De rest van de dag heeft Wendy Mason niet meer gezien. Hij moest naar een tweede vergadering met de belangrijkste leden van de roedel. Zo snel als ze kan rent Wendy door het bos. Toen ze het beu was om op haar kamer te zitten is ze van gedaante verwisseld en naar buiten geslopen. Ze had er absoluut geen zin in om binnen te zitten en niets te doen. Terwijl ze doorent en het bos langs zich laat vliegen begint ze na te denken. Ze kan niet gewoon zomaar in het gevecht springen. Dat zou te gevaarlijk zijn want ze heeft helemaal geen ervaring met vechten als een wolf. Ze komt al snel tot de conclusie dat hier maar een oplossing voor is. Ze zal moeten trainen. En aangezien ze niemand heeft om echt mee te vechten zal ze maar een plek moeten vinden waar ze aan haar snelheid en lenigheid kan werken. Helaas is het dichte bos niet helemaal de goeie plek voor dit. De roedel zou nooit een gevecht beginnen midden tussen de bomen. Dus zal ze een open plek moeten vinden. Bijna meteen schiet er haar een te binnen. De open plek waar ze met Ashton was geweest. Het staat er daar niet vol met bomen maar er zijn meer dan genoeg obstakels om mee te oeffemen Ze probeert zich te herinneren waar het was. Ze kijkt om zich heen. Deze plek komt haar niet bekend voor, en het helpt ook niet dat ze pas een keer op de open plek is geweest. Ze probeert zich te herinneren hoe het bos er daar uit had gezien. Ineens hoort ze geluid van een brekende tak achter haar. Ze draait zich om en sterkt haar snuit in de lucht in een poging er zo achter te komen wat daar was. Maar de windt staat verkeerd en ze kan niks ruiken. Ze hoort een zacht geluid naast haar. Meteen draait ze zich om en valt aan. Ze voelt hoe ze tegen iets groot en warms springt en ze duwt de maker van het geluid tegen de vlakte. Er komt een harde grom uit haar keel voor dat ze er erg in heeft. Maar zodra ze ziet wie het is springt ze naar achter.
"Ashton, wat doe jij nou weer hier?!"
De wolf Ashton kreunt en staat op.
"Het gaat goed hoor, dank je.
Ik heb je niet gevraagd hoe het gaat ik vroeg wat je hier doet.
Oke, oke. Rustig maar."
Hij rekt zich uit.
"Ga je nog antwoord geven?
Tuurlijk, tuurlijk. Weet je, voor zo'n jong wolfje ben je best sterk.
Jong?
Ja, net verandert. Dat noemen we jong.
Heel mooi, maar nou heb je nog steeds geen antwoordt gegeven.
"Zucht." Jij hebt echt geen geduld hé, maar goed, als je het echt wil weten.
Graag.
Ik ben je gevolgd.
Wat? Waarom?
Oh, ik zag je wegsluipen en ik was benieuwd wat je ging doen. Ij had zelf toch niet echt iets te doen.
Moet jij dan niet bij die vergadering zijn?
Eigelijk wel, maar ik had er geen zin in. En trouwens, het is misschien maar goed ook dat ik je gevolgd ben want je lijkt nogal verdwaalt."
Ze rolt met haar ogen.
"Weet je, meestal is de oudste van het gezin verantwoirdelijk.
Oh, maar ik ben verantwoordelijk. Ik heb alleen geen zin om te luisteren naar een vergadering waar alleen maar dingen worden gezegd die iedereen al weet.
Het zal wel.
Kan ik je helpen?
Nee. Of wacht, eigelijk wel.
Zie je nou wel dat het goed is dat ik je ben gevolgt. Nou waar kan ik mee helpen?
Waar is die open plek?
Welke open plek.
Die ene waar jij me mee naar toe hebt genomen om te oefenen met het transformeren.
Oh die, wat ga jij daar doen?
Dat gaat je niks aan.
Tja, als je zo onaardig gaat doen dan help ik je niet hé."
Hij draait zich om.
"Wacht, sorry. ik ga daar heen om te trainen.
Trainen? Waarvoor?"
Ze zucht.
"Voor die stomme oorlog.
Oh, ik dacht dat jij daar niet heen mocht?
Oh nee, begin jij nou niet ook al.
Oke, oke. Rustig maar. Ik breng je er wel heen."
Hij draait zich om en begint richting het noorden te lopen. Wendy probeert de route goed in zich op te nemen zodat ze de volgende keer geen hulp hoeft te vragen aan Ashton.Het duurt niet lang voordat ze bij de open plek zijn. Wendy was blijkbaar niet heel ver afgedwaalt. Ze laat zich snel van d helling afglijden en kijkt om zich heen. Het is er bijna precies zoals ze zich het herinnerde. Er staken alleen een aantal grote boomwortels uit de grond die ze nog niet eerder had gezien. Verder stond het er nog steeds vol ket steile heuvels.
"En, wat ben je nu van plan om te doen?"
Ze kijkt Ashton aan. Ze was al weer bijna vergeten dat hij er ook bij was.
"Trainen natuurlijk.
In je eentje?
Nou, ik kan mezelf niet echt in tweeën delen dus ik ben bang van wel.
Tel ik niet mee?
Jij? Wil je mee trainen?
Je hebt toch een tweede persoon nodig als je wil leren vechten? Of was je van plan een beetje met een boomwortel of lucht te gaan oefenen?
Dat is beter dan niets hoor.
Wacht, je was echt van plan om met een boomwortel te gaan worstelen?
Wat had je dan verwacht?
Weet ik veel. Dat je hier met iemand af had gesproken of zo? Met je moeder bijvoorbeeld. Zodat je allemaal geheime weerwolfjager vechttechnieken kon leren of zo.
Nou, blijkbaar niet hé.
Nou, dan wordt het steeds beter dat ik je gevolgd ben. Ik ga je helpen. We gaan eerst eens beginnen met een opwarming. Begin maar met rondjes rennen.
Rondjes rennen? Kun je niks beters verzinnen?
Hé, wil je dat ik je help? Begin dan maar snel te rennen."
Ze rolt met haar ogen maar stribbelt verder niet tegen. Ze begint te rennen. Na een aantal rondjes begint ze langzaam te versnellen. Haar gedachten worden vaag en het rennen gaat bijna vanzelf. Ze rent moeiteloos over de steile heuvels. Na een tijdje begint er ergens achter in haar hoofd een stemmetje zich af te vragen hoe het komt dat ze nog niet moe begint te worden. Ook vraagt ze zich af hoe lang ze hier nog mee door moet gaan. Ineens hoort ze de stem van Ashton achter haar.
"Hé, begin je al moe te worden."
Ze mindert vaart en gaat tegenover hem staan.
"Nee, maar ik ben niet van plan om dit de hele dag te doen hoor.
Oh, maar dat hoeft niet. Je hebt echt een goed conditie. Daar hoeven we niet echt iets voor te doen. We gaan dus beginnen aan de echte training. We gaan beginnen aan je verdediging. Ik denk dat ik straks met een doorgesneden keel rondloop als Mason erachter komt dat ik je laat vechten terwijl je je niet goed kunt verdedigen."
Er komt een raar laag gesnuif uit zijn keel dat wel wat weg heeft van gelach.
"Ik hoop dat dat een grapje is.
Weet je, volgens mij ben jij niet zo vrolijk vandaag.
Goh, zou het echt?
Luister, ik snap dat je boos bent op Mason maar ik wil je echt alleen maar helpen. Dus kun je je strijdbijl even begraven?
Tuurlijk, sorry.
Maakt niet uit joh. Laten we verder gaan. We beginnen bij de basis. We gaan eens kijken wat je al kan."
Zonder haar te waarschuwen springt Ashton met een luide grom op haar. Ze kan niet snel genoeg reageren om te voorkomen dat hij haar grijpt maar ze weet hem met een harde duw van zich af te krijgen. Meteen haalt hij hard uit met zijn klauw. Wendy springt opzij maar ze verliest haar evenwicht en valt om. Meteen heeft Ashton haar tegen de grond gedrukt en houd zijn snijtanden vlak bij haar hals. Ze verstijft en ziet uit haar ooghoeken dat Er een grote grijns op Ashton's gezicht verschijnt.
"Jammer, jonkie. Dat was niet zo handig van je."
Ze gromt en gooit hem zich af.
"Gelukkig ben je wel sterk genoeg. Maar aan je evenwicht zullen we wel wat moeten doen. Laten we dus maar meteen doorgaan. En dit keer miet je goed op je evenwicht letten.Na een paar uur te hebben getraind besluiten ze om terug te gaan. Terwijl ze teruggaan doen ze een wedstrijdje. Ashton wint op een haar na. Zodra ze thuis zijn sluipt Wendy naar haar kamer. Ze pakt een schone pyjama en loopt naar de badkamer. Zodra ze alle zand en viezigheid van zich af heeft gewassen gaat ze zich aankleden. Terwijl ze hiermee bezig is vangt ze een glimp op van haar weerspiegeling in de spiegel. Het is al een tijd geleden dat ze zichzelf goed bestudeert heeft. Op de een of andere manier herkend ze zichzelf nauwelijks. Ze is veel verandert de laatste tijd. Ze is zeker een paar kilo afgevallen en een stuk gespierder. De kinderlijke rondingen die ze eerst had zijn volledig verdwenen. Ze draait ze weg van haar spiegelbeeld en loopt naar buiten. Waneer ze de hoek omloopt botst ze tegen iemand aan.
Het is Mason.
"Hoi Wendy.
Oh, hoi.
Hee, Wendy. Ben je nog boos op me?"
Ze kijken elkaar aan, Mason lijkt verschrikkelijk moe en gestressed. Ze kan het niet voor elkaar krijgen om boos op hem te zijn.
"Nee, nee natuurlijk niet."
Ze omhelst hem stevig.
"Hoe kan ik nou boos op je zijn, Je wilt me alleen maar beschermen."
Hij slaakt een trillerige zucht en slaat zijn armen om haar heen.
"Bedankt, het spijt me echt heel erg.
Wat?
Dat jij hier zo moet achterblijven. Ik weet dat je het verschrikkelijk vindt.
Mason, het maakt niet uit, echt niet. Ik overleef het wel.
Er is alleen een probleem.
Wat dan?
Mijn vader wil elke dag met de roedel gaan trainen, dus ik zal er voorlopig niet veel zijn.
Echt?
Ja, het spijt me heel erg."
Ze neemt voorzichtig zijn gezicht tussen haar handen en kijkt hem diep in de ogen.
"Luister, jij kan hier allemaal niks aan doen. Het is niet jouw schuld dat je miet vechten. Wil je dus alsjeblieft stoppen met je te verontschuldigen voor dingen waar je niks aan kunt doen?"
Hij lacht haar flauwtjes toe en legt zijn hand over de hare.
"Het spijt me."
Ze legt haar vinger op zijn lippen en fluistert:
"Nou doe je het weer."
Ze lacht.
"Heei, tortelduifjes. Alles kits?"
Jim komt de hoek om sloffen.
Mason Boy, ik moet je halen van je vader."
Mason slaakt een diepe zucht en kijkt Wendy vragend aan.
"Ga maar."
Ze geeft hem voorzichtig een kus op zijn neus. Daarna laat ze hem los en loopt hij de gang uit.
"Hee Jim.
Wat?
Sinds waneer praat jij zo raar?
Hoe bedoel je?
Alles kits? Mason Boy?
Oh, dat. Daar had ik zin in. Nou ja, ik moet nu ook gaan. Laters."
En hij is verdwenen. Langzaam loopt Wendy naar haar slaapkamer. Met een zucht laat ze zich op bed vallen. Zodra ze het matras raakt valt ze vermoeid in slaap.
JE LEEST
Het wolvenbos
FantasyWendy (18) loopt haar hele leven al langs hetzelfde bos maar ze is er nog nooit in geweest. Dit komt doordat het in het hele dorp bekend staat als het wolvenbos. Maar wat zou er nou echt zijn? Dit is pas mijn eerste verhaal, sorry als er spellingsfo...