Hoofdstuk 28

740 43 0
                                    

Ashton POV

Ik hang de telefoon op, veeg de tranen uit mijn ogen en start de auto weer. Binnen no time parkeer ik de auto op de plek waar we de afgelopen 3 weken hebben gestaan, alleen is de hele sfeer nu anders. We rennen alle 3 door de parkeergarage de lift in. Zodra we op de afdeling van de intensive care komen wacht ik niet eens tot de liftdeuren helemaal open zijn. Ik stuif meteen de lift uit, en door naar Sara's kamer. Zodra we binnen komen zie ik dat Calum, pratend met de dokter, naast Sara's bed staat en haar hand vast heeft. Sara ziet er.. anders uit. Gezonder. Levender. Ik slaak een zucht boordevol opluchting, en ga samen met Mickey en Luke op de stoelen zitten waar we de afgelopen 3 weken in spanning gezeten hebben. Na 5 minuutjes geeft Calum de dokter een hand, en loopt de dokter de kamer uit. We staan op en gaan met zn 3en rond Sara's bed staan. "En? Wat zij de dokter? En is er nog iets verandert?" vraag ik. "Haar bloedwaarden waren wat laag. Ze zijn opzoek naar een donor die haar bloed kan geven. Gezien haar vitale functies wordt verwacht dat ze binnen nu en een half uur bijkomt." Zijn gezicht betrekt bij het volgende wat hij wil zeggen zichtbaar. "alleen waarschuwde hij ons nog dat.. hij weet niet hoe ze wakker gaat worden. In wat voor staat ze gaat zijn. Hij vertelde dat ze lichamelijk vooral erg moe zou zijn, maar dat het feit dat ze.. gered is nog wel is voor verwarring kan zorgen." Ik slik even maar knik dan. "ze komt bij. Dat is het beelagrijkste" voegt Michael toe. Dit trekt ons alle 4 weer een beetje terug in een opgeluchte stemming, en afwachtend en ongeduldig gaan we op onze stoelen naast het bed zitten.

Sara POV

Alles is donker. Donker, stil en vredig. Ik ben dood. Ik weet dat ik dood ben. Het moet haast wel. "Eindelijk", kan ik alleen maar denken. Ik weet niet of ik nou loop of stil zit, maar voor me verschijnt een groot wit licht, wat steeds dichter bij komt. Het is klaar. Het is klaar. Het is..

Ik open mijn ogen en kijk naar een strak wit plafond. Ik knijp ze dicht, en er komt een zacht kreuntje uit mijn keel van de pijn. Plots laait er in de kamer een kabaal van stemmen op. "jongens ze is wakker! Ze is wakker! Saar? Saar hoe voel je je?" ik probeer mijn handen op mijn oren te duwen om wat van het geluid te filteren maar mijn armen voelen zo enorm zwaar dat ik het maar opgeef. Ik open mijn ogen opnieuw en zie 4 paar bezorgde ogen op me neer kijken. En ik herken ze meteen. Mijn papa's. zodra ik ze zie komen de herinneringen van 'die avond' weer terug. De droom. De wanhoop. De stilte. Het donker. De leegte. VERDOMME! Hoe kan ik wakker zijn?! Ik zou dood moeten zijn. Ik zou mijn papa's hun leven terug moeten hebben gegeven. Dit kan niet. Mijn ademhaling gaat steeds sneller en ik begin te hijgen en naar adem te happen terwijl ik mijn ogen weer dichtknijp en met veel moeite mijn handen op mijn oren duw. Ik begin te gillen, en te krijsen. Dit kan niet! Zo had het niet mogen zijn! Ik hoor door mijn schreeuwen heen dat er nog meer mensen de kamer in komen. Ik voel een scherpe prik in mijn linker bovenarm, en opeens worden mijn spieren zo moe, dat ik mijn armen wel moet laten zakken en wel stil moet zijn. Langzaam drijf ik weer terug de duisternis is, maar deze keer voelt het niet goed. Het doet pijn. Het doet pijn omdat ik weet dat er een moment komt waarop ik mijn ogen weer open doe.


When The World Turns GreyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu