De hut

84 3 1
                                    

Even blijft Wendy staan kijken naar de plaats waar Mason het bos in verdween.
"Waar zou hij naar toe gaan?
Zal ik hem volgen?
Wat als hij me opmerkt?" Dit alles schiet door haar hoofd terwijl ze daar doelloos in de richting van de bomen staart. maar dan wint de nieuwsgierigheid het van de twijfel.
Zo snel als ze kan zonder te veel lawaai te maken rent ze achter hem aan. Godzijdank kan ze de voetstappen van Mason nog voor haar horen.
Zo sluipt ze een tijd achter het geluid aan. Maar dan gebeurt het. Ineens merkt Wendy dat het wel heel stil is om haar heen.
"SHIT!!!! Ik hoor zijn voetstappen niet meer." Snel kijkt ze om haar heen of ze hem misschien kan zien, maar buiten een konijn dat onder de struiken vandaan springt is er niks te zien. Alleen die verdraaide bomen.
"Shit!" Denkt Wendy weer. "Ik weet de weg terug niet. al die rotbomen lijken op elkaar." Ze kijkt om zich heen om te kijken of ze misschien voetsporen heeft achter gelaten, maar met al dat mos en die bladeren die hier op de grond liggen zijn die natuurlijk nergens te zien. Wendy denkt na over een oplossing.
"Natuurlijk, mijn telefoon!" Snel trekt ze haar telefoon uit haar broekzak en typt het nummer van haar vader in. de telefoon gaat een keer over. Twee keer. Drie keer. Na de vijfde keer komt er zo'n stom stemmetje dat zegt dat ze een bericht moet inspreken. Wendy klikt het met een zucht weg en belt haar moeder. na twee keer overgaan neemt ze op.
"Met Marie van Zeilen.
Hoi mam met mij.
Kun je niet later bellen? Ik zit midden in een vergadering.
Nee mam, dit is heel belangrijk.
...
...
Mam?
MAM!"
Wendy kijkt op haar scherm.
Helemaal zwart.
"Nee nee NEE!!!
Waarom moet hij net nu leeg zijn?!"
Boos stopt ze haar telefoon terug in haar broekzak en kijkt ze nog eens rond. "Het bos moet toch ergens ophouden." Dacht ze. "Het heeft in ieder geval geen zin om stil te blijven staan." Wendy slaat een diepe zucht en begint te lopen. nou moet ik natuurlijk ook mijn schooltas nog bij hebben. na een tijd gelopen te hebben begint ze honger en dorst te krijgen. En alsof dat al niet erg genoeg is, heeft ze ook weer dat gevoel alsof ze wordt bekeken.
"Als ik niet snel iets te eten krijg val ik straks nog flauw."
En dan ziet ze het.
Een kleine hut langs een riviertje, midden in het bos, kompleet gemaakt van hout.
"Wie zou daar nou wonen?
Woont daar sowieso wel iemand?" Vraagt ze zich af.
"Ik hoop van wel, dan kunnen ze me de weg wijzen en misschien iets te eten en te drinken geven."
Net als ze aan wil kloppen hoort ze een stem achter haar.
"Wat doe jij hier nou weer?"
Wendy draait met een ruk om.
Daar achter haar staat Mason, met zijn prachtige gouden ogen...
en met een brede grijns op zijn gezicht.
"Dat kan ik ook aan jou vragen." Zegt Wendy snel omdat ze even niks beters kan verzinnen.
"Maar ik vroeg het het eerst, dus moet jij het eerst antwoord geven.
Ik was gewoon op verkenningstocht.
Dapper hoor, ik ken niet veel mensen die in dit bos durven te komen."
Wendy durfde niet met zekerheid te zeggen of hij het meende of sarcastisch was.
"En al helemaal niet zo ver het bos in."
Wendy kijkt hem vragend aan.
"Ben ik dan echt zo ver afgedawaalt?"
Mason kijkt haar even bedenkelijk aan en begint dan te lachen.
"Je bent zeker verdwaalt, hè."
Wendy's wangen worden langzaam rood en ter verdediging zegt ze:" Dat is niet mijn schuld. Er staan hier ook zo veel bomen."
Mason krijgt een brede grijns en zegt:" rustig maar hoor, ik krijg je er wel uit.
Geen rede om zo rood te worden."
Hierdoor word Wendy natuurlijk alleen maar nog roder.
"Bedankt." Mompelt ze alleen maar.
Mason lacht weer, dan pakt hij haar hand en trekt haar het bos in. nadat ze een tijdje zwijgent naast elkaar hebben gelopen vraagt hij ineens:
"heb je honger Wendy?"
Wendy kijkt hem aan en zegt verbaast:
"Ja, hoe weet jij dat?
Simpel, ik zei al dat je ver in het bos was daarnet. Als je al die tijd zonder eten gelopen hebt moet je nu wel honger hebben.
Oh." is het enige dat Wendy eruit kan krijgen. Mason rommelt even in zijn rugzak en haalt er een chocolade reep uit. hij breekt hem door de midden en geeft de helft aan haar.
"Bedankt. En hoe weet je trouwens mijn naam?"
Hij grijnst naar haar en zegt heel mysterieus:
"Oh, daar heb ik zo mijn bronnen voor.
Daarna zwijgen ze weer, maar af en toe kijkt Wendy even snel naar Mason's gezicht, met name naar die betoverende ogen, en soms gluurt hij terug en dan grijnst hij weer naar haar. Zo lopen ze een hele tijd verder tot ze terug zijn bij het pad waar Wendy iedere dag langsloopt. Mason lacht even en zegt dan: Ik zie je morgen op school wel weer." En dan loopt hij weg.
Wendy start hem even na en dan gaat ze ook naar huis.

"Hoi schat heb je een beetje een leuke dag gehad?" Klinkt er vanuit de woonkamer. Wendy sluit de deur achter haar en loopt naar haar moeder.
" Ja hoor, was prima.
Waarom belde je me nu eigenlijk?
Oh gewoon, ik wilde vragen of je vanavond ging overwerken.
Moest je me daar echt voor bellen? Je had toch ook wel gewoon een berichtje kunnen sturen?
Sorry, had ik niet aan gedacht."
Wendy gooit haar tas neer en pakt haar biologie boeken, daar moest ze nog huiswerk van maken, en loopt naar haar kamer. als ze daar is probeert ze zichzelf op haar huiswerk te concentreren, maar de gedachten over Mason blijven door haar hoofd spoken. Als ze een half uur achter haar bureau heeft gezeten staat er nog geen letter op papier. Met een zucht staat ze op en gaat naar beneden om een snack te pakken. Ineens wordt ze geroepen door haar moeder.
"Schaaaat, er is iemand voor je.
Wendy loopt de gang in, zich afvragend wie dat nou zo laat op de avond zou zijn.

"Hé Wendy."

Het wolvenbosWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu