Het gevecht deel 2

60 2 2
                                    

Anne slaakt een piepgeluidje en verandert snel in een mens. Verbaast kijken ze elkaar. Een tijdje zeggen ze niks. Wendy kan niet geloven dat haar beste vriendin hier nu voor haar staat. Laat staan dat ze gelooft dat ze een weerwolf is. Anne verbreekt als eerst de stilte.
"H...hoe? Hoe kan dit?
Dat wou ik jou net vragen."
Anne schud haar hoofd ontkennend.
"Ik kan niet geloven dat ze jou te pakken hebben gekregen. Tanja had gezegd dat ze ervoor zouden zorgen dat ze dit niemand meer konden aandoen."
Verbaast kijkt Wendy naar haar beste vriendin.
"Waar heb je het over? Wie wat niet meer konden doen?"
Nu is Het Anne's beurt om Wendy verbaast aan te kijken.
"Die andere roedel, die ene die in dat grote huis aan de andere kan van het bos woont. Dacht je echt dat je de enige was die ze dit aan hebben gedaan?
Die me wat aan heeft gedaan?!
Je in een weerwolf heeft veranderd natuurlijk. Wat anders?"
Wendy is te verbaast om te antwoorden. Ze probeert na te denken. Anne kijkt haar bezorgt aan. Na een poosje lijkt ze haar tong weer te hebben gevonden. Ze kijkt Anne aan.
"Ik weet niet wat die roedel jou verteld heeft, maar ik ben niet verandert door de roedel in het grote huis.
Hoe kan dat? Zijn er nog andere roedels hier dan?
Nee, nee, volgens mij niet.
Maar wie heeft jou dan verandert?"
Anne's gezicht straalt een en al verbazing en verwarring af.
De leider van jouw roedel!
Wat? Nee, je vergist je. Dat hebben ze je zeker verteld.
Nee, natuurlijk niet. Ik wist al wie hij was, en ik was er zelf bij hoor.
Maar dat zou hij nooit doen. Of had je hem dat gevraagt?
Nee natuurlijk niet.
Maar hij zou dat nooit tegen iemands wil doen.
Hoe weet jij dat?
Dat... dat heeft Tanja verteld.
Tanja, dat is toch een meisje uit jouw roedel?
Ja, hoe weet je dat.
Het zou best logisch zijn weet je, maar ik ken haar min of meer.
Hoe dan?
Zij moest mij in de gaten houden toen jouw roedel mij ontvoerd had.
Jou ontvoerd had? Waar heb je het over?"
Wendy begint zich langzaam te irriteren.
"Zoals ik het zeg. Ze hadden me ontvoerd en daarna gebeten."
Anne kijkt haar geschokt aan. Ze zegt niets. Zachtjes vraagt Wendy:
"Maar hoe ben jij verandert?"
Anne antwoordt met een verstikte stem.
"Tanja zei dat jou roedel me heeft verandert."
Meteen krijgt Wendy medelijden met haar. Welke onwaarheden zouden ze haar nog meer hebben verteld?
"Ze hebben tegen je gelogen. Onze leider heeft ons dat verboden."
Anne reageert niet.
"Wat hebben ze je over ons verteld?"
Overduidelijk met moeite antwoord ze.
"Ze zeiden dat je roedel een leger probeert te maken en daarom mensen bijt. Ze zeiden dat een van jullie mij ook had gebeten en me daarna bloedent hadden achtergelaten. Ze hebben mij verzorgt en geholpen tijdens mijn eerste volle maan."
Ze barst in tranen uit.
"Ze zeiden dat ze gingen proberen jullie te stoppen."
Ze zwijgt even en schud haar hoofd terwijl ze de tranen van haar wangen probeert af te vegen. Dan kijkt ze naar Wendy.
"Ze hebben gelogen he? Over alles."
Wendy geeft een klein knikje. Anne barst weer in tranen uit. Snel slaat Wendy haar armen om haar heen.
"Ze waren als een soort tweede familie. Ik vertrouwde ze. Maar ze hebben over alles geloge."
Wendy merkt hoe Anne's verdriet langzaam overgaat in woede. Anne wurmt zich uit Wendy's armen en slaat hard tegen een boom.
"Stomme leugenaars! Ik vertrouwde jullie!"
Wendy loopt snel naar haar toe.
"Anne, je moet kalmeren. Als je te boos word word je gevaarlijk voor iedereen."
Ze legt haar hand op Anne's schouder.
Anne ademt een paar keer diep uit. Dan slaakt ze een trillerig lachje.
"Je hebt gelijk. Sorry.
Dat maakt niet uit."
Ze kijken elkaar een tijdje aan. Maar dan klinkt er een hard hoog gejank. Meteen rent Wendy zo snel ze kan naar de bron van het geluid. Dit gehuil zou ze overal herkennen. Ze stampt door een grote groep bosjes en laat zich op haar knieën vallen. Voor haar ligt het bloedende lichaam van Mason.

Zijn ogen zijn gesloten en hij beweegt niet, op zijn op en neer gaande borstkast na, die liet zien dat hij zwakjes en ongelijk ademhaalt. Op zijn achterhoofd zit een kleine wond die een deel van zijn blonde haar rood kleurt. Maar dat is niet ergste. In zijn zij zitten drie hevig bloedende diepe sneeën van klauwen. Snel trekt ze haar mes uit haar riem en snijdt een stuk stof van haar broek. Ze drukt hem tegen zijn zij om zo het bloeden te stelpen. Ze ziet hoe het bloed zich snel door de lap versprijdt. Paniekerig Snijdt ze nog een lap stof af. Na een paar seconde is deze ook doorweekt van het bloed.
"Help! Iemand!"
Het is eruit voor ze er erg in heeft. Snel kijkt ze om zich heen of iemand haar heeft gehoord. Ze hoort het geritsel van bladeren een paar meter verderop. Verwachtingsvol kijkt ze richting de bron van het geluid. Ineens springt een onbekende wolf uit de bosjes op haar af. Verstijft kijkt Wendy toe hoe de wolf zijn klauwen naar haar uitstrekt en zijn kaken richting haar hals gaan. Maar net voordat de wolf haar grijpt duwt een andere wolf hem weg. Ze herkend Anne meteen. Anne gromt boos naar de andere wolf. Maar ze lijkt lang niet zo boos als de andere wolf. Wendy ziet hoe de wolf Anne bespringt en tegen een boom gooit. Anne zakt in elkaar aan de voet van de boom. Eindelijk ontwaakt Wendy uit haar verstijfde staat. Ze pakt snel haar mes die naast haar ligt en staat op. Net als ze rechtop staat heeft de wolf zich omgedraaid. Langzaam lopen ze op elkaar af. Wendy spant al haar spieren aan en kijkt naar elke beweging van de wolf terwijl ze zich klaarmaakt om zich te verdedigen.
De wolf staat stil. Wendy volgt zijn voorbeeld. Meteen ziet ze hoe een tweede wolf erbij komt. De twee wolven gaan naast elkaar staan en staan op het punt om aan te vallen. Wendy voelt een zweetdruppel over haar rug rollen en haar handen voelen klam aan. Ze verstevigd haar grip op het mes. De eerste wolf valt aan. Wendy springt opzij en ontwijkt hem, maar de andere wolf had zijn kans gezien. Terwijl Wendy haar evenwicht probeert terug te krijgen bijt hij hard in haar linkerarm. Ze voelt hoe de tanden in haar vlees boren en ze kreunt hard. Snel brengt ze haar rechterarm omlaag en steekt haar messen tussen de schouderbladen van de wolf. Hij jankt en zijn kaken verslappen.Wendy voelt hoe de adrenaline door haar aderen stroomt. Ze geeft hem een harde klap met het lemmet van haar mes. De wolf laat haar helemaal los en valt bewusteloos op zijn zij. Snel ze draait ze zich om. De tweede wolf probeert haar te besluipen. Maar nu hij ziet dat dit niet werkt springt hij weer op haar. Ze laat zich op haar knieën vallen en steekt haar mes midden in zijn borstkast. Hij slaakt een kort jankje en valt dan gorgelend en bloed spugend op de grond. Niet snel daarna ligt hij levenloos stil. Verbijsterd kijkt Wendy naar haar armen. Haar linkerarm is bedekt door het bloed van haar eigen wond en de andere is bedekt met bloed van de wolf. Ze kijkt naar de wolf. Een plas bloed verspreidt zich door het gras. Ze kijkt naar Anne. Ze ziet hoe haar borstkast op en neer beweegt. Opgelucht slaat ze een trillerige zucht. Ze zakt weer op de grond en draait zich om naar Mason. Ze verstijft waneer ze ziet dat de bloedvlek nog veel groter geworden is en ze ziet dat Mason nog nauwelijks ademt. Ze trekt haar blouse uit en drukt deze tegen de wond terwijl de tranen in haar ogen springen.
"Waag het niet om me hier achter te laten hoor je."
De tranen stromen over haar wangen terwijl ze meer druk op de wond probeert de zetten.
"Godverdomme, waarom?!
Wendy?! Wendy!"
Ze kijkt op. Naast haar komen haar moeder, Ashton en een van de roedelleden de struiken uitgerend.
"Wendy!"
Haar moeder zakt naast haar neer en pakt haar bij haar schouders.
"Wendy! Rustig, we zijn hier. We helpen hem."
Zachtjes probeert ze Wendy's handen van de vochtige stof te halen. Ze laat hem los wanneer Ashton en het roedellid Mason mee proberen te nemen. Dan klampt ze zich hysterisch snikkend vast aan haar moeders jas. Ze ziet hoe Mason weg wordt gedragen.
"Rustig maar, rustig, het komt goed met hem.
A..Anne.
Wat?
Anne, ik moet haar helpen."
Verbaast kijkt haar moeder om zich heen, ze ziet Anne bijna meteen bij de boom liggen.
"Oh, hemel. dat is niet goed."
Haar moeder staat op en loopt naar Anne.
"Ze bloedt niet, dat is een goed teken."
Voorzichtig tilt ze haar op.
"Ik ga haar naar het huis brengen. Ze zullen haar daar wel helpen. Pas alsjeblieft goed op, want er wordt nog steeds gevochten."
Ze kijkt even bedenkelijk naar Wendy.
"Gaat het nog wel?
Ja, ja."
Wendy staat snel op. Ze probeert haar tranen met haar schouder weg te vegen omdat ze bang is dat ze anders bloed in haar ogen smeert.
"Het gaat wel. Breng Anne alsjeblieft weg."
Haar moeder twijfelt even maar draait zich dan om en baant zich een weg door de struiken. Wendy blijft alleen achter. Of dat dacht ze.
"Ontroerend zeg, Bijna je geliefde en je beste vriendin verliezen."
Wendy's nekharen gaan rechtovereind staan. Langzaam draait ze zich om. Achter haar staat een grote man. De laatste keer dat ze hem had gezien zag ze nauwelijks meer dan zijn silhouet, maar zodra ze zijn stem hoorde schoten de herinneringen van de pijn toen hij haar beet weer door haar hoofd. Nu hij in het daglicht staat kan ze eindelijk zijn gezicht zien. Woede en afschuw schieten door haar heen. Zijn hele lichaam en gezicht lijken onder de littekens te zitte. Een litteken loopt over zijn linkerooglid en zijn linkeroog is duidelijk vervangen door een glazen oog. Zijn neus is vreemd vervormt, alsof hij nooit meer helemaal van zijn wolvensnuit af kan komen. Maar het ergste zijn zijn tanden. Daar is niks menselijks meer aan. Hij heeft alleen nog een rij scherpe wolventanden waar hij nu kwaadaardig mee naar Wendy grijnst.
"Het is alleen jammer dat de jongen zijn liefje nooit meer zal zien."
Hij zet een stap in haar richting wat haar doet terugdeinzen.
"Wees maar niet bang, het zal snel voorbij zijn."
Hij laat zich op zijn handen vallen terwijl hij snel transformeert. De grote grijze wolf die zo bekent is voor Wendy staat weer voor haar.
"Jij!"
De wolf lijkt naar haar te grijnzen. Hij doet weer een stap naar haar toe. Snel kijkt ze om zich heen op zoek naar haar mes. Ze kreunt zacht als ze hem een meter achter de wolf ziet liggen. Daar heeft ze niks aan. Snel transformeert zij ook. Ze merkt meteen dat de wolf een stuk groter is dan zij. Gespannen wacht ze tot hij de eerste aanval inzet. Maar hij lijkt hetzelfde te doen. Ze kan niet langer wachten. Ze probeert hem met een schijnbeweging te verwarren en hem in zijn hals te bijten. Maar hij is niet voor niets een roedelleider. Hij heeft haar al een harden klap verkocht voor ze hem zelfs maar kon aanraken. Door de klap is ze haar evenwicht kwijt. Dit gebruikt hij om haar in haar been te bijten. Ze jankt juid. Hinkend probeert ze van hem weg te komen maar hij is te snel. Hij beukt haar hard tegen een boom aan. De klap slaat alle lucht uit haar longen. Hevig hijgend kijkt ze naar hem op. Hij lijkt het alleen maar grappig te vinden. Ze probeert weer weg te komen. Hij beukt haar weer tegen een boom. Dit keer voelt ze een hevige pijn in haar hoofd. Ze voelt warm bloed zich door haar haar verspreiden. Duizelig kijkt ze naar hem. Hij is veel sterker en sneller dan zij. Maar hij moet een zwakke plek hebben. Ze kijkt hem aan, en dan weet ze het. Ze snel ze kan rent ze de struiken links van haar in. Ze probeert zo geluidloos mogelijk door de struiken te lopen. Waneer ze weer uit de struiken komt is ze om de wolf heen gelopen. Ze is nu dichtbij haar mes. Voorzichtig transformeert ze terug. De wolf probeert haar te vinden maar ze had gelijk gehad. Zijn oog was zijn zwakke punt, Hij was links blind. Daarom was hij haar nu kwijt. Snel pakt ze haar mes, maar tegelijkertijd gaat ze op een takje staan die onder haar voet doormidden knapt. De wolf draait zich om. Maar hij was te laat. Het mes had mijn hand al verlaten en een halve seconde later zag je alleen nog het handvat uit zijn borstkast steken. Grommend valt hij op zijn zij, Terwijl hij wild met zijn poten klauwend probeert om het mes eruit te krijgen, maar het lukt hem niet, en als snel beweegt hij niet meer dan af en toe een stuiptrekking. Pas waneer hij helemaal niet meer beweegt durft Wendy het mes te halen. Waneer ze het mes vastheeft zakt ze trillend op haar knieën. Het lijkt alsof de hele wereld om haar heen draait. er zit een kloppende pijn in haar hoofd en de randen van haar blikveld worden langzaam zwart.

Waneer ze haar ogen open doet is alles om haar heen nog steeds zwart. Ze heeft het gevoel alsof er iets on haar hoofd zit. Voorzichtig gaat ze overeind zitten. Ze verwachtte dat ze heel erge hoofdpijn zou hebben maar ze voelt alleen een soort duffe gevoelloosheid.
Voorzichtig staat ze op. Ze merkt hoe haar ogen langzaam wennen aan de duisternis en ze begint vaag de contouren van haar bed en de gordijnen voor het raamkozijn te zien. Ze probeert ze open te doen. Waneer ze de gordijnen opzij schuift komt er een zwakke gloed van buiten door de ramen schijnen. Ze kan de contouren van de bomen buiten zien en ze ziet de oranje achtige gloed van de opkomende zon. Buiten is het rustig. Je hoort niks op een enkele fluitende merel na. Voorzichtig loopt ze de gang op. Het is er doodstil. Ze besluit om op zoek te gaan naar Mason. Maar ze heeft geen idee waar ze moet zoeken. Ze loopt een tijdje door het huis zonder iemand te zien.
"Wendy?"
Ze kijkt om.
"Ashton, wat doe jij hier zo vroeg?
Ik ga.
Je gaat? Waarheen?
Weg.
Nou daar heb ik wat aan.
Ik ga naar mijn eigen leven.
Weer een vaag antwoord.
Het is niet vaag, jij snapt het gewoon niet. Dacht je echt dat ik geen eigen leven had buiten de roedel?
Ehm..
Ik zit op een universiteit, ik studeer. Ik kwam alleen terug omdat de roedel me echt even nodig had. Maar nu ga ik weer terug.
Ow, daar had ik eigelijk nooit over nagedacht.
Dat maakt niet uit hoor. Jij bent zeker op zoek naar Mason en je vriendin?
Ja, weet jij waar ze zijn?
Je vriendin is in haar eigen huis. Ze had alleen een lichte hersenschudding. Mason licht in zijn eigen kamer.
Bedankt. Succes met dat studeren."
Hij lacht.
"Bedankt."
Ze loopt snel naar Mason's kamer. Ze doet de deur zo zachtjes mogelijk open. Mason licht in zijn bed te slapen. Voorzichtig gaat ze naast hem ligen. Hij kreunt zachtjes en opent zijn ogen een beetje.
"Sorry dat ik je wakker maak."
Hij kreunt.
"Maak je niet druk, ik slaap nog steeds half."
Hij tilt zijn arm op en streelt daarmee voorzichtig Wendy's wang.
"Hoe gaat het met je?
Ik ben heel moe. Mijn moeder zei dat dat normaal is als je veel bloed verloren hebt. Maar verder voel ik me geweldig. Zeker nu jij hier bent."
Hij slaat voorzichtig zijn arm om haar middel.
"Wist je trouwens al dat je beroemt bent?"
Ze kijkt hem verbaast aan.
"Ik? Hoezo?
Je hebt een van de sterkste roedelleiders in Europa gedoodt. En dat terwijl je pas 18 bent."
Ze moet dit even verwerken.
"Wacht, maar als ik hem echt gedood heb...
Dan ben je nu de leider van zijn roedel."
Paniekerig kijkt ze hem aan.
"Maar daar ben ik helemaal niet klaar voor. Ik denk niet dat ik daar ooit klaar voor zal zijn.
Rustig maar, wij zullen je helpen. En als het echt niet gaat kun je de leiderschap altijd nog aan een ander overdragen. Het komt echt wel goed.
Weet je dat zeker.
Heel zeker."
Ze kruipt voorzichtig tegen hem aan terwijl hij haar dichter naar zich toe trekt.
"Ga nog maar even slapen. Ik zal er voor je zijn."
Ze begint langzaam weg te doezelen, Maar net voor ze in slaap valt zegt ze:
"Ik hou van je.
Ik hou ook van jou."
En toen viel ze in slaap.

Einde

Haal dit boek nog niet uit je bibliotheek want er komt nog een epiloog.

Het wolvenbosWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu