Hoofdstuk 43

1.2K 113 9
                                    

POV Ilse
We kwamen in het midden van de nacht aan bij het kampgebouw. Zodra de begeleiders ons in het zich hadden, renden ze naar ons toe 'kinderen! Waar waren jullie?!' Riep er een. 'In het bos' antwoordde ik simpel. Ze namen ons mee het gebouw in, en het duurde even, maar toen hadden ze door data er iemand miste. 'Jullie waren toch met zijn achten?' Vroeg er een verbaasd. Ivo knikte 'ja, Alena was er ook bij, maar die zijn we onderweg kwijt geraakt. We kwamen wolven tegen, en toen zijn we weggerend, maar Alena konden we niet vinden'. Hij keek de anderen doordringend aan, bedoelt moet zeggen dat ze hun mond moesten houden over Alena en de wolven. De begeleiders keken ins geschokt aan 'ze zou toch niet ten prooi zijn gevallen eh?' Vroegen ze in paniek. Ik schudde mijn hoofd 'het is wel Alena, die in een bos woont, en nergens bang voor is. Die komt morgen wel aangelopen, of later vandaag' zei ik vol overtuiging.tja, haar dier was ook een wolf, ze had nou eenmaal iets met wolven. We werden naar onze slaapzalen gebrachten, maar ik kon niet slapen. Net als Zoë, trouwens. Ik vroeg me af waar Alena bleef.

POV Ara
Ik was de groep vanuit de lucht gevolgd, en nu ik wist waar Alena was, ging ik naar Ivo toe. Toen ik aankwam bij het kampgebouw, vloog ik door een raam naar binnen bij de slaapzaal van de jongens. Ik vloog naar Ivo toe, die rechtop in zijn bed zat, en uit het raam aan het staren was. Ik ging op zijn schouder zitten. 'He Ara' zei hij zacht. Weet je, ik weet waar Alena is. We kunnen haar gaan halen 'is ze veilig?' Ja 'dan komt ze zelf wel. Kom, dan gaan we slapen'. Hij ging liggen. Hij zei wé. Als ik kon glimlachen, zou ik dat nu doen. Ik ging op de rand van zijn bed zitten, en legde mijn kop in mijn veren. Al snel viel ik in slaap.

POV Alena
Ik werd wakker, en zag dat de wolven al wakker waren. Ik rekte me uit. Zullen we je meteen terug brengen? Vroeg een van de wolven, een vrouwtje. In deze groep waren er drie mannetjes en drie vrouwtjes. Eerlijk verdeelt dus. Ik knikte 'ja'. Ik kroop de grot uit, en moest even wennen aan het felle zonlicht. Daarna begonnen we te lopen. Na een klein uurtje te hebben gewandeld zag ik het kampgebouw staan. Ik draaide me om naar de wolven. 'Dank jullie wel, dankzij jullie ben ik hier weer terug. Ga maar snel terug, voor de mensen jullie zien. Nogmaals, bedankt'. Ik gaf ze allemaal een aai over hun kop. Jij bedankt voor het genezen van mij. Het ga je goed, Dierenfluisteraar zei de alpha. Daarna draaide hij zich om en verdween hij met de andere wolven het bos weer in. Ik liep naar het kampgebouw, en liep er naar binnen. Toen ik de eetzaal binnen liep,maar iedereen daar te eten. Iedereen gaapte me aan zodra ze me zagen. De begeleiders kwamen meteen op me afgerend. 'Waar was je?' 'We maakten ons zorgen!' 'Gaat het goed met je?' 'Ik was zo ongerust!' Ze vuurden allerlei vragen op me af. Ik gilde 'stop is met al die vragen! Het gaat prima met me! Mij tante woont in dat bos, en ik kwam haar gisteren tegen! Ik ben met haar meegegaan en heb daar geslapen! En als jullie het niet erg vinden, ga ik me nu opfrissen!' Ik duwde iedereen aan de kant, en liep richting de badkamer van de meiden. Serieus, die mensen werken me op mijn zenuwen.

De rest van de week ving me als een waas voorbij. Elke nacht droomde ik van Zilver, en oefende ik met haar lucht. Na een week lang op Texel te zijn geweest, was ik blij toen ik weer thuiskwam. Ik pakte al mijn spullen uit, en ik ging opzoek naar Wolf omheb alles te vertellen. Aan het einde van de dag had ik pasta gemaakt die ik en Ivo samen opaten, en die avond ging ik vroeg slapen. Mijn moeder zou morgen weer terug komen, dus ik verheugde me op morgen. Ik zou ook met Wolf ergens over praten, hij vroeg me of hij me iets belangrijks kon vertellen, en hij klonk serieus. Die avond viel ik al snel in slaap, nadenkend over Texel en morgen, dan komt mijn moeder weer thuis.

Dierenfluisteraar (voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu