Hoofdstuk 29

21 0 0
                                    

Point of view Leah (Present day)

Als ik aan Thomas verteld heb wat er net gebeurd is, begint hij met zijn hoofd te schudden. Het spijt me... het spijt me...' Ik kijk bezorgd naar Thomas. 'Wat is er, Thomas?' Hij knijpt zijn ogen dicht en balt dan zijn handen tot vuisten. Ik zet een stap naar achteren. 'Thomas?' Dan kijkt hij me aan. 'Het spijt me, Leah.' Ik houd mijn handen omhoog en trek mijn schouders op. Ik kijk Thomas verward aan. ' Waarvoor?' Thomas zucht heel diep. Even lijkt het alsof hij gaat huilen. Hij gaat op bed zitten, met zijn ellebogen op zijn bovenbenen, waardoor hij zijn gezicht op zijn handen kan laten rusten. Ik blijf stilstaan, niet wetend wat te doen. Ik blijf Thomas aanstaren.

Point of view Dane (Dane's death)

Het enige wat ik voel is pijn. Alsof al mijn ledematen tegelijkertijd, verschillende richtingen ingetrokken worden. Mijn huid zit strak om mijn lijf, alsof ik constant kippenvel heb. Mijn mond voelt kurkdroog, ik kan niet slikken. Nog steeds weerhoudt iets me ervan goed te kunnen ademen. Eindelijk kan ik mijn ogen openen. Een klein stukje. Licht valt binnen, ik draai mijn hoofd voorzichtig om de omgeving in me op te nemen. Ik ben nog steeds in het bos, overal om mij heen zijn bomen. Maar het is anders dan eerst, het zijn de toppen van de bomen die ik zie, in plaats van de stronken. Ik kijk naar beneden en zie een lichtpuntje. Ik kijk nog eens goed en het wazige beeld wordt langzaam scherp. Ik zie de kring van drie personen waarin ik me een moment geleden nog bevond met de kaars in het midden. Ik voel een hevige pijn aan mijn hoofd, van alle kanten. Ik besef me dat ik zweef en dat ik aan mijn haar omhoog wordt gehouden. Een moment geleden leek ik nog gedeeltelijk verdoofd, maar nu is de pijn onbeschrijflijk. Dan ineens stopt de pijn weer en gelijktijdig val ik naar beneden. De grond komt steeds dichterbij en de takken van de bomen slaan hard tegen mijn gezicht en de rest van mijn lichaam. Alles om me heen is donker, ik zie alleen de schaduwen van de hoge bomen die voorbij schieten en de bladeren op de grond die steeds groter worden. Ik sluit mijn ogen vlak voor ik de aarde raak. Mijn hoofd klapt tegen de boomstronk aan waar ik net nog op zat. Voor ik mijn bewustzijn kwijtraak open ik mijn ogen. Ik kijk recht in het gezicht van het mooie, blonde meisje dat in shock en met opengesperde ogen naar mijn slappe lichaam staart. Ik sluit mijn ogen en hoor in de verte een ijzige kreet van paniek. Dan vloeien het leven en alle pijn uit mijn lichaam.

Point of view Leah (Present day)

Ik durf niet naast Thomas op bed te gaan zitten. Ik ben bang voor wat hij me gaat vertellen. Al de tijd dat we samen waren heeft hij blijkbaar iets voor zich gehouden. Met elk bot in mijn lichaam hoop ik dat het niets is wat me pijn gaat doen, maar ik weet beter. Dan begint Thomas met spreken. Ik wil eigenlijk dat hij nog even wacht.
'Ik... Ik was erbij.' Stottert mijn vriend. Ik sla mijn armen over elkaar. 'Waarbij?' vraag ik hem. 'Dane. Ik heb het gezien.' Ik wil niks meer horen, maar iets zeggen durf ik niet. 'Ik heb zijn lichaam gezien.' Thomas houdt zijn blik onafgebroken op de vloer. 'Hoe dan?' Breng ik uit. Ook ik kijk naar de grond. 'Omdat...' Thomas begint te snikken. Ik probeer me groot te houden maar laat dan toch ook een traan los. Ik ga naast hem zitten en sla een arm om hem heen.

Point of view Thomas (Dane's death)

Aangeschoten stap ik van mijn scooter. Ik had eigenlijk niet moeten rijden, maar van de binnenstad naar Lily's huis is te ver om te lopen. Ik mocht vanavond kiezen tussen uitgaan met wat vrienden of een besloten feestje bij Lily thuis. Allebei inclusief alcohol. Ondanks het schoolwerk dat me thuis ligt op de wachten, heb ik besloten beide te doen. Vandaar het wonderbaarlijke idee om onder invloed het verkeer in te gaan. Grinnikend om mezelf loop ik over het met gedeeltelijk met bladeren bedekte pad dat naar Lily's voordeur leidt. Ik gluur door het grote raam in het halletje dat naast de gang is naar binnen. Het is donker in het grootste deel van het huis, dat het doet lijken alsof er niemand thuis is. Een lichtje dat vanuit de woonkamer komt trekt mijn aandacht. Ik sluip naar het raam, misschien kan ik mijn klasgenoten wel laten schrikken. Ik probeer naar binnen te kijken, maar een blinderend gordijntje houdt me tegen. Ik draai me om en haal mijn schouders op. Ik loop naar de voordeur. Voor ik op de bel druk bedenk ik me hoe laat het is. In plaats van de bel te laten klinken klop ik een paar keer op het glas in de deur. Ik kijk om me heen. Lily en haar ouders wonen toch in een losstaand huis, wat kan het me schelen ook. Ik druk op de bel. Na lang wachten zonder antwoord te krijgen, besluit ik een kijkje te nemen in de tuin. Dat is waarschijnlijk tóch waar ze zitten. Ik loop om het huis heen en kom voor een dichte poort te staan. Ik stuur een berichtje naar Lily, maar ze ontvangt het niet. Ik kijk op van mijn telefoon en werp een blik op het obstakel dat me ervan weerhoudt de tuin direct in te lopen. De stenen muren aan weerszijden van de poort ziet er niet al te hoog uit. Ik zou een poging tot klimmen kunnen doen. In het moment lijkt het een ontzettend goed idee en voor ik het weet ben ik tegen de muur op aan het klauteren. Als ik halverwege de muur ben, grijp ik per ongeluk mis. Ik schuur keihard langs de muur met mijn arm en belandt op de grond. Ik moet even bekomen van de val. Ik kijk naar mijn geschaafde onderarm en sla mezelf tegen mijn voorhoofd. Pijn voel ik niet echt. Ik lach en sta dan op. Ik probeer het opnieuw, en dit maal voorzichtig, over de muur te klimmen. Het lukt nu in een keer en ik spring van het muurtje op de grond in Lily's achtertuin. Het is pikdonker in de tuin, dus ik zet de zaklamp van mijn telefoon aan. Ik kijk met lichtjes samengeknepen ogen om me heen. Jezus, wat een bos.
Het pad is amper te onderscheiden. Mijn zaklamp valt plots uit en ik probeer mijn telefoon  tevergeefs aan te zetten. Batterij leeg. Ik zucht en kijk nog eens om me heen. In de verte zie ik een heel klein lichtje. Een klein glimlachje verschijnt op mijn gezicht en ik loop richting mijn vrienden. Wanneer ik nog een meter of dertig verwijderd ben van de kring hoor ik een suizend geluid. Ik kijk op en tot mijn grote verbazing zie ik iemand tussen de boomtoppen in de lucht hangen. Het is Dane.
Hij blijft hoog in de lucht stil hangen. Ik ben in shock en weet voor een moment niet wat ik moet doen. Ik blijf me schuilhouden achter een boom terwijl ik het tafereel aanschouw. Na enkele seconden zie ik dat Dane's lichaam losgelaten wordt. Het valt als een zware steen onmogelijk snel naar beneden. Alle takken die hem raken zullen zijn lichaam onherstelbaar beschadigen. Ik probeer me te bedenken of wat ik zie de werkelijkheid of een droom is. Als Dane's lichaam met een doffe klap op de grond valt kom ik eindelijk in beweging. Steeds sneller loop ik richting de kring van boomstammen. Een ijzige en oorverdovend hoge gil brengt met tot stilstand. Ik kijk tegen mijn wil naar wat er verder gebeurt. Voor een moment is dat niets. Dan zie ik Lily langzaam bewegen. Naast het gesuis in mijn oren hoor ik niets. Ik zie dat Alice Lily zo hard duwt dat ze bewusteloos raakt.

StofWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu