten.' Hij grijnsde. 'Ik denk dat ik maar weer eens verdwijn.'

Ik knikte. 'Oké. Ga je daar trouwens de hele nacht blijven staan?'

Joseph knikte. 'Waarschijnlijk wel.'

'Succes dan,' zei ik en ik deed het licht uit. Joseph was geen slecht mens. Hij zou me vast niet vermoorden in mijn slaap. Nou ja, als hij dat zou doen zou het wel heel veel oplossen.

Ik draaide me op mijn zij, met mijn rug naar Joseph. Ik wilde even nadenken, maar veel tijd kreeg ik daar niet voor. Binnen een paar seconden viel ik in een diepe slaap.





Dit hoofdstuk is opgedragen aan @gemberbol omdat ze echt op elk hoofdstuk heeft gereageerd. Dat vind ik echt zoo leuk :) Dankjee daarvoor. Je bent geweldig :)



Green Eyes (oude versie)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu