Een nieuw soort training

52 2 3
                                    

Wendy trained nu al vier dagen elke dag met Ashton. Mason moet nog steeds naar vergaderingen en verkeningstochten. Iedere avond waneer hij thuis komt is hij vermoeit en afgetobd. Maar hij is niet de enige. Nu Wendy zich kan verdedigen Heeft Ashton besloten dat het tijd is om te leren aanvallen. Helaas heeft Ashton al een lange tijd ervaring met zichzelf verdedigen. Daarom krijgt Wendy veel meer klappen dan ze ooit voor mogelijk had gehouden. Meestal wordt ze zodra ze een poot naar hem uitsteekt meteen gevloerd. Het is haar een paar keer gelukt om zijn poot te raken, ze heeft het zelfs een keer voor elkaar gekregen om hem in zijn flank te bijten. Ze heeft meer blauwe plekken dan ze kan tellen maar ze heeft het ervoor over. Dit is de enige manier waarop ze echt van nut kan zijn tijdens de oorlog. Voor vandaag is ze van plan om nog een beetje aan haar snelheid te werken aangezien Ashton een keer echt bij een vergadering moet zijn. Maar op dit moment licht ze nog in bed. Eigenlijk is ze al wakker maar aangezien dit de eerste dag in vier dagen is dat ze niet wakker gemaakt wordt door Ashton om te trainen rust ze eens uit. Buiten zijn de vogels al op, en Wendy heeft het gevoel dat ze alleen maar wakker zijn om haar te irriteren. Het lijkt alsof er honderd verschillende vogels voor haar raam zitten te kwetteren en aan het proberen zijn haar wakker te maken.
Ze kreunt en draait zich om in bed...
en valt eruit. Ze slaakt een kort gilletje en land op haar zei. Voorzichtig wrijft ze over haar arm.
"Rotvogels."
Ze kijkt door het raam naar buiten. Ze moet even knipperen tegen het felle zonlicht. Ze ziet hoe een aantal roedelleden het bos in rennen. Snel trekt ze haar kleren aan en rent naar de keuken. Waneer ze binnen komt ziet ze dat er niemand is. meestal zit er rond deze tijd wel iemand te ontbijten. Ze probeert te luisteren of er ergens anders nog iemand is. Maar het hele huis lijkt verlaten. Ze hoort zelf niet hoe Marije het huis schoonmaakt. Ze stil mogelijk loopt ze goed luisterend door het huis. Nergens is een levend wezen te bekennen. Ze begint zich af te vragen waar iedereen is. Nadat ze het huis van boven tot onder heeft onderzocht gaat ze naar buiten. Ze kijkt rond. Er is nog steeds niemand te zien. Of toch? Ze ziet hoe Marije de hoek om komt lopen.
"Godzijdank. Ik dacht dat iedereen verdwenen was.
Ook goedemorgen. Ben je niet mee?
Waarnaar toe?
Naar de vergadering natuurlijk.
Nee, hoezo?
De hele roedel is gegaan. Ik dacht dat jij ook wel was meegegaan.
Nee. Ik had er nog niet eens van gehoort.
Oh, dat is vervelend.
Weet je waar ze zijn?
Nee, sorry, ik heb geen idee.
Nou ja, dan ga ik maar zelf kijken.
Oke, als ze terug komen zal ik tegen Mason zeggen dat je ze aan het zoeken bent.
Bedankt. Tot straks.
Doei, succes."
Wendy springt de bosjes in. Met stevige vlugge passen loopt ze door het bos. Ze probeert te bedenken waar de roedel zou kunnen zijn. Mason heeft er geen woord over gezecht. Het zal waarschijnlijk iets zijn over komende week. Trainingen of zo. Dat zou in ieder geval verklaren waarom Mason er niks over heeft vertelt. Hij is nog steeds van plan haar uit het gevecht te houden. Maar Ashton had haar in ieder geval iets kunnen vertellen. Mopperent loopt ze verder. Ze is zo verdiept in haar eigen gedachten dat ze niet goed meer op haar omgeving let. Ineens ziet ze in haar ooghoek de weerkaatsing van licht op metaal. Meteen verstijft ze. Een kort ijzeren mes steekt uit een boom nog geen meter van haar vandaan. Ze kijkt om zich heen.
"Weet je, als ik echt had gemikt was je nu dood."
Wendy draait zich om in de richting waar het geluid vandaan kwam. Ze herkend de stem meteen.
"Mam, ben je gek geworden?! Waarom deed je dat?!
Ik liet je iets zien.
Wat, dat je gestoord bent?!
Hou toch eens op met schreeuwen. Ik heb je toch niet geraakt.
Daar gaat het niet om!
Luister, ik liet je echt alleen iets zien.
Wat dan?!
Ik zeg het als je ophoud met schreeuwen.
Best.
Ik liet je zien dat je menselijke reflexen bagger zijn.
Wat?
Een getrainde weerwolfjager zou het mes uit de lucht kunnen vissen zonder zich te bezeren en hem binnen een seconde terug kunnen gooien. Jij kunt alleen voorkomen dat hij je raakt.
...
Dat is toch genoeg om te zorgen dat je overleeft?"
Haar moeder slaat een diepe zucht.
Ik wist wel dat je ongeveer zo zou reageren.
Waarom deed je het dan?
Omdat het echt belangrijk is dat je voldoende getraind bent.
En voldoende betekent dat ik een vliegent mes moet kunnen vangen?
Nee. Daar moet je langer voor trainen. Minstens twee jaar.
Oke...
...
...En wat nu?
Nu gaan wij trainen.
Nu?
Ja, nu. Of heb je wat beters te doen?"
Snel denkt Wendy na. trainen als weerwolf kan niet goed waneer ik geen andere wolf heb om mee te vechten en mijn moeder is geen weerwolf. Ashton zal ik vandaag waarschijnlijk niet meer. zien. Ik heb geen idee waar de vergadering is.
"Waarom ook niet.
Dat dacht ik al. Kom, ik wijs de weg."
Haar moeder draait zich om en begint zich een weg door de struiken te banen. Wendy rent snel achter haar aan. Hoewel Wendy makkelijk door de bossen loopt lijkt haar moeder nog minder moeite te hebben met lopen door de dichte struiken. Wendy moet moeite doen om haar bij te houden. Al snel begint ze het deel van het bos waar ze in lopen te herkennen. Ze is niet eens verbaast waneer ze de hut, waar ze met Mason voor haar moeder uit was gevlucht, door de bomen heen ziet opdoemen. Haar moeder draait de deurknop om en loopt naar binnen. Wendy blijft aarzelend in de deuropening staan. Ze weet niet goed wat ze nu moet doen en of ze er wel welkom is. Ze ziet hoe haar moeder de kleine slaapkamer in loopt. Voorzichtig zet Wendy een paar stappen naar binnen. De boekenkast die Wendy bij haar vorige bezoek omgebeukt heeft staat weer rechtop en de boeken staan terug op hun plaats. Aan niets kun je zien dat hier een paar dagen geleden een gevecht gevoerd is. Wendy begint zich een beetje onbehagelijk te voelen. Ineens komt haar moeder de kamer weer uit. Ze heeft twee grote messen bij, een in iedere hand.
"Waar zijn die voor?"
Haar moeder drukt een van de messen in Wendy's hand.
"Ik ga je leren vechten als een weerwolfjager."
Haar moeder loopt naar buiten. Snel volgt ze haar. Zodra Wendy buiten is valt het onbehagelijke gevoel weg. Ze kijkt om zich heen. Een eindje verderop Staat haar moeder onder een boom op haar te wachten. Ze wenkt.
"Kom je? We hebben niet de hele dag."
Snel gaat ze bij haar moeder staan.
"Wat nu?
We gaan beginnen met je verdediging. Een goede verdediging zorgt ervoor dat je de kans zal krijgen om aan te vallen zonder zelf verwond te worden.
Maar ik kan me al verdedigen.
Als een wolf ja. Maar hier heb je niet genoeg aan een beetje ontwijken. Je moet terugvechten terwijl je je verdedigt. Zo kun je de tegenstander makkelijker uitputten en aan het wankelen krijgen. Snap je dat?
Ik denk het wel.
Mooi, dan beginnen we. Ik ga je aanvallen en dan ga jij de aanval afweren met dat mes. Wendy kijkt naar het mes. Ze was bijna weer vergeten dat ze hem vast had. Het voelt op de een of andere manier heel vertrouwd aan. Het is een dun simpel mes, maar het voelt op een rare manier toch anders. Het lijkt geen gewicht te hebben, alsof ze een veer vast heeft. Ze kijkt op. Haar moeder staat al klaar met haar mes in de aanslag.
"Klaar?"
Haar moeder wacht niet eens op het antwoord. Ze doet een stap naar voren en steekt haar mes vooruit. Wendy zet automatisch een stap opzij.
"Fout. Ik zei dat je hem af moest weren, niet ontwijken.
Ik was nog niet klaar.
Denk je dat een echte vijand gaat wachten tot je klaar bent?
Nou, nee, maar...
Niks maar. Dat doen ze niet. Je moet sneller leren te reageren.
Ik ontweek hem. Dat is toch ook goed. ik werd in elk geval niet geraakt.
"Zucht" Dat is niet goed genoeg. We doen het nog een keer."
Zo gaat het de rest van de ochtend door. Het begint Wendy al aardig te lukken om de aanvallen af te weren. Ze is in ieder geval geen enkele keer gestoken. Het mes begint een beetje te voelen als een verlenging van haar arm. Ze is al niet meer bang dat ze er iemand mee neersteekt. Het lijkt alsof ze er al haar hele leven mee vecht.
"Stop.
Wat is er?
Ik denk dat we nu wel genoeg hebben geoefend.
Oh ja?
Ja, we hebben maar een dag en ik moet je ook nog leren aanvallen. Dus kunnen we nu het best maar meteen beginnen.
Weet je nog hoe ik stond toen ik op het punt stond je aan te vallen?
Ehm... Ik denk het.
Mooi, doe maar eens voor. Ik verbeter je wel als dat nodig is."
Wendy gaat staan zoals ze dacht dat haar moeder stond. Rechte schouders, benen iets uit elkaar en mes in de aanslag. Ze kijkt aarzelend naar haar moeder.
"Zo?"
Haar moeder kijkt haar lang aan, dan zegt ze:"Bijna, je moet je lichaam iets meer naar mij toe draaien. Anders verlies je veel sneller je evenwicht.
Oke."
Ze draait zich meer naar haar moeder toe.
"Zo dan?
Perfect. Nu moet je me aanvallen.
Oke..."
Aarzelend zet ze een stap naar voren en steekt ze haar mes uit. Meteen blokt haar moeder haar aanval en weet Wendy's mes uit haar handen te slaan. Haar moeder slaakt een diepe zucht.
"Dat leek nergens op. Zelfs een kleuter had makkelijk van je kunnen winnen.
Sorry hoor. Ik steek je nou eenmaal liever niet neer.
Jij mij neersteken? Dat gebeurt echt niet. Daar moet je veel langer voor trainen, of ik zou mijn armen en een been kwijt moeten zijn. Anders is het onmogelijk.
Nou dat is bemoedigent.
Aw, dat is niet persoonlijk. Ik heb mijn hele leven geweten dat ik een weerwolfjager ben. Ik heb dan ook mijn hele leven geoefend. Je moet gewoon nog veel leren.
Mam?
Ja?
Wat als ik geen weerwolfjager wil worden?
Ik was al bang dat we het hier over zouden moeten hebben. Kom even naast me zitten."
Haar moeder loopt naar een dikke boomstam die een paar meter verderop op de grond ligt.
"Luister, ik begrijp het dat je niet verder wil gaan met onze familietraditie. En je moet weten dat ik dat echt niet erg vindt. Als het aan mij had gelegen had je nooit gehoord van deze wereld vol van het bovennatuurlijke. Ik werd gedwongen om te trainen om weerwolfjager te worden, maar zodra ik uit huis ging ben ik ermee gestopt. Ik wilde het zelf nooit. En toen jij geboren werd wilde ik je niet tot hetzelfde gevaarlijk leven dwingen. Ik moet wel toegeven dat ik het eigelijk ook niet eens overwogen had om je zelf te laten kiezen. Wat me niet veel beter maakt dan mijn eigen moeder. Ik hoop dat je me dat kunt vergeven.
Mam, ik vind het jammer dat je het me niet wilde vertellen. Maar je deed het omdat je van me houd. Ik moet het je wel vergeven.
Bedankt lieverd. Ik ben blij dat je me in ieder geval niet haat nu. En over Mason..."
Meteen kijkt Wendy haar moeder wantrouwig aan.
"Wat is er met hem?
Ik moet me verontschuldigen. Ik dacht dat hij een slechte invloed op je zou hebben. Maar ik merk dat hij er alles aan doet om je te beschermen. En ik kan het hem niet kwalijk nemen dat je nu een weerwolf bent.
Bedankt mam, dat betekend veel voor me."
Ze zitten een tijdje zwijgent naast elkaar. Maar dan verbreekt Wendy de stilte.
"Hoe gaat het trouwens met pap?"
Haar moeder kijkt haar even heel vreemd aan. Op haar gezicht is een mengeling van boosheid en verdriet te zien.
"Niet zo heel goed. Nadat jij weg bent gegaan heeft hij zich nog meer verdiept in zijn werk. Het lijkt haast wel of hij niks anders meer kan dan werken, werken en nog eens werken. En als ik hem erop aanspreekt zegt hij dat er niks mis is, ik weet dat hij boos op me is. Hij verwijt het me dat je weg bent. Hij vindt dat ik te streng was, dat weet ik zeker, ook al zal hij het nooit eerlijk toegeven."
Wendy durft haar moeder niet aan te kijken. Het is natuurlijk haar schuld. Als zij niet was weggelopen was haar vader zich nooit zo gaan gedragen.
"Maar je moet weten dat dit ook niet jouw schuld is."
Daar kijkt Wendy van op.
"Hoe bedoel je? Als ik niet was weggelopen...
Dan was je ook wel uit huis gegaan waneer je je diploma had gekregen. Je bent al 18, je vader moet gewoon nog wennen aan het idee dat je geen klein meisje meer bent. Hij komt er wel bovenop.
Denk je?
Dat denk ik niet, dat weet ik. Kom, je moet hier nu niet allemaal aan denken. We zullen nog genoeg kansen krijgen om te praten.
Oke, gaan we dan verder oefenen?
Ja. En wees niet bang om je in te houden. Ik zweer dat je me niks zal doen.
Oke."
Ze haalt diep adem en gaat tegenover haar moeder klaarstaan. Haar mes ligt losjes in haar hand. Dan klemt ze haar vinger stevig om het handvat en haalt uit.

Toen ze merkten dat het langzaam donker begon te worden zijn Wendy en haar moeder teruggegaan naar de hut. Wendy heeft het vechten met het mes al aardig onder de knie, ook al is ze lang niet zo goed als haar moeder. Wendy dacht dat ze nu naar de hut gingen om de messen weg te leggen, maar in plaats daarvan komt ze terug naar buiten met een kleine riem in haar hand. Er zit een soort holster in.
"Wat is dat?
Dit is voor jou. Het is een riem met een holster voor je mes. Hij is speciaal gemaakt voor weerwolfjagers. De meeste hebben meer holsters maar die kun je er altijd later nog aannaaien. Die kan je wel van pas komen.
Mijn mes?
Ja natuurlijk. Eigelijk is hij al je hele leven voor jou. Je opa en oma hadden hem aan mij in bewaring gegeven voor jou toen je geboren werd. Maar ik heb hem nooit aan je gegeven. Want ik was bang dat je dan zou vragen waar hij vandaan komt en zo. Nu is het tijd om hem eindelijk aan je over te dragen.
Dank je. Maar is die riem niet veel te klein?
Nee hoor, hij is van rubber. Ik heb hem speciaal voor jou laten maken zodat je hem niet uit hoeft te doen waneer je in een wolf verandert.
Echt? Ik had niet verwacht dat je daar aan zou denken.
Tja, ik ben miet altijd de beste moeder hé. Maar ik doe mijn best.
Dat weet ik toch.
Kom Wendy, het is tijd dat je teruggaat naar huis.
Naar huis?
Wacht, ik kan beter zeggen naar je nieuwe huis. Ik heb wel gemerkt dat je daar goed past."
Haar moeder begint zich opnieuw een weg door de struiken te banen. Wendy loopt haar achterna.

Bijna de hele weg zwijgen ze. Tot ze bijna bij het huis zijn.Daar draait haar moeder zich om en kijkt haar even aan.
"Ik neem aan dat ik je bij het gevecht zal zien?"
Wendy knikt.
"Dat dacht ik al."
Daarna loopt ze weg. Wendy kijkt haar even na. Daarna loopt ze snel verder. Waneer ze binnenkomt wordt ze meteen begroet door Mason.
"Hoi Wendy.
Hoi Mason.
Wat heb je vandaag gedaan... En hoe kom je aan dat mes?
Ik heb de dag doorgebracht met mijn moeder.
Je moeder? Heb je dat mes van haar?
Ja."
Ze moet lachen om zijn verbaasde gezicht. Ze geeft hem een snelle kus.
Is dat dan zo raar?
Nee! Nee, natuurlijk niet. Ik had alleen niet verwacht dat..."
Hij lijkt diep na te denken over zijn woordkeuze. Wendy lacht weer.
"Het is niet erg hoor. Zullen we wat eten? Ik rammel."
Hij grijnst. En geeft haar een zoen.
"Je las zojuist mijn gedachten. Ik zou wel een paard op kunnen."

Hoi lezers, de schrijver hier. ik wil me verontschuldigen dat ik zolang niks heb gepubliceerd. Het wilde er niet echt van komen. Daarom heb ik nu een lang hoofdstuk. Ik zal binnenkort veel meer tijd hebben om te schrijven want dan heb ik vakantie. Nogmaals sorry.

Het wolvenbosWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu