Het is vandaag donderdag. Vanavond heb ik met Thomas afgesproken. Normaal zou ik me intens druk maken om mijn kleding en dergelijke maar in plaats daarvan denk ik aan iets anders. Ik zit in een dilemma. Tenminste, dat heb ik mezelf aangepraat. Ik zit er vandaag constant aan te denken de inrichting van Lily op te bellen. Eigenlijk heel stom, omdat ik weet dat het nergens op slaat, maar ik zit er toch mee in mijn hoofd. Ik kan het nummer beter gewoon uit mijn telefoon verwijderen, heb ik ook niks meer om de hele tijd over na te denken.
Meridyth is op school, papa is weer beter en dus weer aan het werk. Het is elf uur 's ochtends en ik ga nu pas uit bed. Ik kon ondanks mijn wekker niet uit bed komen en was dus weer even gaan slapen. Ik heb eigenlijk wel honger. Ik loop naar beneden en bak een ei. Met spek.
Als mijn bord in de vaatwasser staat hoor ik mijn telefoon trillen. Het is Thomas. Toen ik hem een paar dagen geleden toch besloot een berichtje te sturen, merkte ik dat hij enthousiast was.
Ik: Hee! Misschien een beetje laat, maar ik wil eigenlijk toch wel afspreken als jij nog zin hebt
Thomas: Ja natuurlijk! Ik vroeg het niet voor niks :)
Ik: Zou leuk zijn, wanneer?
Thomas: wanneer kan je? Ik heb vanaf volgende week woensdag 6 dagen vrij omdat ik dan net tentamens heb gehad
Ik: Oh, ik kan donderdag wel denk ik
Thomas: Nice, spreken we af bij de vulling?
Ik: Sure!
Thomas: 8 uur?
Ik: Dat is goed.
Ondanks dat ik Thomas gewoon als een klasgenoot zie, een vriend, blijf ik hysterisch ons gesprek teruglezen. Tien berichten. Elk bericht tien keer.
Wat zal ik doen vandaag? Het is nog te vroeg om me constant bezig te gaan houden met Thomas, dus ik zal iets anders moeten verzinnen. Ik bijt op de binnenkant van mijn wang. Ik loop naar mijn slaapkamer en pak mijn tekenboek uit de kast. Ik ga op m'n bed liggen, op mijn buik en blader één voor één alle tekeningen door die er in staan.
Te lang geleden dat ik hierin gekeken heb. Ik kom voorzichtig omhoog en stap uit bed. Als ik mijn oude etui achterin mijn kastje zie liggen, begin ik erin te graaien, op zoek naar een potlood. Ik kruip terug naar mijn bed en nestel me tussen de dekens. Ik zet mijn potlood op het nog witte vel en begin in het wilde weg te tekenen.
Ik kijk op mijn telefoon en zie dat ik al meer dan een uur aan het tekenen ben. Nou ja.. tekenen kan je het niet echt noemen. Als ik eenmaal begin leef ik me zo erg uit dat er op eens miljoenen ideeën in me opkomen. Ik had net zin om waterverf in mijn tekening te gebruiken, dus heb ik de vloer van mijn kamer omgebouwd tot een soort mini-atelier. Twee doosjes waterverf, een stuk of tien penselen, glazen water en stukken papier liggen verspreid over de vloer. Mijn kamer was al rommelig, maar nu is het een puinhoop. Ik ben tevreden over mijn tekening.
Na een poging tot opruimen is een stukje van het laminaat in mijn kamer weer zichtbaar. Het is pas een uur of twee geleden dat ik ontbeten heb, maar ik begin weer een licht hongergevoel te krijgen. Ik slof de trap af en smeer in de keuken een paar boterhammen. Ik plof neer op de bank en begin te eten. Ik heb zin om een film te kijken.
Als ik op de helft ben van 'Source Code', een van mijn lievelingsactiefilms, besef ik me hoe alleen ik ben. Ik ben een van de enigen die nog niet studeert, ik ben vrijgezel. Ik ben m'n beste vriendin kwijt en ik mis een moeder. Dan ben ik buiten dit alles ook nog eens dagen achter elkaar alleen thuis. Ik mis Jill.
Het is half zes. Tijd om iets te eten. Ik heb totaal geen zin om te koken dus ik rij wel even langs de supermarkt om een pizza te halen of iets dergelijks. Ik loop al de hele dag in mijn pyjama, dus het wordt tijd om een fatsoenlijke broek aan te trekken. Eenmaal in een spijkerbroek en een simpel shirt gehesen, stap ik de deur uit en fiets naar de winkel.
Ik loop langs de ingevroren producten en pak een pizza salami van de op een na onderste plank van het vriesvak. Ik leg hem in mijn mandje, naast de pizza Hawaï en het bakje tiramisu die er al in liggen. Ik bedenk me dat ik misschien beter geen salami kan eten, aangezien ik een 'afspraakje' heb met Thomas. Ik leg de pizza teleurgesteld terug in de koeling en ga op zoek naar iets wat ik buiten mijn pizza Hawaï nog kan eten.Ik loop naar de broodafdeling, maar blijf staan wanneer ik de achterkant van een bekend persoon zie staan bij de afbakbroodjes. Haar bruine krullen herken ik uit duizenden. 'Jill,' zeg ik. Ze draait zich om. Ik lach voorzichtig en wil haar knuffelen, maar ik hou me in. Ze perst met moeite iets wat lijkt op een glimlachje op haar gezicht en doet haar mond dan langzaam open om iets te zeggen. 'Hoi,' komt er uiteindelijk zachtjes uit. Ik vraag hoe het met haar gaat. 'Goed.' zegt ze droogjes en mompelt dan dat er iemand op haar staat te wachten. Ze kijkt me even hulpeloos aan, maar loopt dan richting de kassa. Ik wil achter haar aangaan, vragen wat er is, haar beetpakken, in tranen uitbarsten en te zeggen dat het me spijt, ook al weet ik niet waarvoor. Op de een of andere manier lukt het me niet.
Ik blijf haar aanstaren, maar het enige wat naar mij terug staart is haar rug. Als ze afgerekend heeft loopt ze de winkel uit. Ik probeer een glimp op te vangen van wie er op haar aan het wachten is, maar het gezicht van deze persoon is niet duidelijk te zien. Ik kan ook niet goed zien of het een jongen of een meisje is, omdat de persoon halflang haar heeft. Net als ik het op wil geven en me omdraai, vang ik een beeld op van zijn gezicht en ik zie maar al te duidelijk wie het is. Of niet? Leah je bent gek.
JE LEEST
Stof
Kinh dịIk ben Leah. Ik ben 16 jaar en heb mijn havodiploma net gehaald. Ik vind mezelf te jong om al te gaan doorstuderen, dus neem ik een tussenjaar. Een jaar werken en dan voor een paar maanden op reis, om levenservaring op te doen. In Leah's tweede 'w...