Hoofdstuk 39

1.4K 104 23
                                    

Hoofdstuk 39

Het was nacht. Als ik mijn hoofd tegen het raampje legde, kon ik de sterren boven me zien fonkelen. Ze waren prachtig en maakten mijn gedachten leeg.

De hele dag was ik gestrest geweest. Nu had ik eindelijk het gevoel alsof we veilig waren. Misschien kwam het doordat het nacht was, ik voelde me veilig in het donker. Alsof ik dan onzichtbaar was. Of misschien kwam het gewoon doordat we echt naar een veilige plek gingen. Een plek waar Dean ons niet snel zou vinden.

Ik keek weg van de sterren en legde mijn hoofd op de schouder van Luke. Hij pakte mijn hand en vlocht zijn vingers door de mijne.

Het was stil en warm in de auto. Het waren de perfecte omstandigheden om te gaan slapen, maar ik wilde niet. Ik wilde wakker blijven. Ik wilde wakker blijven totdat we er waren. Totdat we op een veilig plek waren waar ik niet meer bang hoefde te zijn.

Ik keek even naar Iris die naast Luke zat. Zij sliep wel. Ik had geen idee hoe ze dat kon.

Mijn blik ging naar Josh en Adam. Josh reed en Adam zat naast hem. Adam's hoofd lag tegen het raampje van de auto en hij sliep ook.

Josh had een chagrijnige blik op zijn gezicht. Zijn handen omklemden het stuur heel stevig. Hij vond het duidelijk niet zo heel leuk dat hij om half twee 's nachts door het donker moest rijden. Maar ja, wie vond dat wel?

Ik sloeg mijn armen om Lukes middel en verstopte mijn gezicht in zijn shirt. Er was iets mis. Iedereen was zo rustig, zo ontspannen. We mochten niet vergeten dat we eigenlijk op de vlucht waren. Het leek alsof we veilig waren als we naar een andere staat zouden verhuizen, maar dat was niet zo. Dean had ook een auto en overal spionnen. Als hij zou willen, zou hij er zo achter komen waar we verbleven en waren we alsnog allemaal dood.

Het was een soort cirkel. Wij verhuisden, Dean vond ons, vermoordde ons bijna en wij verhuisden weer. We moesten de cirkel verbreken.

Of we moesten stoppen met weglopen, met de kans dat Dean ons vond en ons vermoordde. Of we moesten zorgen dat hij niet langer leefde. Dan zouden we van het probleem af zijn.

De beste oplossing leek me Dean's dood. Dat was het enige dat er echt voor zou zorgen dat de cirkel ophield met bestaan.

Ik liet Luke los en slaakte een geïrriteerde zucht. We moesten niet weglopen, we moesten juist Dean zoeken en hem uitschakelen. Waarom lieten we ons leven bepalen door hem? Waarom gaven we hem die macht?

Luke keek me vragend aan, maar ik schudde mijn hoofd. Ik had geen zin om het aan hem te vertellen. Nog niet.

Ik legde mijn hoofd tegen het raampje van de auto en deed mijn ogen dicht. Misschien zou het me lukken om even te slapen. Misschien zou het me lukken om alles even te vergeten en gewoon wat rust te nemen. Alles zou vast beter zijn na wat uren slaap.

Ik stond in een kamer. Er waren vier grijze muren, een grijs plafond en een grijze vloer. Geen deur en geen ramen. Het was beklemmend. Het was angstaanjagend.

Ik keek om me heen en kwam erachter dat ik alleen was. Opgesloten in dit grijze vierkant.

'Hallo?' Mijn stem echode door de lege ruimte.

'Susan Taylor.' Zijn stem was spottend en zorgde ervoor dat de rillingen over mijn rug liepen. Het was de stem uit mijn ergste nachtmerries. 'Wat leuk dat we elkaar hier weer tegenkomen.'

Ik keek nog eens om me heen, maar zag hem niet. Het was alleen zijn stem. En alleen dat maakte me al zo bang.

'Wat wil je van me,' vroeg ik. Mijn stem klonk sterk, alsof ik niet bang was. Dat was mooi. Ik wilde niet dat hij dacht dat ik bang voor hem was. Dat was ik misschien wel, maar dat hoefde hij niet te weten.

Green Eyes (oude versie)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu